Straatpoëzie in Assen
Trompe-l'oeil avec le chat

Nog een paar woorden van Herman Tulp

Voor Dagblad van het Noorden interviewde ik Herman Tulp uit Groningen. Aanleiding vormde een tentoonstelling bij Galerie Wildevuur in Hooghalen waar sinds zondag 26 van zijn schilderijen zijn te zien, waaronder zestien nieuwe.

Herman Tulp DvhN
Het gesprek, dat al in de auto begon omdat Herman geen rijbewijs heeft en in zijn woonplaats Groningen moest worden opgehaald, ging vele kanten op. Onvermijdelijk kwamen we ook te spreken over zijn voorkeur voor blote of half-bedekte jonge vrouwen als onderwerp voor zijn schilderijen.

Ik zei hem dat ik blote jonge vrouwen wat makkelijk vond als onderwerp. Ik zei: 'Het heeft iets behaaglijks. Daar ben ik fel op tegen in de kunst. Het appelleert aan een klassiek ideaal van schoonheid. Jeugd, bloemen. Het provoceert nergens. Jij gaat voor genot. Dat zie je erg veel, dat kunstenaars het mensen naar de zin willen maken met het klassieke idee van schoonheid. Dat gaat makkelijk met een mooie jonge vrouw.'

Ietwat van zijn stuk gebracht reageerde Tulp door te zeggen dat er niets op tegen is als een schilder onderwerpen kiest waar die schilder zelf gelukkig en blij van wordt. Wat Lucian Freud deed, moest Lucian Freud vooral zelf weten, Herman Tulp schilderde liever jonge vrouwen, naakt of halfnaakt. Bij een schilderij dat net even verder ging dan 'naakt' zei hij iets wat vanwege ruimtegebrek de krant niet heeft gehaald, maar misschien toch aardig is om te melden:

'Je kunt inderdaad zeggen: 'Moet dat nou zo nodig, zo'n naakte vrouw?'. De tijden zijn zoveel preutser geworden. Als je tien jaar geleden langs de Hoornse Plas fietste lag daar half Groningen top-less. Dat is nu echt niet meer zo. Het heeft volgens mij te maken met het gemak waarmee foto's gemaakt en gedeeld worden. Het heeft ook te maken met Facebook waar afbeeldingen wordt verwijderd omdat ze zogenaamd pornografisch zouden zijn. Als je dan die foto's ziet, denk je: je moet wel heel ziek zijn om daarbij aan porno te denken.'

Daarna ging het gesprek voort over de grofstoffelijke trilling en de, eh, dinges.