« december 2016 | Hoofdmenu | februari 2017 »
Een van de meest obscure, maar fijne platen in mijn vinyl-collectie is The experiment van Dtox, een 12". Ik kocht 'm ergens in 1993 of 1994 in een tijdelijke platenwinkel aan de Steenstraat in Arnhem waar een grote voorraad Britse dance van de hand werd gedaan: vijf voor twintig gulden. Ik kwam thuis met werk van labels als DeConstruction, Talkin' Loud, Mute en Rhythm King. Van de groep, producer of artiest Dtox had ik niet eerder gehoord.
Hoewel de hoes 'science-fantasy rave-pop' belooft, staat Dtox voor techno in de geest van 808 State, maar dan minder gestructureerd en schijnbaar eenvoudiger: drumcomputers, een paar bas- en keyboard-lijnen, samples van dreigende mannenstemmen uit films - 'just an experiment'. Alles repeterend in loops vol gezoem, gebonk, geschuur en gebliep.
Aanvankelijk lijkt The experiment helemaal niks: ongeschikt voor de radio, te grillig voor de dancevloer. Het aantal beats per minuut is laag. Geformuleerd in de geest van die tijd: het nummer is meer iets voor in de chill-out room tijdens een after party als iedereen te wappie is om te luisteren, er van uitgaande dat bezoekers van een rave de avond luisterend beginnen alvorens het hakken losgaat.
Maar dan, na drie en halve minuut vage rarigheid, gebeurt er iets. Het ongemakkelijke ritme krijgt gezelschap van een mysterieuze melodie. De mannenstemmen worden vervangen door die van een vrouw met de klankkleur van Corinne Drewery, beter bekend als 'zij van Swing Out Sister'. Geduld, nieuwsgierigheid en doorzettingsvermogenb leveren een prachtig muzikaal moment op: de mist maakt even plaats voor een vlag van verlossende helderheid, noem het een openbaring.
Wat de vrouw zingt, weet ik niet. Ze heeft het over misery, searching, thinking about yourself en living my own life, samenhangend klinkt het niet. Misschien is het een flarf. Het gaat over vroeger en verlangen en schoonheid en dromen - dat kan ik er nog net uit oppikken.
Het is echter niet Drewery die op The experiment zingt. Maar wie is het wel? Iemand met zo'n stem die daarna in de vergetelheid verdwijnt, het zou niet moeten mogen. Of een producer die zoiets bedenkt, deze botsing tussen lelijkheid en schoonheid, die moet toch meer hebben gemaakt dan een obscure 12".
De hoes vertelt weinig tot niets. Het nummer zou zijn opgenomen in het voorjaar van 1991 in York. Als er al sprake is van een platenlabel, dan zou dat Cui Bono op de tweede verdieping aan Church Street in Manchester moeten zijn. Het catalogusnummer is CUIT2.
In de tijd dat ik de plaat kocht, was er nog geen internet voor de kleine man. Voor informatie was ik aangewezen op de papieren wereld van de Britse muziekpers en daar repte destijds niemand over Dtox. Nee, E heette goed. Nu internet wel tot mijn beschikking staat, word ik weinig slimmer. Van de producer, Mike Johnson, geen spoor. Ook de damesnamen die achterop de hoes worden vermeld, Tina Simmons en Marie Keaveney, laten zich niet in verband brengen met The experiment, laat staan met Dtox.
Het platenlabel heeft nadien nooit meer iets uitgebracht, vermoed ik. Wat ik heb kunnen achterhalen is dat de naam van het label slim is bedacht. Cui bono blijkt ontleend aan een uitspraak van Cicero. Naar het Nederlands: 'Wie haalt er voordeel uit?'
Voor wie denkt dat hij of zij niets met poëzie heeft, is het doel van de Week van de Poëzie simpel: luister eens naar een dichter, zie hoe zij of hij voordraagt. Dat kan volop, zeker in Groningen, poëziehoofdstad van Noord-Nederland. Daarna mag een dichtbundel worden gekocht. Of een boek óver poëzie, ook goed. Hieronder vijf tips:
1. Olijven moet je leren lezen – Ellen Deckwitz. Een cursus genieten van poëzie. In drieëntwintig opbeurende stukken helpt dame Ellen Deckwitz haar lezers op weg bij het begrijpen en waarderen van poëzie. Begrijpen? Vaak is dat helemaal niet nodig. Alles begint met onbekommerd lezen. Vergeet bij aanschaf niet een gratis exemplaar van Jules Deelders Rotterdamse kost mee te pikken.
