Frank Westerman over de brieven van Van Gogh
Over 'Die van die van u' van Annie M.G. Schmidt

Leest 'Behoud de Begeerte' van Matthijs de Ridder

Ridder-begeerte-2014Is de herfstvakantie voorbij, bezorgt de post een boek waar je een hele vakantie in wilt lezen. Het gebeurde zaterdagmorgen. De belangrijkste weekendkranten waren net doorgenomen, toen de deurbel ging en de beambte een bruine enveloppe overhandigde met daarin met Behoud de Begeerte. Een literaire geschiedenis 1984 – 2014 van Matthijs de Ridder.

Van Matthijs de Ridder had ik nog nooit iets gelezen, ongetwijfeld is dat wederzijds, maar Behoud de Begeerte dat kende ik wel. Jaren geleden had ik eens onder deze Vlaamse vlag in het onverbouwde theater De Lawei te Drachten een literaire avond bijgewoond met op de planken schrijvers als Remco Campert, Joke van Leeuwen, Herman Franke, Tjitske Jansen en Annelies Verbeke.

Veel was er niet van blijven hangen, maar wel het belangrijkste: de entourage. Alles klopte aan de avond: het blauwe strijklicht, de muziek, de presentatie door Piet Piryns, de voordrachten, de projecties. Alles was doordacht, tot in de spreekwoordelijk puntjes. Het was literair theater, waarbij de literatuur en het theater in een zeldzaam evenwicht werden gehouden. Niet van dat groezelige, zoals zo vaak, maar bijna luxe.

Bijna luxe is ook van toepassing op de uitvoering die het boek van De Ridder heeft gekregen: gebonden met soft-cover, rijk geïllustreerd, in kleur. Zijn geschiedenis is opgeknipt in zes bedrijven, wat voor het theater veel is, maar de literatuur goed past, omdat er in de literatuur niet op een woordje meer wordt gekeken.

Het past ook omdat De Ridder aannemelijk weet te maken dat er sinds 1984 veel goeds is voorgevallen. Zijn geschiedenis begint met Het verdriet van België van Hugo Claus en eindigt met Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans. Twee Vlaamse boeken inderdaad, waardoor je zou denken dat dit een zeer Vlaamse geschiedenis is, en misschien is dat ook wel zo, maar storen doet het allerminst.

(Vermoedelijk heeft dat een persoonlijke oorzaak. Vermoedelijk komt dat doordat mijn volwassen belangstelling voor literatuur jarenlang levend is gehouden door Vlaamse schrijvers. Allereerst door Herman Brusselmans en daarna, toen ik serieus begon te lezen, door Tom Lanoye – die ik overigens een goede kandidaat vind voor de Nobelprijs, iets waar ik merkwaardig alleen in lijkt te staan.)

Ondertussen is 1984 ook het jaar waarin Behoud de Begeerte werd opgericht. Het literair productiehuis heeft de afgelopen dertig jaar laten zien dat literatuur niet alleen op papier, in boekhandels en bibliotheken levend wordt gehouden, maar dat het ook daarbuiten een ontwikkeling heeft doorgemaakt, op de podia, in kranten en tijdschriften, op televisie. Dat het bewéégt.

En dat het in die hoedanigheid serieus moet worden genomen 'in een land waar álles geld mag (moet) kosten, behalve de goede ziel die is gevraagd een min of meer groot aantal toehoorders als dan niet avondvullend te vermaken met een op andere optredens'. Aldus Marc Reynebeau in een omschrijving van het organisatiebureau annex impressariaat.

Behoud de Begeerte. Een literaire geschiedenis 1984 – 2014 van Matthijs de Ridder is meer dan een bedrijfsgeschiedenis. Het is ook een beschrijving van wat er aan belangwekkende Nederlandstalige literatuur is geschreven, middels bondige analyses van recente hoogtepunten en daarbij wat die literatuur van doen had (en heeft) met de voorbije jaren.

Aangekomen op bladzijde 183 (derde bedrijf 1994 – 2000) citeert De Ridder de Amerikaanse filmmaker Robert Altman. Die constateert dat een nieuwe tijd is aangebroken en dat die tijd behoefte heeft aan zijn eigen verhaal. Wat nog niet wil zeggen dat dit verhaal met louter eigentijdse decorstukken moet worden aangekleed. Heel interessant, maar gaat u vooral verder.