« juli 2015 | Hoofdmenu | september 2015 »
Je hoort en leest ook wel eens dat internet en de verzamelde sociale media een zegen zijn voor het mensdom. Dat het onze helpende handjes nader tot elkaar brengt. Hierbij de proef op de som. Wij bidden tot het netwerk: 'O, bezorg onze dochter een kamer in Den Haag voor maximaal 500 euro per maand. Inclusief.'
Wat wij bieden is zorgvuldige bewoning door een jonge, zelfstandige vrouw die niet van vuiligheid en herrie houdt, die op orde en overzicht is gesteld. In veel geïnteresseerd en beleefd. Nooit te beroerd om iets voor een ander te doen, maar op een gegeven moment weer graag op zichzelf wil zijn. In haar eigen ruimte, bij voorkeur met eigen keuken en douche.
Als zoveel luxe niet meteen mogelijk is, nou, dan niet – nood breekt weet. Ze staat voor veel open, dat hebben achttienjarigen. Dus ook voor een hospita.
Dat die dochter nu ineens om een kamer in Den Haag verlegen zit, is een heel verhaal. Laten we het er op houden dat ze zich eerst op elders heeft gericht, zonder resultaat. En vervolgens op het laatste moment, vorige week, vernam dat ze was toegelaten tot de internationale afdeling van het of de MEM, een HBO-managementopleiding van hogeschool In Holland gericht op de creatieve industrie.
Afgelopen week was de introductie en maandag beginnen ze daar voor het eggie, zoals ze in sommige delen van de Randstad schijnen te zeggen. Wat betekent dat dochter zonder kamer dagelijks 2,5 uur heen en 2,5 uur terug in de trein zou moeten zitten. Een behoorlijke reistijd, zeg maar gerust nauwelijks te doen.
(Je begrijpt niet altijd waarom mensen zover verwijderd van Drenthe willen wonen, onder de waterspiegel nota ben, vermeend veilig achter duinen.)
Wie iets weet, iets fatsoenlijks, geen bezemhok of lekkende kelder, die meldde zich. En zal daar geen spijt van krijgen. Bruikbare tips geen bewaar: woestenledig[at]home.nl. Doorsturen mag ook. Het is voor ons al moeilijk genoeg.
Mensen vragen mij wel eens: werken bij de krant, dat is toch zeer hectisch, iedere dag? Waarop ik met hoogrode konen en vlekken in de nek - geen tijd, geen tijd - jakkerig verklaar dat werken bij de krant veel meer is dan dat. Want: ook enerverend, dynamisch, stressvol, leerzaam, hilarisch, ellendig, aangrijpend, spannend, kortom, iedere dag weer anders.
We hebben overwogen, zoekend naar een nieuw verdienmodel, een webcam op de centrale redactie in Groningen op te hangen. Zodat het publiek, tegen betaling, live en direct kan meekrijgen hoe het er in werkelijkheid aan toegaat op een plek in Het Noorden waar alles lijkt samen te komen. Het goede en het kwade. Het begin en het einde.
De kijker zou dan thuis op de bank, bijvoorbeeld, zien hoe de meest grillige nieuwsstromen in de kolommen worden geleid door chef Alfred Meester. Hoe Eric Nederkoorn uit de krochten van de culturele samenleving ongewone nieuwtjes opdiept. Hoe Job van Schaik deze nieuwtjes in een historisch perspectief weet te plaatsen. Hoe Marijke Brouwer over de redactievloer zwiert, alsof zij daarvoor is aangenomen. En Frank von Hebel de misstanden in de wereld tot begrijpelijke en leesbare proporties weet terug te brengen.
Diezelfde kijker zou vervolgens met verbazing gadeslaan hoe, een stukje verderop op de redactievloer, mensen als Theo Zandstra, Gerda Douma en John Gjaltema mysterieus zwijgend achter hun computers zitten. En zich afvragen wat zij daar precies aan het doen zijn, zo zonder paniekgedrag en bijbehorend wapperende jaspanden. Nu we toch onder ons zijn kan ik verklappen dat zij - onder veel meer - de Vrijdag maken, de wekelijkse cultuurbijlage, de parel van de uitgeverij.
