Verlangen naar meer Drentse cultuurprijzen
Nu ook etalagegedichten in de Notaris Oostingstraat

Over literair toerisme en de dichter als idool

Honings-De-dichter-als-idoolEnige tijd geleden attendeerde Ruben van Gaalen van uitgeverij Prometheus mij op het boek De dichter als idool van Rick Honings. Omdat ik destijds aandacht had besteed aan diens biografie van Bilderdijk, zou dit ook wel eens iets voor mij kunnen zijn. En inderdaad, dat is het.

Een week of twee geleden stuurde uitgeverij kleine Uil een boekje getiteld De wandelstok van Virginia Woolf en andere reisverhalen. Het is een bundeling van stukken waarin verschillende auteurs als literair toerist in de voetsporen treden van, vooral, schrijvers.

Vorige week las ik in De Parelduiker een essay van Gaia van Bruggen over het ‘legioen van Insulinde’, een groep jonge vrouwen die de schrijver Multatuli moest helpen orde op zaken te stellen in Nederlands-Indië. Ik schreef er een aflevering over voor onze rubriek Bijeengelezen met onder meer deze alinea's:

 ‘In de cirkelgang van ons eentonig bestaan viel hij binnen als een meteoor, met zijn stralenkrans van martelaarschap voor de rechten van den Javaan’, citeert Van Bruggen een van zijn bewonderaars. Het brengt de schrijver op het idee zijn fans te vragen zich in te zetten: door zijn ideeën in hun directe omgeving uit te dragen, kon een ‘derde partij’ worden gevormd die voor de uiteindelijke omwenteling zou zorgen.

‘Multatuli had charisma. Met zijn bleekblauwe ogen die konden vlammen en met het opkomen voor onderdrukten had hij een grote aantrekkingskracht, vooral op vrouwen’, schrijft Van Bruggen. ‘Juist in de negentiende eeuw, met zijn diffuse nationaliteiten, zijn politieke oproer en veranderende leefomstandigheden kon de charismatische leider floreren. Napoleon, Bismarck, Langiewicz, Garibaldi, in dit rijtje voelde Multatuli zich thuishoren.’

Vooral na de publicatie van zijn Minnebrieven boden de meisjes zich aan, achterhaalde Van Bruggen. En, o verrassing, Multatuli wilde zijn jonge volgelingen behalve geestelijk ook lichamelijk leiden. Vooral als ze over ‘een vurig gestel’ bleken te beschikken zag hij ‘geen deugd in flauwheid’, bovendien had hij ‘vrijheid’ nodig om zich geïnspireerd te voelen. Hoe het daarna met Nederlands-Indië is gelopen, is bekend.

Nu werk ik aan een stuk waarin al deze elementen bijeenkomen onder de voorlopige titel Een Drent op bezoek bij Borger in Katwijk. Vrijdag in de cultuurbijlage van Dagblad van het Noorden. Deo en Janna Zuiderveld volente.