2. Voor de liefste onbekende – Ingmar Heytze. Heytze is als de buurjongen een paar huizen verderop die 's nachts met zijn fiets door de straat rijdt, die voorbij komt net op het moment dat jij dacht in te slapen, die je dwingt te luisteren naar het gerammel van zijn spatbord en het knarsen van zijn roestige ketting. Waar leeft zo'n jongen eigenlijk voor? Waar liggen we straks wakker van?
3. Tjielp tjielp – Jan Hanlo. Werk van de ideale dichter, gekozen door Guus Middag. Instapmodel voor alle leeftijden, beginners en gevorderden. Lees om te beginnen de tweede strofe van Hond met bijnaam Knak: 'Hij was een hond/ Zijn naam was Knak/ Maar in zijn hondenlichaam stak/ Een beste ziel/ Een verre tak/ Een oud verbond/ God, zegen Knak.' Lees daarna alles. En huil af en toe een beetje.
4. De 100 beste gedichten voor de VSB Poëzieprijs 2017. Gekozen door architect Francine Houben, al is dat minder belangrijk dan dat dit overzicht kan dienen als aflaat. In één klap ben je helemaal bij. Alle genomineerden voor de VSB Poëzieprijs zijn vertegenwoordigd: Rodaan Al Galidi, Hannah van Binsbergen, Ruth Lasters, Delphine Lecompte en Nachoem M.Wijnberg. Plus Frank Keizer er anderen.
5. Wat helpt is een wonder – Anne Vegter. De erfenis van de vertrekkend Dichter des Vaderlands omvat 43 gedichten over alles wat de afgelopen jaren belangrijk was: MH17, het koningschap, de aardbevingen, de vluchtelingencrisis, Sinterklaas, terrorisme, de dood van Cruijff etc. Kortom, poëzie over ons gezamenlijk leven. Geschreven tegen de versimpeling, als omarming van het vreemde.
Een van de meeste bijzondere uitgaven ter gelegenheid van de Week van de Poëzie komt uit Vlaanderen en is getiteld Wereld van de poëzie in kaart. Het land van Music-Hall. 1: 300.000. Auteurs achter dit product van uitgeverij Polis zijn dichter-schrijver Peter Holvoet-Hanssen & Brecht Evens.
Wereld van de Poëzie in kaart kan gezien worden als opvolger van de Gedichtendagessays die verschenen onder de vlag van het Vlaams Fonds voor de Letteren, boekjes van het formaat Poëziegeschenk geschreven door Paul Bogaert (2008), Luuk Gruwez (2009), Charles Ducal (2010), Jan Lauwereyns (2011) en Erik Spinoy (2012).
Na een paar jaar stilte keert het fonds terug met het begin van wat een nieuwe traditie moet worden: een uitgave met enerzijds een enthousiasmerende tekst van een dichter over poëzie en anderzijds een visie van een illustrator op die tekst.
Peter Holvoet-Hanssen liet zich door zijn grote held Paul van Ostaijen inspireren tot een ‘sporentocht’ en drie ‘hink-stap-sprongen’ die de lezer ‘in vervoering moet brengen, maar ook tot nadenken stemt’. Brecht Evens verbeeldde het bijbehorende landschap in de vorm van een antieke wereldkaart vol verwijzingen naar het wereldwijde literaire erfgoed.
De kaart van Holvoet-Hanssen en Evens vormt de opmaat van een digitaal project dat op 21 maart wordt gelanceerd op paukeslag.org, platform voor levend poëzie-erfgoed met tekst-, beeld- en geluidsmateriaal.