Met daarin deze week, naast de column van Jean Pierre Rawie, een vraaggesprek met Hans Teeuwen, drie bands uit respectievelijk Oosterhesselen, Leeuwarden en Groningen die zaterdag De Melkweg te Amsterdam willen wakker schudden, boek- en filmrecensies, aflevering 1077 van Eric Bos' rubriek Visualia, een interview met fotograaf Barbara Klemm. En nog heel veel meer.
Vrijdag ligt Vrijdag, samen met de rest van de krant, voor 1 euro 75 in de kiosken. Dat is geen geld, inderdaad. Maar het is een verdienmodel dat nog lang niet versleten is.
Uitgeverij Cossee stuurde De voddenkoningin van Saskia Goldschmidt, een schrijfster waar ik meer over dan van gelezen heb. Vooral haar roman De hormoonfabriek uit 2012 schijnt veel los te hebben gemaakt, met vertalingen tot in het Turks aan toe, een nominatie voor de Libris en een plan voor een verfilming. Dagblad van het Noorden deelde destijds drie sterren aan het boek uit.
Nieuwsgierig geworden – ook door de cover van Irwan Droog, de boeken van Cossee hebben vaak goede omslagen – besloot ik het te proberen met Goldschmidt. Afgelopen zondag nam ik plaats in een tuinstoel onder de appelboom alhier en sloeg ik de roman open. Het eerste wat ik zag, was een motto ontleend aan Sylvia Plath: 'I am inhabited by a cry. Nightly it flaps out. Looking with its hooks, for something to love'.
Wat zou ermee worden bedoeld?
De voddenkoningin bleek het verhaal van een vrouw, Koko, met een uitzonderlijk goed oog voor wat andere vrouwen aantrekkelijk vinden aan tweedehands kleding: 'Van mens in merk veranderen gaat geleidelijk. Ik scharrelde eerst op het plein en later in mijn winkel en op een dag was ik een spraakmakende brand, Koko's, koningin van de tweedehands glamour, bekend in Milaan, Parijs en al die andere plaatsen waar modekoningen regeren.'
Twee alinea's later was de droom alweer voorbij: 'Opeens is Koko's niet meer dan een leeggeroofd koninkrijk. Ze hebben ieder jurkje, ieder dierbaar lapje broderie anglaise, elk stukje wilde zijde van me afgenomen. Mijn winkelruit wordt ontsierd door een groot bord TE KOOP. Dat zal er niet lang hangen, de straat waar ik dertig jaar geleden begon is tegenwoordig de perfectie locatie, gewild bij de grote modeketens.'
Toen was ik nog maar op bladzijde tien, 367 bladzijden verwijderd van het dankwoord.
In De voddenkoningin beschrijft Goldschmidt de opkomst en ondergang van een Nederlandse zakenvrouw. Ze doet dat met veel flair en detail, uitgesmeerd over vijf decennia waarin – niet toevallig – ook het Nederlandse winkelbedrijf opkomt en ten ondergaat. Waarin schaalvergroting een rol speelt, smaak verandert en kwaliteit uit het oog wordt verloren. Waarin de wereld te groot wordt voor nijvere werkers uit Holland.
Gezeten in mijn tuinstoel moest ik een paar keer denken aan Vertrouwd voordelig van Peter Middendorp, ook een roman waarin het midden- en kleinbedrijf als decor fungeert. Net als in Vertrouwd voordelig maakt de hoofdpersoon in De voddenkoningin nauwelijks een ontwikkeling door. Hooguit is er, tamelijk plotseling, sprake van een inzicht. Bij Middendorp is dat de ontdekking van het schrijven, bij Goldschmidt is het de ontdekking van een fiasco.
Ik moest ook aan Vertrouwd voordelig denken omdat die roman compleet anders geschreven is. Waar Middendorp een vileine stijl hanteert, is die van Goldschmidt bijna monter. Waar Middendorp zijn hoofdpersoon neerzet als een loser is, is die van Goldschmidt een winner. Maar het gekke is dat bij Middendorp – in Emmen – uiteindelijk hoopt gloort (schrijven) terwijl Goldschmidt haar zakenvrouw – in Amsterdam – geen vooruitzicht biedt (faillissement). Dat is interessant, vind ik. Persoonlijk.
