En wat is literatuur nog in dit land
2-2-17
Onlangs verscheen De weg naar het binnenland van Tom Verschaffel, het negende en laatste deel van de reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur (GNL). Een bespreking van dat boek staat, deo volente, vrijdag in Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant. In die bespreking maak ik een vergelijking tussen de Nederlandse literatuur zoals die in de achttiende eeuw werd gemaakt in de Zuidelijke Nederlanden en de streektaalliteratuur zoals die nu wordt gemaakt in Drenthe, Friesland en Groningen.
Naast De weg naar het binnenland verscheen vorige maand nog een boek, Ongeziene blikken, waarin Arie Jan Gelderblom en Anne Marie Musschoot als hoofdredacteuren van de GNL-reeks terugblikken op de afgelopen twintig jaar waarin de geschiedenis is vastgelegd. Achtergronden bij achtergronden kunnen heel interessant zijn, vooral als je – zoals ik – een professioneel geïnteresseerde leek bent. Op bladzijde 64 van Ongeziene blikken schrijven Gelderblom en Musschoot dit:
"In onze eerste voorstelling van het project stelden we nadrukkelijk: 'we maken een literatuurgeschiedenis, niet een cultuurgeschiedenis', omdat ervan uitgingen dat de literaire tekst centraal zou blijven staan, zowel in de GBL als in de academische praktijk. Intussen is op veel plaatsen in de wereld de universitaire bestudering van literatuur ondergebracht op een andere plaats dan voorheen: niet meer bij traditionele taal- en letterkunde studies, maar bij cultural studies of bij afdelingen taal en cultuur."
En iets verderop:
"Zeker is dat deze wetenschappelijke accentverschuiving van literatuur naar cultuur een algemeen verschijnsel weerspiegelt. De literatuur is haar centrale maatschappelijke positie kwijt. In het openbare debat had ze rond 1960 nog een belangrijke functie, maar die tijd is voorgoed voorbij. Huidige lezers beschouwen kennis van boeken en het hebben van literaire belangstelling niet meer als eigenschappen waarmee ze zich kunnen onderscheiden. Een brede algemene culturele interesse lijkt ervoor in de plaats te zijn gekomen, waarbij literatuur wellicht een andere functie krijgt of op andere manieren wordt ingezet."