Het miniatuurmuseum van Elsbeth van Beilen
That tiny pea (pretty and blue) - Tom America

Daags na Dichters in de Prinsentuin

Na lezing van de door Daniël Dee samengestelde bundel Meesterwerk maar vooral op voorspraak van Tsead Bruinja kocht ik in 2009 het oeuvre van Martin Reints bij elkaar: zijn essays en vooral zijn gedichten.

Kort daarna zag en hoorde ik mijn ontdekking voordragen tijdens 'Schrijvers om de Noord', het door Trudy Kramer en Ger Siks geïnitieerde literair evenement op Schiermonnikoog. Reints viel op door zijn schoenen en een bijna doorzichtige uitstraling, maar vooral door de manier waarop hij, heel precies en perfect getimed formulerend, in zijn gedichten taferelen en handelingen zo isoleerde dat de tijd leek stil te staan.

Martin Reints
Gisteren, tijdens de negentiende editie van festival Dichters in de Prinsentuin, zag ik Martin Reints opnieuw. Eerst achter een microfoon op het theeveld, later in de loofgangen als voordrager, nog later weer als luisteraar aan de rand van het veld. Hij kwam niet zo goed uit de verf als tijdens 'Schrijvers om de Noord'. Hij had last van zijn keel en omgevingsgeluiden. Of ik was doof geworden en had last van te hoog gespannen verwachtingen, dat kan ook, ik wil de schuld niet altijd bij een ander leggen. 

Zijn schoenen getuigden nog steeds van een bewonderenswaardig smaakvol gevoel voor mode, zijn uitstraling was nog doorzichtiger geworden, als die van een lichtvlieg bij daglicht. In zijn nieuwe gedichten, spelend in kantoren, maar ook in en rond de woning en zelfs in een compostbak, leek het leven wederom tot stilstand gekomen.

Ik zocht een moment waarop ik iets tegen hem kon zeggen, naar woorden waarmee iets uitgedrukt kon worden, maar ik kon niets bedenken. Een fan heeft het niet altijd makkelijk.