DirkJan zit in DvhN even op it hûske
Starend naar het kattenluikje

Ploeterend lezen met Tonnus Oosterhoff en F. Starik

ITonnus Oosterhoff Op de rok van het universumk worstel al enige tijd met Op de rok van het universum, een roman waarin Tonnus Oosterhoff – volgens mij – speelt met de vraag wat een roman zou moeten zijn. Hij strooit pagina's achtereen lukraak met anekdotes, die schijnbaar niets met elkaar te maken lijken te hebben, en weeft tussendoor iets wat in de verte een verhaallijn zou kunnen zijn.

Drie keer ben ik nu in het boek begonnen, en ik kom er maar niet in. Toch wil ik het beslist geen slecht boek noemen. Sterker, ik heb de indruk dat het een heel goed boek is, in de zin van dat Oosterhoff met zijn 'roman' de verwachtingen van de lezer op de proef stelt. Want: steeds als ik denk dat het een bepaalde richt opgaat gaat, gaat het de andere kant op.

Hier geen effectbejag. Of toch eigenlijk wel, maar dan op een volstrekt originele manier. Nergens is houvast. Althans, ik zie het niet. Het is om gek van te worden.

F.Starik StaatMaar ik wil niet opgeven, al was het alleen maar omdat achter de schijnbaar losse zinnen complete verhalen schuil gaan, bizar, hilarisch, gruwelijk en vertederend. Maar ook omdat ik het sterke vermoeden heb, dat het ploeterend lezen uiteindelijk wordt beloond met het zeldzame gevoel iets bijzonders te hebben volbracht, een unieke roman te hebben gelezen.

Ter afwisseling lees ik Staat, de nieuwe dichtbundel van F. Starik. Waarbij ik mij voortdurend afvraag of F. Starik wel gedichten heeft geschreven. En daarna begin ik te tobben over wat gedichten dan zouden moeten zijn, wat poëzie is en wat F. Starik vervolgens met zijn stukken wil, welk doel hij probeert te bereken en wat ik, als lezer, daar dan weer mee moet aanvangen.

Kortom, het is hier volop herfst.