Hier links naast het toetsenbord ligt een exemplaar van Rotterdamse kost, het door Jules Deelder geschreven Poëziegeschenk. Vergeleken met het geschenk van vorig jaar, Neem en lees van Stefan Hertmans, is het een extreem sober boekje. Dat zit in de cover, waarvoor beeldend kunstenaar Annemarie Fok, zich naar verluidt liet inspireren door de Rotterdamse vlag, maar het zit vooral in de gedichten.
Dat Deelder van de kale taal is, wisten we al. In Rotterdamse kost is de taal zelfs schraal, wat net even verder gaat. Wie op een exquise maaltijd hoopt, kan zijn heil beter elders zoeken. Deelder schotelt de lezer een hap voor die alleen nog wordt verkocht in door Chinezen gerunde snackbars: effectieve vettigheid, waarbij het niet om luxe en smaaksensaties, maar om de snelle bevrediging gaat:
Knagen kanen
hooien grazen
schaften makken
pruimen prakken
bunkeren bikken
happen slikken
haggelen snaaien
lossen en laaien
Rotterdammers
doen het gaarne
zolang het maar
géén tafelen wordt
Rotterdamse kost is gedurende de Poëzieweek gratis in de boekhandel bij aankoop van €12,50 aan poëzie-uitgaven. Deelder reist van 24 januari tot en met 1 februari met zijn geschenk door Nederland en België. Donderdag is hij aanwezig bij de uitreiking van de VSB Poëzieprijs in het Grand Theatre in Groningen.
Ter voorbereiding op de Week van de Poëzie lees ik Waarom we poëzie haten, een door Atlas Contact uitgegeven essay van Ben Lerner. Ik had nog nooit van Lerner gehoord, dus ook niets van hem gelezen. Volgens de achterflaptekstenproducent heeft hij 'twee van de meest baanbrekende romans van de afgelopen jaren geschreven'. Blijkens de cover is zijn essay ook volgens Ellen Deckwitz de moeite waard. Ze noemt het in een blurp 'Scherp, persoonlijk en erudiet.'
Ik denk dat Lerner een Amerikaan is, ik zou het moeten opzoeken, maar wil niet; ik heb slechte ervaringen met dingen opzoeken, terwijl ik probeer te lezen. Ik leid het Amerikaan-zijn af van de eerste zin: 'In het eerste jaar op Topeka High School moesten we voor Engels van mevrouw x een gedicht uit ons hoofd leren en daarom ging ik naar de schoolbibliothecaresse en vroeg ik wat het kortste gedicht was dat zij kende, en zij suggereerde 'Poëzie' van Marianne Moore."
Lerner schrijft bij vlagen provocerend: 'Poëzie: welke kunstvorm gaat er al bij voorbaat van uit dat het publiek er niet van houdt en welk soort kunstenaar sluit zich daarbij aan, juicht die afkeer zelfs toe? Een kunstvorm die vanbinnen en vanbuiten wordt gehaat. Bij welke kunstvorm is volkomen minachting een voorwaarde voor haar potentialiteit? En dan nog: zelfs als je poëzie minachtend leest, bereik je het authentieke niet.'
Volgens mij ziet Lerner dit verkeerd, al kan het zijn dat in de Verenigde Staten het cultureel klimaat vanwege de zucht naar geld veel ellendiger is dan hier, in Nederland. Ja, dat zal het zijn. Poëzie wordt volgens mij in Nederland helemaal niet vanbinnen en vanbuiten gehaat. Er wordt hooguit schouderophalend over gedaan, en dat is omdat het weinig wordt gelezen, en dat is omdat het nogal wat tijd vergt. Dichters staan hier op een voetstuk, wat heel goed kan als je niet wordt gelezen.
Lerner mag ook graag deskundig doen, waar niets op tegen is, maar het lezen van zijn essay tot een wiskundeoefening maakt: 'Persoonlijk heb ik Keats' eufonie nooit zo sterk gevonden als Emily Dickinsons dissonantie. Volgens mij komt dat doordat ik door Dickinsons niet-beklemtoonde metra en 'scheef' rijm zowel een extreme dissonantie ervaar (maar bij Dickinson is het griezelig en beheerst, in tegenstelling tot bij McGonagall), als een virtuoos reiken naar de 'sfeeren-muziek'.
