Wat heb je d'r voor?
- Luxeproblemen, het nieuwe album van Martin Groenewold.
Dat is toch een collega van je?
- Inderdaad. Ik heb jarenlang nauw met hem samengewerkt op de cultuurredactie, daar deed-ie onder meer de popmuziek. Sinds een aantal jaren werkt hij voor de redactie Groningen. Dit is zijn vierde album. Naast zijn werk als journalist maakt hij liedjes. Ik ken niet veel collega's die naast hun werk iets maken. Ze doen liever aan fietsen, restaurants bezoeken en met de hond wandelen.
- Het klinkt braafjes. Het doet mij denken aan de jaren tachtig. En aan de NCRV.
Leuk dat je dat zegt. De jaren tachtig waren muzikaal zeer interessant. Ik moet denken aan What's so funny about love, peace and understanding? van Nick Lowe. Dat is uit de jaren zeventig.
- Nick wie?
De man van Sound of breaking glass. Laat maar zitten. Wat jij braaf noemt, vind ik fascinerend aan Martin Groenewold. De meeste Nederlandstalige zangers doen alsof ze de blues hebben en aan de drank zijn. Of dat ze die handjes willen zien terwijl ze hun bandjes het werk laten doen. Martin Groenewold zingt in zijn liedjes dat-ie gelukkig probeert te zijn met wat hij heeft en dat hij de ellende in de wereld vreselijk vindt.
- Iedereen vindt de ellende in de wereld vreselijk.
Zal best, maar bijna niemand zingt er op zo'n manier over. Martin Groenewold wil cynisch noch naïef zijn, hij is romantisch. Dat kun je NCRV noemen. Ik vind het gedurfd. De teksten van Martin Groenewold komen neer op 1 Korintiërs – 13: 'Zo blijft het dan: geloof, hoop, liefde,- deze drie; maar de grootste van deze is de liefde'.
- Hoorde ik 'm nou zingen 'En jij danst de zuurkool gaar/ En ik zing het toetje klaar'?
Ik geloof het wel ja.
- Belachelijk.
Toch niet belachelijker dan Itsy Bitsy Weenie Yellow Polka Dot Bikini of Chirpy Chirpy Cheep Cheep. Het is popmuziek. Martin Groenewold maakt popmuziek, geen rock-'n-roll. Hij hoeft zich daardoor niet stoer voor te doen. Hij mag zingen dat z'n kinderen lief zijn en dat hij met z'n vrouw wil dansen. Hij wel.
- Die muziek, maakt hij die zelf?
Ik geloof dat hij thuis in Sauwerd een studio heeft waar hij liedjes schrijft en demo's maakt. Die stuurt hij naar een producer in Deventer, Bert Hermelink. En dan sleutelen ze wat. Ze huren een gastmuzikant in. Professionals: Gerard de Braconier, Peter Groot Kormelink, Henk Westbroek, Henk Temmink, Rob Winter. Alles gaat stapje voor stapje en tussen de bedrijven door. Zelf hoes ontwerpen, zelf plugger inhuren, Jacques d'Ancona en Frederique Spigt inschakelen, clipje maken. Klein maar fijn en zo goed mogelijk. Ik vind dit zijn beste album tot nu toe. Hij is opnieuw beter gaan zingen.
- Martin Groenewold máákt muziek, hij ís geen muziek.
Hij is een journalist, vader en echtgenoot. En hij is muzikaal. Hij zal zich niet verliezen in enorme solo's en daar moeilijk bij kijken alsof hij uit Winschoten komt gekropen. Wat hij doet is doordacht. Geen geklieder, geen klodders en flodders. Hij maakt muziek zoals hij stukjes schrijft en eindredactie voert: betrokken tot achter de komma, zorgvuldig voorbij de laatste noot. Nu even stil, nu komt het beste nummer, Voor wie dat geloven wil. Let vooral op dat stukje over John Lennon. Zo groots heeft Martin Groenewold nog nooit geklonken.
- Ben je nou ontroerd, of doe je alsof?
Hooikoorts, denk ik. Is er nog wijn?