« november 2014 | Hoofdmenu | januari 2015 »
Op de cultuurredactie van Dagblad van het Noorden wordt permanent gediscussieerd over 'wat we wel en niet moeten hebben'. Waarbij dat moeten verwijst naar een reeks rekbare begrippen waarvan ik er hier slechts vier noem: actualiteit, importantie, relevantie en urgentie. In de regel geldt: wat aan de criteria voldoet, moet in de krant.
Maar soms haalt iets de krant niet, omdat te lang wordt nagedacht over voornoemde criteria. Soms haalt een onderwerp de krant niet vanwege gebrek aan ruimte, tijd en de beschikbaarheid van iemand die over dat onderwerp kan schrijven. Soms is het nog veel ingewikkelder.
Het Belcampo Stipendium Oliebollencabaret van Ronald Ohlsen haalde tot dusver de krant niet, omdat de mensen die dit stipendium mogelijk maken het niet nodig vonden een bespreekexemplaar naar de krant te sturen. Misschien ging het daarvoor al mis: de mensen die dit stipendium mogelijk maken nodigden de krant niet uit om de uitreiking bij te wonen.
Of ze misschien deden ze dit wel, maar kwam de uitnodiging bij de verkeerde persoon terecht. Die vervolgens vergat – drukte, batterij leeg, andere prioriteiten – de juiste persoon in te schakelen. Waarop die juiste persoon pas achteraf ontdekte dat het Oliebollencabaret reeds was gepresenteerd. Weg actualiteit. Weg urgentie ook.
Afgelopen maandag besloot iemand op het provinciehuis in Groningen dat het toch goed zou zijn als de krant een exemplaar onder ogen kreeg. Waarop namens gedeputeerde Bote Wilpstra een brief werd geschreven: ,,Met gepaste trots bieden Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen u de bibliofiele uitgave Oliebollencabaret van het Belcampo Stipendium 2014 aan."
En iemand deze brief in een enveloppe met inhoud stopte en vervolgens adresseerde aan iemand die al tijden niet meer bij Dagblad van het Noorden werkt. En zelfs al werkte deze iemand nog wel bij de krant, dan zou deze nooit over Belcampo Stipendium 2014 schrijven. Enfin. Het kwam dus bijna goed met het Oliebollencabaret van Ronald Ohlsen.
Aandacht van de krant is als regen. Soms valt er veel, soms valt er niks. Soms komt het met bakken uit de lucht, – dagen, weken achtereen. Daarna blijft het droog en misschien gaat het dan weer miezeren of motregenen. Niemand heeft er grip op. Het komt ongevraagd, nooit zoals we willen.
Frank Westerman meldde onlangs monter dat hij, ondanks het mislopen van de AKO-prijs voor Stikvallei, iets nieuws is begonnen. Dat nieuws behelst een minderheidsaandeel in uitgeverij Fosfor en de publicatie van de longread Alva achterna, een uitgave die gelezen kan worden via smartphone, tablet of computer.
Het fonds van Fosfor, gespecialiseerd in digitale journalistiek en literaire non-fictie, bevat auteurs als Geert Mak, Joris van Casteren, Henk Hofland, Jeroen Wielaert en Rob Zijlstra. Westerman publiceerde eerder dit jaar digitaal De moord op de boekverkoopster, waarin met literaire middelen een waargebeurd verhaal wordt verteld over de gifmoord op de eigenaresse van een boekhandel in Wageningen.
Later verscheen alsnog een papieren versie, maar van de longread werden online 7000 exemplaren verkocht – een indrukwekkend aantal. Waarbij moet worden opgemerkt dat we het hier niet over een veredeld pdf-bestand hebben, maar over een publicatie waarbij de lezer behalve tot de tekst ook toegang heeft tot achterliggende informatie, zoals foto’s en kaartjes, én een door de auteur zelf voorgelezen versie.
Alva achterna bestaat uit twee hoofdbestanddelen. In het eerste vertelt Westerman hoe hij eind jaren tachtig bluffend zijn debuut als krantenjournalist probeerde te maken met een reportage over een adellijk huwelijk in Spanje. Het is een vertelling met veel gevoel voor slapstick, eindigend in een ontmoeting met de toentertijd toekomstige hertog Carlos van Alva, nazaat van de IJzeren Alva uit de Tachtigjarige Oorlog.