Ik vergeef het 'm, omdat de strekking van zijn essay (of beter: wat ik er van begrijp) mij aanstaat. In het kort en vrij vertaald komt het er op neer dat poëzie volgens Lerner het onmogelijke nastreeft, dat het een poging is middels taal iets te zeggen en dat de dichter, terwijl hij zo zijn best doet, tussen de regels door moet toegeven dat het hem niet lukt dat te zeggen wat hij wil zeggen. Het leven is een streven, dus ook de poëzie. En het vergt iets om falen toe te geven.
Tot slot nog een citaat: 'Poëzie is een woord voor een soort waarde die geen enkel specifiek gedicht kan verwezenlijken: de waarde van personen, de waarde van een menselijke bezigheid die zich voorbij de scheidslijn arbeid/ontspanning bevindt, een waarde die nog niet, of niet meer met een prijs kan worden uitgedrukt. Daarom kan het haten van gedichten zowel een manier zijn om op negatieve wijze uitdrukking te geven aan de poëzie als ideaal (…) als een defensieve woede jegens de suggestie dat een andere wereld en een andere waardeschaal mogelijk zouden kunnen zijn.'
Van diverse kanten werd ik verleid tot een bezoek aan een tentoonstelling met werk van de vormgevers Albert Rademaker en Flip Drukker in de DSG -galerie in Assen. Eerst liet ik de beker voorbij gaan. Sommige verleidingen moet je proberen te weerstaan. Uiteindelijk kon ik het toch niet laten. Onderstaand stuk stond eerder in Dagblad van het Noorden:
In zijn toespraak bij de opening van de tentoonstelling Drukwerk zonder werkdruk memoreerde schilder en tekenaar Sam Drukker, broer van exposant Flip, dat grafisch vormgevers er prat op gaan dat ze geen aandacht krijgen. Dat zou zomaar kunnen kloppen. Veel exposities met werk van grafisch vormgevers zijn er niet. Maar daar staat tegenover dat vormgevers opdrachten krijgen. Iets waar de meeste kunstschilders van kunnen dromen.
Albert Rademaker en Flip Drukker hebben niets klagen. Want: de AOW-leeftijd veilig bereikt, nog altijd bezig met ‘het vak’ en daarbij ook nog eens actief als vrij kunstenaar. Flip vooral: hij doet aan assemblagekunst in de geest van Marcel Duchamp en de dadaïsten. Albert heeft eveneens een neiging het platte vlak te verlaten. Ook die kant laten de twee zien in de galerie van het Drents Schildersgenootschap.
De nadruk in de DSG-toonzaal ligt echter op het grafische werk. Het is gemaakt in opdracht of uit vrije wil – die twee hoeven elkaar niet uit te sluiten. Bij beide kunstenaars valt een grote maatschappelijke betrokkenheid op. Vooral als het om natuur en landschap gaat, zoals bij boeken, affiches en banieren voor De onlanden (Drukker), De Veenkoloniën (Rademaker) of het Oranjekanaal (alle twee).
Ze hebben nog meer gemeen. De leeftijd bijvoorbeeld, beide behoren tot de babyboomers. En het geografische werkterrein: het Noorden. Het heeft ongetwijfeld met overleg voor de keuze van werken te maken: zowel Rademaker (1946) als Drukker (1949) laat affiches zien die zijn ontworpen voor Verkuno, de kunstenaarsvereniging in de gemeente Noordenveld, daar waar ze hun verwanten vinden.
Er zijn ook verschillen die in het oog springen. Waar het werk van Drukker meer naar anarchisme neigt – wilder is, minder conventioneel – is dat van Rademakers taliger en strakker, op het constructivistische af. Drukker houdt van krommingen en meanderende lijnen. Rademaker van vierkant en letters.
De een, Drukker, lijkt op de eerste plaats een dwarse werker. De ander, Rademaker, een dwarse denker. De een zet een aardbei op een geboortekaart en doet aan logo’s, zoals van het Schildersgenootschap. De ander verstuurt een nieuwjaarskaart waarin tekst en vorm en wens en moraal samenvallen en doet aan slogans: NEEM. NAM. GENOMEN.
