Hoe Leendert Witvliet Ted van Lieshout ontroert
17-7-17
Zo'n beetje aan het einde van de avond die over ontroering in de poëzie in het algemeen en die van Rutger Kopland in het bijzonder zou gaan, zaterdagavond in de Martinikerk in Groningen, tijdens festival Dichters in de Prinsentuin, zei Ted van Lieshout dit:
"Er is voor mij een gedicht dat ik niet begrijp. En toch raak ik elke keer ontroert. En ik wil niet dat iemand het kapot maakt door te zeggen 'O, ik weet wel hoe dat zit'. Mag ik het zo voordragen? Het is een van mijn lievelingsgedichten. Het is van Leendert Witvliet:
Paarden voor de ramen
Er kwamen paarden tot vlak bij de ramen
en het was ook al de achtste dag
en er was een trommelaar vanmorgen
en een man had zo gestaard
en de kat was niet thuis
en de hond blafte maar
en het was een jaar met dertien maanden
drieënvijftig weken, alles
werd te veel, die late avond
toen er zware lasten uit de bomen vielen
en paarden voor de ramen kwamen.
"Ik heb geen flauw idee waar het over gaat", besloot Van Lieshout. "En toch vind ik het prachtig, toch ontroert het mij. Dat vind ik ook het geheim van dit gedicht, van alle gedichten in zekere zin, dat poëzie kan ontroeren ook al begrijp je het gedicht niet. Op het moment dat je je daar voor openstelt, dat je accepteert dat er gedichten zijn die je mooi kunt vinden zonder dat je ze begrijpt, sta je open voor alle poëzie."