Het tweede deel is de reportage die het Spaanse avontuur opleverde. In het stuk, in 1992 door dagblad Trouw geplaatst onder de kop ‘Alva, Alva, we houden van je’, is een hoofdrol weggelegd voor de onlangs overleden, excentrieke hertogin Cayetana van Alva. Westerman heeft hier nog niet de bevlogen stijl te pakken die hem zo lezenswaardig maakt, maar het begin is er: het licht aangezette drama, de belofte dat de lezer iets gewichtigs mee gaat maken, het ontstaan van de frictie.
De waarde van Alva achterna zit niet in de vent, maar in de vorm. Deze longread laat zien dat lezen op het scherm wel degelijk iets toevoegt. Het zijn mogelijkheden die het papieren boek weliswaar ook kan bieden – fotokatern, cd, plattegrond – maar digitaal toch wel erg compact en toegankelijk zijn gemaakt. Papier is allesbehalve passé, maar voor de longread zou zomaar een mooi toekomst weggelegd kunnen zijn. Een slimme investering.
Titel: Alva achterna. Auteur: Frank Westerman. Uitgeverij: Fosfor. Prijs: Tot 1 januari gratis via www. uitgeverij-fosfor.nl
Zaterdag las ik in de Zuidoost-Drentse editie van Dagblad van het Noorden een verslag van Gert Meijer over een 'bijpraatsessie ' over de ontwikkelingen in het centrum van Emmen. Voor wie niet heeft opgelet: daar wordt momenteel voor een half miljard euro aan verspijkerd omdat de dierentuin wilde verhuizen.
Volgens de organisatoren van de sessie gaat alles goed.
Op de Es wordt gebouwd aan het Wildlands Adventure Zoo Emmen. Voor de ingang van het theater in aanbouw wordt een mensenplein gerealiseerd met waterpartijen en een spectaculaire skatebaan. Onder het nieuwe plein is vrijdag de Hondsrugstunnel geopend, en 'het grootste lichtkunstwerk ter wereld' in werking gesteld. Verderop nadert de herinrichting van het Marktplein voltooiing.
Op Facebook las ik de volgende reactie:
,,Beste Emmenaren, de tunnel is een feit, het marktplein wordt te gek, het koepeltje zal zijn waarde bewijzen, de ovonde is een succes, de toekomstplannen met de dierentuin en het nieuwe theater worden wereldnieuws, het geplande cultuurhuis met voor Nederland een unieke samenstelling en samenwerking krijgt een nieuwe kans, met andere woorden: Emmen zit geweldig in de lift en kan de samenleving in de toekomst een aangename plek om te leven bieden."
Inderdaad, het is nogal wat: honderden miljoenen investeren in een tijd dat wordt bezuinigd om de internationale banken weer gezond te krijgen. Zoiets getuigt van visie en lef. Zoiets getuigt van daadkracht. En van handigheid bij het afsluiten van nieuwe leningen en het nemen van voorschotten op de toekomst.
Trots is met grote tevredenheid een uitzonderlijke prestatie uitdragen.
Trots op het beste café van Nederland. Trots op de Europees kampioen dammen. Trots op een elftal dat vijfde staat in de Jupiler League. Trots op een actrice die in Amsterdam in een succesvol theaterstuk een hoofdrol speelt. Trots op een roman waarin Emmen wordt afgeschilderd als een achterlijk gat.
Maar wat als je zelf geen stap hebt verzet om de verhuizing van die noodlijdende dierentuin mogelijk te maken? Wat als je geen spade in de grond hebt gezet voor een tunnel waar nu auto's nog geen kwart kilometer achtereen twee keer twee baans door heen mogen rijden, terwijl dat in het verleden ook al kon, maar dan bovengronds en zonder lichtkunstwerk? Wat als je dat nieuwe plein zinloos vindt?
Wat als je geen aankopen hebt gedaan voor dat elftal, en ook geen trainer bent? Wat als je niet van die actrice gehoord zou hebben als ze die rol niet had gekregen? Wat als je zelf geen roman kunt schrijven? Wat als je liever had gezien dat een half miljard euro anders was besteed? Wat als je nog geen oordeel kunt vellen over de centrumvernieuwing omdat die vernieuwing pas eind 2016 is voltooid?
Dan heb je op het verkeerde paard gewed. Dan kun je beter zwijgen. Zodat de organisatoren van praatsessies alle ruimte krijgen voor hun praatsessies.
Democratie is democratie. De meeste stemmen gelden. The winner takes all. Ook als de stemmen zijn uitgebracht voor heel andere doelen en sentimenten. Achteraf kun je een koe in de kont kijken. Wie toen niet voor was, mag nu niet trots zijn. Of ineens trots doen, wat nog veel erger is.