Wat oppervlakkig gezien twee werelden lijken, blijkt in Assen uitstekend samen te gaan. Sterker, het vloeit na werkoverleg soms in elkaar over. Let daarvoor op de doordachte opbouw van deze tentoonstelling en volg de looplijnen. Linksaf voor Rademaker, rechtsaf voor Drukker. De ontmoeting is aan de overkant, daar waar ze elkaar en ons een hand geven.
De tentoonstelling ‘Drukwerk zonder werkdruk’ is tot en met 25/2 te zien in Galerie DSG in warenhuis Vanderveen in Assen.
Aan avonden met Drentse artiesten geen gebrek. Zie ook straks weer het Mega Piraten Festijn in Borger. Maar als het Atlas Theater in Emmen besluit een Drentse Artiestenavond te programmeren, wordt het interessant. Niet alleen omdat tijdens die avond Drentse artiesten met een nationale impact op- en afdraven: Mooi Wark, Jannes en René Karst.
Het interessante heeft ook te maken met een uitspraak van de exploitant van het Atlas, Frankwin van Beers, twee jaar vóór de officiële opening van het theater in Emmen. Destijds baarde Van Beers opzien met zijn idee over de beoogde manier van programmeren: "De cultuur is wat Emmen leuk vindt, niet omgekeerd. Als het publiek Jannes wil, komt Jannes. De Emmenaar bepaalt.’"
Er is sindsdien veel gebeurd en ook veranderd, maar van een volksraadpleging in Emmen om de theaterprogrammering te vervolmaken is het nooit gekomen. Dat het fenomeen Jannes afgelopen vrijdag alsnog in het Atlas stond – hij had er zelfs een nieuw jasje voor aangeschaft – kan dan ook worden gezien als een poging van het theater iets te bewijzen.
Maar wat?
Vanuit het idee dat een concept geen kwaad kan, had de avond best ‘Mooi Wark presenteert’ mogen heten. Bassist William Bossong fungeerde vrijdag als gastheer voor publiek en collega’s. Hij deed dat ontwapenend, met een groot inlevingsvermogen, grappige ingevingen, zelfspot en opmerkelijke uitspraken. Zoals deze: ‘Voor een reactionair is elke vorm van denken progressief.’
Afgezien van de bijdragen van Mooi Wark zelf en van René Karst, schrijver van voortreffelijke meezingliedjes, viel het programma artistiek niet mee. Robin Mink bleek een energiek cover-artiest. Erik van Klinken probeerde het publiek tot patriottisme te verleiden met nieuwe autochtone teksten op oude allochtonen melodieën (‘wie is er hier trots op ons landje?’). De stem van Silvia swart werd gesmoord door een te luid afgespeelde audiotape.
En zo keerde gedurende het optreden van Jannes de vraag terug wat de Atlas-directie nu met deze ‘eigen productie’ dacht toe te voegen. Een decor was vergeten, afgezien van het Mooi Wark-spandoek was er helemaal geen aankleding. In plaats daarvan snorden de geluidsbanden en stonden de stoelen tijdens de polonaise hinderlijk in de weg. Alle inspanningen ten spijt deden de Drentse artiesten weinig anders dan wat ze al jaren buiten het theater ook doen.
Dat is: een sfeer van volkse gezelligheid creëren waarbinnen iedereen gelijkwaardig is – of je nu het Syndroom van Down hebt of cultuurredacteur pretendeert te zijn. Op verzoek gingen ‘die handjes’ veelvuldig de lucht in. De bereidheid om mee te klappen bleek enorm. Er werd volop meegezongen, vooral met Jannes, die een en al vriendelijkheid en toegeeflijkheid uitstraalde. En prima bij stem bleek: ‘Ik wou dat ik kon zweven op de wind/ Ver weg naar het paradijs, blij als een kind.’
De finale van deze artiestenavond deed denken aan het jaarlijkse GigaG-festival in Pesse voor jongeren met een beperking. Rond middernacht keerden Bossong en Mooi Wark terug op het podium voor een afsluitende set. Die tot hilariteit in de zaal even later werd gekaapt door twee jongens en een meisje, alledrie gehandicapt, maar in staat tot uitbundig genieten. Een aandoenlijk hoogtepunt.
