Op de cover van de cultuurbijlage van Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant prijkt vandaag een schilderij van Albert Joseph Moore getiteld Een venus. Het is een vrouw met een six-pack, zoals de Britse kunstenaar ze eind negentiende eeuw graag liet zien. Niet omdat hij vond dat vrouwen met six-packs aantrekkelijk zijn, maar omdat hij op deze manier iets duidelijk kon maken over zijn opvattingen over esthetiek en schoonheid.
Moore (1841 – 1894) behoort net als Lourens Alma-Tadema (1836 – 1912) tot de schilders die in de negentiende eeuw voor hun ideeën over schoonheid teruggrepen op de Klassieke Oudheid, de periode die werd gezien als bron van puurheid en geldt als bakermat van de Westerse beschaving. Aan het feit dat die Oudheid beslist ook minder fraaie kanten kende, werd voorbijgegaan.
In Museum De Buitenplaats in Eelde is deze winter een bescheiden tentoonstelling rond de Engelse kunstschilder te zien. Getoond worden zo'n veertig werken, waaronder een aantal van Moore's tijdgenoten en schilderende familieleden. Ze zijn vrijwel allemaal afkomstig uit Engelse musea en dan vooral de York Art Gallery. Na Eelde reist de tentoonstelling die kant op, naar de geboortestad van Moore.
Moore wordt in Eelde gepresenteerd als een man die de kunst hoger achtte dan commercieel en publiek succes. Volgens zijn biografen sluit zijn levenswandel bij die opstelling aan. Hij zou opvallend verlegen en introvert zijn geweest, wat het zaken doen meestal niet ten goede komt. Hij zou niet geïnteresseerd zijn geweest in aardse zaken en weelde, vandaar ook wellicht dat hij in armoede is gestorven.
Meer in de krant van vandaag en museum De Buitenplaats in Eelde.