Er spoelt een golf aan trots door Emmen. Misschien is het klotsen. Je weet het niet, je kan het niet zeggen – trots komt en gaat.
Deze week richt Jean Pierre Rawie zijn geslepen pen op het onderwijs en het openbaar vervoer. Lees zijn column in de cultuurbijlage Vrijdag van Dagblad het Noorden.
Met verder onder meer aandacht voor de culturele oogst van 2014, de lijstjes dus, wat er wel en niet deugt aan de film Exodus en een verslag van een bezoek aan twee tentoonstellingen van het CBK Drenthe.
Zoals bijna alle regionale omroepen in Nederland klust ook RTV Drenthe deze maand bij als voedselbank. Gelokt door een niet aflatende reeks oproepen worden inwoners van de provincie gevraagd levensmiddelen af te staan voor de noodruftige medemens.
En het werkt: uit allen hoeken en gaten van de provincies brengen luisteraars en kijkers spullen aan. Met als de gevolg dat in het statige gebouw aan de Beilerstraat in Assen een geur van (verpakte) luiers en bonen (in blik) is gaan hangen.
Vandaag, vrijdag, is de slotdag van de inzamelactie. Terwijl de laatste goederen binnenkomen, benaderen burgemeesters, wethouders en gedeputeerden telefonisch bedrijven voor een gulle gift. De nieuwsvoorziening gaat ondertussen gewoon door.
Een jaar geleden verscheen De gefnuikte arend, de biografie van Willem Bilderdijk (1756–1831). Een van de auteurs, Rick Honings, hield vorige week in Haarlem de tweejaarlijkse Bilderdijklezing. Een klein gebeuren, zou je kunnen zeggen, ware het niet dat Bilderdijk eind achttiende, begin negentiende eeuw de meest bekende en geliefde dichter van ons land was. In een behoorlijk aantal steden en dorpen zijn straten en pleinen naar hem vernoemd.
Uitgeverij De Zingende Zaag heeft de lezing aangegrepen voor de glossy Willem die, in de geest van Bilderdijk, heel overmoedig de ondertitel ‘tijdschrift van de eeuw' heeft meekregen. Het is een prachtige uitgave: duur papier, buikbandje, omslag én – bijgevoegd in een plastic zakje – een heuse haarlok met strikje. De lok verwijst naar het verhaal dat Bilderdijk kaalgeknipt te graf werd gesteld, omdat fans een aandenken wilden aan de dichter des koninkrijks.
Willem bevat ook de lezing die Honings heeft uitgesproken, een fijn opstel waarin een beeld wordt gegeven van de verering van de dichter. Honings voert daarbij vier superfans uit de negentiende eeuw op. Onder hen Jan Wap, die naast haarlokken en handschriften van familieleden van Bilderdijk ook een afgietsel van de dichtershand wist te bemachtigen.
Het Revisme (denk aan Theodor Holman die ooit een teennagel van Gerard Reve in zijn mond stopte) en de gekte van Boudewijn Buch (die ten onder ging aan bibliofilie) staan niet op zich, zoveel wordt duidelijk. Dichters waren ooit popsterren, maar roem is vergankelijk. De redactie heeft mede daarom topauteurs aangetrokken om Bilderdijk en de schrijversverering over het voetlicht te brengen.
De bekendste, Adriaan van Dis, leverde een geinige Ode aan het rijm, ook omdat Bilderdijk over werkelijk alles rijmde: ,,Een man die meer is dan een straat of plein/ laat ons trots op deze oude rapper zijn.'' Maar het mooiste komt van Wim Hofman. Die had rijmende teksten bedacht tijdens een fietstocht, maar was deze eenmaal thuis weer vergeten. Daarom leverde hij acht poëtische overwegingen in, plus een visueel gedicht.
Deze Hofman, daar zou ik wel een haarlok van willen bezitten.
Tijdschrift Willem Uitgever De Zingende Zaag Producties Prijs 14,95 euro (82 blz.)
Tot 20 december kan er via deze link nog gestemd worden op een van de vier kandidaten voor de Cultuurprijs Emmen. Op 2 januari wordt in theater De Muzeval bekendgemaakt wie zich winnaar mag noemen van wat dit keer een oeuvreprijs is. Genomineerd zijn:
Ter voorbereiding op een artikel voor Noorderbreedte over het archief van de Maatschappij van Weldadigheid bezocht ik het Drents Archief in Assen. Alwaar ik in gezelschap van Jan Bos in de kelder bij de stellages met dozen vol oude stukken mocht kijken. En later ook in de bibliotheek waar onder meer tijdschriften met fraaie titels als De star, De vriend des vaderlands en Erica worden bewaard.