Gebeurtenis: Drentse Artiestenavond Met: Mooi Wark, Silvia Swart, René Karst, Erik van Klinken, Robin Mink en Jannes Presentatie: William Bossong Gezien: 20/1 Atlas Theater Emmen Publiek: 500
Woensdag 25 januari
GRONINGEN Bibliotheek Oude Boteringestraat, 16.30 uur: Kasper Peters zwaait af.
HAREN Galerie Aanblick Kromme Elleboog 52, 20.00 uur: Poëzie in de galerie.
Donderdag 26 januari
GRONINGEN HEMA, 9.00 uur: Ontbijtpoëzie met Esmé van den Boom.
GRONINGEN Bibliotheek Oude Boteringestraat 12.30: 'Naked Lunch' met Elmar Kuiper en Rense Sinkgraven.
GRONINGEN Diverse cafetaria’s, 13.00 – 17.00 uur: 'Patatpoëten' met Rik Andreae, Chris van Boetzelaer, Emma Bos, Trudy Dijkshoorn, Sylvia Dragtstra, Trix Giebels, Karlien ter Haar, Jacco Hage, Paul Janssen, Ânne de Jong, Hassan Golbang Khorasani, Philip Rozema, Hilbrand Vinckers, Frits Visser, Tom Withaar en Lilian Zielstra.
GRONINGEN Stadhuis nieuwe raadzaal, 15.00 uur: Anna van der Laan, Anneke Wasscher, Atze van Wieren, Liesbeth Cavé, Nina Werkman en Yde van Reide.
GRONINGEN Boekhandel Godert Walter, 19.00 uur: Aly Freije, Willem Tjebbe Oostenbrink en Jan Siebo Uffen. Muziek: Krödde.
GRONINGEN Grand Theatre, 20.00 uur: Uitreiking VSB Poëzieprijs met Hannah van Binsbergen, Rodaan Al Galidi, Ruth Lasters, Delphine Lecompte, Nachoem M. Wijnberg en Jules Deelder.
LEEK De Balkhoeve, 19.30 uur: Rudolph de Ponti, Wouter van Schie, Sanja Simunic, Elze Schollema en Dick Guillot, Sylvia Huberts, Atze van Wieren, Verena op ten Noort, Victoria Rojas Milesi, Epko Bult, Anneke Wasscher, Piet de Vries, Eileen Damstra, Bianca Hazenberg, Willy de Leeuw en leerlingen van De Oldenborg. Muziek: Gebroeders De Jong.
VRIJDAG 27 januari
GRONINGEN HEMA, 9.00 uur: Ontbijtpoëzie met Esmé van den Boom.
GRONINGEN Theater de Kapel, 20.30 uur: Kasper Peters en Richard Nobbe ontvangen.
HAREN Bibliotheek, 16.20 uur: 'Daar komen de stadsdichters' met Bart F.M. Droog, Ronald Ohlsen, Rense Sinkgraven, Anneke Claus, Stefan Nieuwenhuis, Joost Oomen en Kasper Peters.
WINSUM, Bibliotheek, 14.00 uur: 'Daar komen de stadsdichters' met Bart F.M. Droog, Ronald Ohlsen, Rense Sinkgraven, Anneke Claus, Stefan Nieuwenhuis, Joost Oomen en Kasper Peters.
ZUIDHORN Bibliotheek, 15.10 uur: 'Daar komen de stadsdichters' met Bart F.M. Droog, Ronald Ohlsen, Rense Sinkgraven, Anneke Claus, Stefan Nieuwenhuis, Joost Oomen en Kasper Peters.
ZUIDHORN Cultureel Centrum 19.30 uur: Finale Kinderdichterverkiezing.
ZATERDAG 28 januari
DROUWENERMOND De Verrekieker Zuiderdiep 43, 20.00 uur: De Vier Spatiën, Annie Martens, Gerdien Halfman, Marijke van Es. Muziek: Erik Seggers, Lieneke Bolier en Arend Jan Talens.
GRONINGEN HEMA, 9.00 uur: Ontbijtpoëzie met Esmé van den Boom.
GRONINGEN Bibliotheek Oude Boteringestraat, 11.00 uur: 'Dichter in een dag' met Willem-Jan Dijk.