De veranderingen krijgen vaart in Emmen. Terwijl het Centrum Beeldende Kunst (CBK) een hommage brengt aan het 80-jarige Dierenpark wordt op een speerworp afstand van datzelfde CBK de opvolger van het park klaargezet. In april gaat de nieuwe attractie open en kan de oude definitief dicht.
Van a tot zoo heet de tentoonstelling waarmee wordt teruggeblikt en vooruitgekeken. Los van nostalgie en wensdromen gaat Van a tot zoo over de relatie tussen beeldende kunst en dierenpark. Dat thema lijkt gezocht. Maar indachtig de woorden 'natura artis magistra', oftewel de opvatting dat de natuur de lerares is van de kunst, valt het bij nader inzien mee.
Vandaag in de cultuurbijlage van Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant uitgebreid aandacht voor de kunst en het dierenpark. Maar ook voor Data rush, het thema waamee fotomanifestatie Noorderlicht dit jaar in Groningen aandacht schenkt aan de digitale zegeningen van onze samenleving. Plus: Rawie, de films, Coen Peppelenbos over de Leeslijst en meer.
Tot 2012 stippelde stichting Natuurkunst Drenthe kunstwandelroutes uit in de bossen bij Schoonoord. VAM-art rond de afvalberg bij Wijster biedt een alternatief.Sejo Slingenberg en Jerry Bisschop uit Hoogeveen nodigden voor hun route 25, vooral Drentse en Groningse kunstenaars uit zich te laten inspireren door de bult van de Vuil Afvoer Maatschappij (VAM). Het leidde tot uiteenlopende werken. Conceptueel, abstract, realistisch; provocatief, geëngageerd, idyllisch, verwarrend – van alles komt voorbij.
Wat bijvoorbeeld te denken van het rijtje paneeltjes – zes stuks, afwisselend geel en blauw – die Fabian Westphal uit Groningen in het door schapen begraasde gras plaatste? Antwoord: alles of niets. Als het titelloze werk van Westphal is bedoeld om vragen op te roepen, dan is die opzet geslaagd. Als het is bedoeld als pleidooi voor vrijblijvendheid, dan is ook dat gelukt.
Meer houvast biedt Willy Koolstra uit Beijum. Zij wierp ‘keukenspullen' op de bult. We herkennen een eetbord, een klok, een mok en een vaas. Aangekomen in informatiecentrum De Blinkerd op de top lijkt het een verwijzing naar het gedicht Wilde roos van Gerard Nijenhuis: ‘Omkering van alle waarden: het nutteloze/ Overschot dat afviel van de borden/ Het achteloos vergooide, bloemen die verdorden/ Het werd hier omgesmeed en opgeheven'.
Wat een route als VAM-art interessant maakt, is dat de werken vertellen hoe kunstenaars zich verhouden tot het afval dat wij veroorzaken. Betty Simonides uit Assen doet dat middels een in losse onderdelen uiteengevallen installatie van tonnen en buizen waarvan de titel weinig te raden overlaat: Tikkend veld.
Soms levert het beelden op waarmee vraagtekens worden geplaatst bij begrip schoonheid. Trash flowers van Marian Tappel uit Groningen kan in dat opzicht worden aangemerkt als hoogtepunt. Haar opengeknipte frisdrank-flessen doen denken aan rondzwervend landbouwplastic dat in een afrastering is gewaaid en ogen tevens als ‘bloemen' die een hekwerk overwoekeren.
Wandelend over de afvalberg kwam ook Sejo Slingenberg op het idee van bloemen. Hij zaagde uit hout een kleine akker en gaf deze plek niet ver van een beekje aan de voet van de bult. Struggle for life heet zijn werk. De bloemen van Slingenberg zien er zo robuust uit dat lijkt alsof het uiteindelijk allemaal goed komt met onze natuur en ons afval.
Getuige een informatiepaneel aan de voet van de bult is dat is ook de boodschap die over het voetlicht moet worden gebracht. ,,Geen natuur zonder cultuur”, lezen we. ,,Natuur en cultuur zijn in Drenthe nauw met elkaar verbonden: mensen hebben het landschap eeuwenlang gebruikt en bewerkt om te kunnen overleven. (…) Wat vroeger een vuilstortplaats was is nu door stichting Het Drentse Landschap en Attero ontwikkeld tot een prachtig natuurgebied, waarin de beek het Oude Diep opnieuw kronkelt.”