Uit een van de dozen in de kelder diepte Bos een tweede druk op van een boekje uit 1818 met een bruin gemarmerde kaft, met op het titelblad Verhandeling over de mogelijkheid de beste wijze van invoering en de belangrijke voordeelen ener Algemene Armen-inrigting in het Rijk der Nederlanden, door het vestigen eener landbouwende kolonie in deszelfs Noorderlijk gedeelte.
Auteur van het boekje is Js. van den Bosch, generaal-majoor, ridder der derde klasse van de militaire Willems Orde. Oftewel de tegenwoordig weer steeds meer bekende generaal Johannes van den Bosch die in 19e eeuw bedacht dat het goed zou zij als de sloebers uit de Hollandse steden in Drenthe en Overijssel in vrije koloniën werd geleerd zichzelf nuttig te maken.
Kortom, een belangrijk document over een sociaal experiment dat tot op vandaag nog doorwerkt in Nederland en daarbuiten. Ook doordat vanuit Drenthe wordt geprobeerd de overblijfselen van Van den Bosch' werken tot Werelderfgoed benoemd te krijgen.
En dan hebben we het niet alleen over de oorspronkelijke inrichtingen in Frederiksoord, Wilhelminaoord, Boschoord en Willemsoord, maar ook over de strafkolonies in Veenhuizen en Ommerschans waar landlopers en bedelaars werden opgesloten en te werk gesteld.
Hoewel er steeds een kapitein op het dek stond, is de Bommel-saga altijd een samenwerkingsproject geweest. Marten Toonder (1912 – 2005) zette de lijnen uit en schakelde waar nodig medewerkers in. Zoals in het begin zijn vrouw en broer en later een team, onder wie Ben van Voorn en Dick Matena.
Laatstgenoemde heeft nu voor uitgeverij Personalia uit Leens een Bommel-verhaal voltooid waar hij, samen met Toonder, vlak voor de eeuwwisseling aan was begonnen: Tom Poes en de pas-kaart. Toonder was destijds fysiek niet meer in staat deze vertelling af te maken. Eind 2000 werd na negen platen een punt achter de samenwerking gezet.
De doorstart wijkt op een aantal onderdelen af van wat we gewend zijn. Meest opvallend is het gebruik van tekstballonnen ín de illustraties. Toonder plaatste zijn tekst onder de strips, maar liet in zijn testament vastleggen dat alleen hij op die manier Bommel-verhalen mocht vertellen. Een beetje vreemd is dat wel. Waarom niet meteen alles verboden? Als je dan toch moeilijk wilt doen…
Gevolg is dat Matena voor dit met liefde vormgegeven boek minder ruimte tot zijn beschikking kreeg. Zijn tekeningen zitten nogal vol, soms te vol. Tel daarbij op dat door de inkleuring het dramatisch effect heel anders uitpakt dan wat we, bijvoorbeeld, via de krant onder ogen kregen. En dan is er nog het Matena-handschrift: de lijnvoering oogt los en schetsmatig.
Na een voorwoord door Frans Timmermans, lezen we in de inleiding dat Matena het verhaal volledig naar zijn hand heeft gezet. Alleen het nieuwe personage Dobbele Daas, spellenmaker en uitvinder van de dobbelsteen, is gebleven. Daas laat zich manipuleren door de zwarte magiër Hocus Pas. Er wordt een parallelle wereld gecreëerd waarin het gras aan de ene kant groener lijkt dan aan de ander en het nieuws van morgen vandaag al in de krant staat.
Een reeks vertrouwde types verschijnt ten tonele, onder wie Bul en Hieper, Wammes, professor Prlwytzkofsky en Joachim Sickbock, Kwetal en Pee Pastinakel, burgemeester Dickerdack en bovenbaas Amos W. Steinhacker. En uiteraard heer Bommel, zonder wie dit alles nooit zou zijn gebeurd. De lijst is nog veel langer. Welbeschouwd mag het een wonder heten dat ons witte vriendje ook dit ragfijne verhaal tot een goed einde heeft weten te brengen.
Titel: Tom Poes en de pas-kaart. Auteur: Dick Matena. Uitgeverij: Personalia. Prijs: 24,95 euro (64 blz.)