GRONINGEN Bibliotheek Oude Boteringestraat, 14.00 uur: 'Daar komen de stadsdichters' met Bart F.M. Droog, Ronald Ohlsen, Rense Sinkgraven, Anneke Claus, Stefan Nieuwenhuis, Joost Oomen en Kasper Peters.
GRONINGEN Rotonde Groninger Museum, 14.00 uur: Rodin & Poëzie met studenten Schrijversvakschool Groningen en Spoken Word Poets.
GRONINGEN Boekhandel Van der Velde Akerkhof, 14.45 uur: 'Daar komen de stadsdichters' met Bart F.M. Droog, Ronald Ohlsen, Rense Sinkgraven, Anneke Claus, Stefan Nieuwenhuis, Joost Oomen en Kasper Peters.
GRONINGEN Hoofdstation, 15.00 uur: Stationspoëzie met studenten Schrijversvakschool Groningen en Spoken Word Poets.
GRONINGEN Groninger Museum, 15.30 uur: 'Daar komen de stadsdichters' met Bart F.M. Droog, Ronald Ohlsen, Rense Sinkgraven, Anneke Claus, Stefan Nieuwenhuis, Joost Oomen en Kasper Peters.
GRONINGEN Hoofdstation, 16.15 uur: 'Daar komen de stadsdichters' met Bart F.M. Droog, Ronald Ohlsen, Rense Sinkgraven, Anneke Claus, Stefan Nieuwenhuis, Joost Oomen en Kasper Peters.
GRONINGEN Nieuwe Kerk, 19.30 uur: Bekendmaking nieuwe stadsdichter met Jaap Robben, Charlotte Van den Broeck, Esmé van den Boom, Jacco Hage en Emma Bos. Presentatie: Ellen Deckwitz. Muziek: Rico.
Zondag 29 januari
GRONINGEN Boekhandel Van der Velde, 14.00 uur: Boekpresentatie 'Hendrik de Vries. Brieven aan H. Marsman, Roel Houwink en Arthur Lehning, 1922-1939'.
GRONINGEN Café Kult Steentilstraat 36, 15.00 uur: Open podium.
LEEGKERK Kerk, 15.30 uur: Joost Oomen interviewt Tim Hofman.
Maandag 30 januari
GIETEN Bibliotheek, 15.00 uur: Marijke van Es.
GRONINGEN Harmoniegebouw, 11.00 uur: Slotpresentatie Ontbijtpoëzie door Esmé van den Boom.
GRONINGEN Boekhandel Godert Walter, 15.30 uur: Voordrachten uit 'Bij mij op de maan. Russische kindergedichten'.
GRONINGEN Café de Boer Nieuwe Ebbingestraat 117, 20.30 uur: 'Poëzie en drank' met Kasper Peters, Joost Oomen, Lilian Zielstra, Rense Sinkgraven, Egbert Hovenkamp II en Loulou Elisabettie.
Dinsdag 31 januari
ASSEN De Bron Einthovenstraat 28, 22.00 uur: Avond rond 'Wakend over God' – gedichten van Joost Zwagerman met Peter van de Peppel.
GRONINGEN GRID Sint Jansstraat 2, 20.00 uur: Laboratorium de woordenweger, poëzieworkshop olv. Renée Luth.
Woensdag 1 februari
GRONINGEN Bibliotheek Oude Boteringestraat, 12.30 uur: 'Dichter van Geluk' met Ivo de Wijs
GRONINGEN USVA Theater, 19.30 uur: Finale poëziewedstrijd Anekdote.
GRONINGEN Kroeg van Klaas Oosterweg 26, 21.00 uur: Bundelpresentatie 'All Inclusive' van De Dichtclub met André Degen, Fieke Gosselaar, Joost Oomen, Lilian Zielstra, Renée Luth, Rik Andreae, Sylvia Dragtstra, Richard Nobbe, Hubert Klaver, Philip Rozema, Hanne Stegeman en Henrike Vellinga.
Zondag 5 februari
BUNNE De Melkfabriek, 16.00 uur: Theatervoorstelling 'Hier dooft niets' door De Andersons met als gast Sacha Landkroon.