Laatste kans: Dichter in één dag in Emmen
Bericht uit de Culturele Drentse Gemeente

De artistieke waarde van kunst en cultuur in Drenthe

Opvallend stukje vandaag in de Drentse editie van Dagblad van het Noorden onder de kop 'Drentse kunst uit beeld bij Den Haag'. In het artikel van statenverslaggever Jaap Kiers bedelt gedeputeerde Ard van der Tuuk om meer rijksgeld voor kunst en cultuur in Drenthe.

Kiers Van der Tuuk

Zo op het eerste gezicht is dat niet bijzonder – het is hun werk, daar worden ze voor betaald, uit verschillende bronnen. Van der Tuuk komt op voor de Drentse belangen. Kiers schrijft het op. Het lastige is dat zowel gedeputeerde als verslaggever suggereert dat culturele instellingen in Drenthe géén cultuurgeld van het rijk krijgen.

De werkelijkheid is anders, af en toe veel saaier zelfs. Er bestaan bijvoorbeeld verschillende landelijke stimuleringsregelingen voor cultuureducatie en -participatie die ook op Drenthe van toepassing zijn. Soms zelfs met voorrang, omdat het in het overzichtelijke Drenthe zo fijn oefenen is. Gekleurd grijs is zo'n project.

Daarnaast krijgt locatietheatergezelschap PeerGrouP uit Donderen geld. Dat gaat via de omweg van het door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ingestelde én gefinancierde fonds voor Podiumkunsten. Gezelschappen en festivals – dus ook Festivalderaa – kunnen met hun aanvraag bij dit fonds aankloppen. Vervolgens wordt in Den Haag gekeken of hun aanvraag aan de eisen voldoet, waarbij extra wordt gelet op de artistieke visie en werkwijze.

Er is in Drenthe - blijkbaar - maar een instelling die aan de eisen voldoet: PeerGrouP. Niet dat de andere Drentse instellingen slecht functioneren of zelfs maar wat aanrommelen, 'probleem' is dat ze al vele jaren – blijkbaar – artistiek te weinig toevoegen aan wat er elders al is. Dat laatste is ook de reden waarom Drenthe niet vertegenwoordigd is in de regeling van de Basis Infrastructuur (BIS), de verzameling kroonjuwelen van het Rijk.

Het geeft te denken dat het Gevangenismuseum in Veenhuizen door het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gefinancierd en dat Herinneringscentrum Kamp Westerbork in Hooghalen geld krijgt van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dat is niet alleen historisch-organisatorisch zo gegroeid, dat is ook omdat deze 'parels' geen kunstzinnig doel dienen.

Het geeft nog meer te denken dat het woord 'artistiek' niet in het vocabulaire van Van der Tuuk voorkomt. Het is zelfs veelzeggend dat de gedeputeerde expliciet op drie Drentse musea wijst die meer dan honderdduizend bezoekers per jaar trekken. En daar meteen bij zegt dat veel van die mensen van buiten de provincie komen en soms ook een nachtje blijven slapen. Oftewel: de waarde van onze musea is vooral toeristisch-economisch.

Zolang kunst en cultuur in Drenthe a priori worden gezien als 'goed voor de economie' zal op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, noch bij de cultuurfondsen, iemand zich geroepen voelen de Drentse kunst en cultuur extra te ondersteunen. Misschien is dat terecht. Wie kunst en cultuur vooral wil zien als instrumenten om geld mee te verdienen kan zich beter elders vervoegen. Bij het ministerie van Economische Zaken bijvoorbeeld.