Wij, de gelukkigste inwoners van Nederland
Straatpoëzie in Zweeloo

Een ander zijn, of jezelf – dat is de vraag

De keuze was: of thuisblijven met De laatste deur van Jeroen Brouwers, of naar het Mega Piraten Festijn in Borger, of naar De advocaat van Toneelgroep Maastricht in Emmen. Het werd het laatste, zaterdag. Ook omdat De advocaat, losjes gebaseerd op de ondergang van advocaat Bram Moszkowicz, is geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer, wiens literaire arbeid ik zo'n beetje probeer te volgen.

De advocaat Toneelgroep Maastricht
Daarbij bood het gelegenheid te controleren of het al wat wordt met het terugwinnen van het theaterpubliek in Emmen. Volgens Jacques J. d'Ancona was het in De Muzeval minder en minder geworden, volgens Jan Geert Vierkant moest in het Atlas alles opnieuw worden opgebouwd. Ik telde zaterdag zestig bezoekers in de Rabozaal, ongeveer net zoveel als in november toen Het Nationale Toneel de Dagblad van het Noordenzaal bespeelde.

Toneelgroep Maastricht verdiende meer, want De advocaat  bleek een voortreffelijk stuk. Een geraffineerd Shakespeareaans koningsdrama, over een man die zich gedwongen voelt in de voetsporen van zijn vader te treden en die vader probeert te overtreffen, maar ten onder gaat aan (a) liefde voor mooie dingen waar een prijskaartje aanhangt, zoals luxe en lust en (b) het beeld dat anderen en hijzelf van hemzelf hebben gecreëerd.

Regisseur Michel Sluysman had de kern in diverse lagen verpakt. De advocaat ging ook over de vele waarheden waar we uit kunnen kiezen, waarbij met sommige waarheden meer geld te verdienen valt dan met andere. Wat ik er verder van begreep, ging het over familiedwang, over theaterconventies, over schijn en werkelijkheid, ijdelheid, oprechtheid, identiteit en de oorlog die nooit voorbijgaat.

In de wandelgangen vernam ik dat Pfeijffer een tekst had geschreven met de omvang van een kleine roman. Ik vernam ook dat Toneelgroep Maastricht daar een flink deel van had weggelaten. En nog bleef er voldoende over om ons, het publiek, van 20.00 tot 22.45 uur bezig te houden, slechts onderbroken door een korte pauze met gratis drankje. Meer dan voldoende, een kwartier of misschien een klein half uur minder had ook gemogen.

Het deel na de pauze beviel het beste. Vader Max (Hans Trentelman) is dan net overleden. De formidabele Dries Vanhegen is als miskende broer Mordechai uit de kast gekomen en heeft een stap teruggedaan. Karien Noordhoff blijkt de journaliste die ze beweerde te zijn. Viktor Griffioen, voor wie Pfeijffer zinnen schreef die ook het Het Grote Baggerboek hadden kunnen staan, komt als 'De neus' tot de conclusie dat zijn belangen niet goed worden behartigd.

Eerst mag Porgy Franssen nog als ijsberende gorilla in een grot onderin de rots het slotpleidooi voorbereiden waarmee alles moet worden gered. Daarna mag hij als keizer zonder kleren de conclusie trekken dat de tragedie van zijn voorganger ook zijn tragedie is. De bevrijding komt uiteindelijk als hij definitief van zijn rol is verlost.

Volgens de laatste berichten is de echte Bram Moszkowicz tegenwoordig hoofd juridische zaken van Claim It, een bedrijf dat zich inzet voor vorderingen van reizigers die de dupe zijn van langdurige vertragingen.