Leest 'Verzamelde gedichten' van Erik Menkveld
2-2-16
Zo makkelijk kan het soms gaan: een dichter roept op intrigerende toon een wereld op waarin de lezer iets van zijn gading vindt, noem het herkenning, noem het verwarring, en een onbenoemd verbond wordt gesloten. Met geluk mogen dichter en lezer daarna met elkaar oplopen. Totdat een onzichtbare hand, ineens, andere richtingen wijst: een doodlopende steeg, mos en gladde paadjes
Daags na de bekendmaking van de opvolger van Van Wissen – Nasr behaalde ruim 6000 van de 19.000 stemmen – trof ik Erik Menkveld opnieuw. Hij was vanuit Amsterdam naar Groningen gereisd om op Gedichtendag 2009 een poëzieontbijt bij te wonen. Grauw van een gebrek aan slaap droeg hij in De Oosterpoort het gedicht Inauguratie 44, take 1 voor. Het ging over de inhuldiging van Barack Obama als president van de Verenigde Staten. ,,Geschreven om te laten zien dat ik gelegenheidsgedichten kan schrijven.", zei hij erbij.
De eerste strofe van het gedicht ving een moment waarop Obama aarzelt: 'Alsof hij ons zijn mooiste muziek laat horen/ en aangeslagen zeggen wil: hier, dit moment/ vlucht zijn stem ontredderd in hem weg/ en stokt zijn uitentreuren eed en staat hij/ sprakeloos oog in oog met de wereld.'
In de tweede strofe werd de machtigste man op aarde tot menselijke proporties teruggebracht: 'En in die ene onafzienbare seconde/ glinsteren al de uit zijn hoofd geleerde/ woorden onophaalbaar in zijn diepten/ tussen ander weggezonkens zoals het ogenblik/ waarop hij plotseling klok kon kijken als kind/ of wist: die kant is links en die kant rechts.'
In wat volgde, kreeg de 44ste president de loodzware last van mondiale verwachtingen op de schouders. Hoopvolle woorden, waarin twijfel doorklinkt: 'zal hij iets voor ze kunnen doen/ de doodgoede angstig onwetende/ doorsneespaarders met hun vlaggetjes'. Totdat Obama hulp krijgt: 'en goddank worden hem nu reddingswoorden/ toegeworpen en hijst hij zich haastig weer/ op de steile oever van het ceremonieel.'