VAM-art is tot eind oktober dagelijks bezoeken. Startpunt: VAM-weg 7 Wijster. Wandelduur: ca. 1,5 uur. In theater De Tamboer in Hoogeveen is tot en met 17/9 een fototentoonstelling over de kunstwerken te zien.
RTV Drenthe bracht deze week een bericht dat op een rotonde in de woonwijk Marsdijk te Assen twintig penissen op het wegdek zijn geschilderd. Het zou om een protest gaan van het 'Collectief Noord' tegen het kunstbeleid. Volgens een 'anonieme woordvoerder' vinden twaalf kunstenaars dat er zoveel bezuinigd wordt op de kunsten dat een leegte is ontstaan. (Foto Margriet Benak)
Daarop kondigde RTV Drenthe een follow-up op de berichtgeving aan. Marjan Koekoek voerde dinsdagmorgen in haar programma een gesprek met een van de kunstenaars.
Uit de luidspreker bazelde de bassende stem van een anonieme woordvoerder: "Collectief Noord houdt zich bezig met, ja, meerdere zaken. Belangrijkste punt op dit moment is het kunstbeleid dat vertalen naar, ja, eh, de creativiteit op dit moment. En het ontbreken daarvan."
Koekoek: "Hmm. Waarop bent u concreet boos?"
De anonieme woordvoerder: "Concreet boos… Het is heel abstract. Enerzijds zijn er kunstenaars die op dit moment geen materiaal hebben om iets creatiefs te maken. Anderzijds, als we kijken, we hebben ook banden met een groep in Vancouver, die hebben ook dit soort acties op touw gezet en, enne.. het helpt. Een stukje awareness."
Daarna ging het nog even door. Niet lang, want Marjan Koekoek begreep al snel dat je met dit soort gesprekken geen uitzending moet vullen. Radiomaken is ook een kunst. Het eindigde ermee dat 'de anonieme woordvoerder' meer acties aankondigde. Wellicht iets in Groningen of Leeuwarden, maar hoe en wat dat wist hij nog niet.
Wat moet je ermee als luisteraar?
Je zou je kunnen afvragen of er inderdaad veel wordt bezuinigd op kunst. Het zou kunnen, er wordt voortdurend bezuinigd. Onder Halbe Zijlstra werd er veel bezuinigd, vooral vanuit Den Haag. Maar Zijlstra heeft niets te zeggen over kunst, toen niet en nu ook niet. Het is tegenwoordig aan minister Bussemaker, die onlangs aankondigde dat ze niet wilde bezuinigen, maar rust wilde.
Wordt er dan provinciaal veel bezuinigd op kunst? Ook dat zou kunnen, maar dan gebeurt het in het geniep. Bureau Berenschot berekende in maart op verzoek van de Boekmanstichting dat door de provincies Drenthe en Friesland juist meer geld aan kunst en cultuur wordt uitgegeven. Alleen in Groningen is het minder. In die provincie is het de gemeente – Stad – die veel geld in kunst en cultuur stopt.
Na dit stukje awareness komen we terug bij de verontrustende uitspraak dat er kunstenaars zouden zijn 'die op dit moment geen materiaal hebben om iets creatiefs te maken'. Wat zijn dat voor kunstenaars? Om welk materiaal gaat het?. Hebben we hier te maken met mensen die vinden dat 'beleidsmakers' middelen ter beschikking moeten stellen zodat 'anderen' kunst kunnen maken? Bestaat Collectief Noord wel uit kunstenaars? Wie zijn die kunstenaars? Bestaat Collectief Noord überhaupt?
Er is niets tegen acties, en dus ook niet tegen acties van kunstenaars. Acties zijn goed. Er is ook niets tegen het oproepen van vragen om zo 'een stukje bewustwording' in gang te zetten, hoe lelijk dat ook is geformuleerd. Waar wel iets op tegen is, vind ik, is mensen die de kunsten in diskrediet brengen door anoniem te klagen over het ontstaan van leegte. En vervolgens voor de radio met hun mond voor tanden staan en daarmee de verfoeide leegte nog groter maken dan-ie al is.
Misschien dat zoiets in Vancouver werkt. Maar hier niet.