Zeven jaar geleden trok een groep bestaande uit dichters, schrijvers, fotografen, journalisten en nog zulks wat onder de noemer De Zeuvendaagse door Drenthe. De groep zocht – te voet – naar literair erfgoed en waar het niet gevonden werd of was verdwenen werd het zelf bedacht. Het was een gedenkwaardig evenement, ook omdat er later door uitgeverij Passage een fraai boek van werd gemaakt,
Peter Holvoet-Hanssen, Koen Broucke, Koen Peeters en Pascal Verbeeken hebben iets vergelijkbaar ondernomen, maar dan in België. Hun tocht was niet alleen korter, hij ook meer specifiek: een driedaagse vanuit Antwerpen naar het Vlaamse dorp Miavoye, als bedevaart naar een sanatorium waar in 1928 de dichter Paul van Ostaijen overleed.
Ook hier is een boek van gemaakt, Miavoye. Het is uitgegeven door De Bezige Bij in Antwerpen – ja ja – en verzorgd door Dooreman. Dat laatste mag vermeld, want het fraai gedaan, met om te beginnen een gedurfd Ten geleide, met kleurenfoto's, met illustratie en tot slot een keuze uit de gedichten van Van Ostaijen. Een reisverslag en bloemlezing in één, derhalve.
Ik heb geen zin om Miavoye hier samen te vatten, iedereen leest toch altijd alles weer net even anders. In plaats daarvan volsta ik met een citaat:
'Van Ostaijen verdiende al bij leven een bedevaart, naar Miavoye', zei Holvoet. 'Van Ostaijen en Rimbaud durfden te bijten in de knoesels van de hoogwaardigheidsbekleders. Wij moeten opnieuw aandacht wekken voor de woordentover van Van Ostaijen. Lezers moeten weer uit vrije wil zijn Melopee uit het hoofd leren. Dat is het ware ereperk.'
'Zo is dat, Holvoet', suste Peeters hem.
'En niet deze ondermaanse ijdelheid', ging hij door.
'Zo is dat', antwoordde Broucke nu.
Een soort jongensboek dus. Waarbij een opdracht van de dichter Richard Minne wordt vervuld, want die wilde al kort na het overlijden van Van Ostaijen een 'beevaart doen' en een 'keurbundel' maken. Waarbij, het spreekt vanzelf, de officiëlen en hansworsten niet op het podium mochten verschijnen. Enzoverder, enzovoorts.