Frank Westerman over de brieven van Van Gogh
17-10-14
,,Dank voor je brief, het deed mij genoegen dat je weer goed aangekomen zijt. Ik heb je de eerste dagen gemist & het was mij vreemd je niet te vinden als ik s’middags t’huis kwam. Wij hebben prettige dagen samen gehad, en tusschen de droppeltjes door toch nog al eens gewandeld & het een en ander gezien.”
Aldus schreef Vincent van Gogh op 27 september 1872 vanuit Den Haag aan zijn broer Theo. In het brievenboek De kunst van het woord kunnen we gedetailleerd lezen wat daarna gebeurde: hoe Vincent van Gogh met hooggestemde idealen de wereld tegemoet trad, hoe hij werd teleurgesteld en weer opkrabbelde en zich uiteindelijk in Frankrijk ontpopte als een van de meeste invloedrijke kunstschilders ooit.
Frank Westerman mocht onlangs in Van Gogh Museum in Amsterdam het eerste, zeer lijvige, geïllustreerde exemplaar in ontvangst nemen. Met reden: de brieven van Van Gogh duiken soms in zijn boeken op. Zoals in Ararat (2007) waarin Westerman een brief van de kunstschilder citeert om duidelijk te maken wat hij dacht over de dood en ‘wat er daarna zou zijn’. En in het eerder dit jaar verschenen De moord op de boekverkoopster beschrijft hij hoe de brieven op zijn pad kwamen.
Dat was via de Meulenhoff-editie, blikt Westerman terug. ,,Gekocht in januari 1989 in Wageningen. Het was Oud en Nieuw geweest, ik had een katerig gevoel, ook omdat ik kort daarvoor naar Amsterdam was verhuisd, mijn sprong naar de grote stad was mislukt. Bij boekwinkel Kniphorst in Wageningen kwam ik een studiegenoot tegen die vilein de opmerking maakte: ‘Jij was toch naar Amsterdam?’. Het was mistroostig winterweer. Ik voelde me teruggeworpen. Belandde in een voor mij ongekende diepte.”
Westerman sloot zich in Wageningen twee weken op met de brieven van Van Gogh. ,,Ik probeerde mij op te trekken aan het sublieme proza. Aan de volharding die uit de brieven spreekt, aan het besef dat je het niet voor niets krijgt – hij helemaal niet. Wat je bij hem leest is de overtuiging, én het gevecht tegen de miskenning. De brieven waren troostrijk. Eind januari kwam het goed. Begin februari verhuisde ik terug naar Amsterdam. Een enkele rit met het Fiatje.”
De brieven van Van Gogh zijn een goed medicijn tegen artistieke twijfel, zegt Westerman. ,,De taal is schitterend. Waar wij ‘moeilijk’ schrijven, schrijft hij ‘moeielijk’, dat is voor mij moeilijk en vermoeiend tegelijk. Als hij het heeft over ‘melancholie’, schrijft hij ‘melankoliek’, dat is een gevoel en een aandoening. Zijn taal is niet lastig, het is even wennen, maar daardoor kom je ook in die tijd van 1870, 1880.”
Ter voorbereiding op zijn lezing bij de presentatie herlas Westerman de Drentse brieven. ,,Je leest daar over de schommelingen in zijn gemoed. Hij kwam met hooggestemde verwachtingen. Hij is alleen maar met zijn vak bezig, heeft al die schilderijen van anderen in zijn hoofd, bijna encyclopedisch. Hij heeft een enorm mededogen met de mensen die hij aantreft. En dan de volgende dag, als het regent, heeft hij het over ‘folteringen van eenzaamheid’.”
Westerman citeert een beschrijving van wat de schilder in 1883 zag in Hoogeveen: ‘Twee hutten waarvan de mosdaken verbazend diep van toon afkomen tegen een dampigen, stoffigen avondhemel.’ En daarna over zijn tocht per trekschuit naar Nieuw-Amsterdam: ‘Vlakke plannen of strooken verschillend van kleur, die smaller & smaller worden naarmate ze den horizon naderen’. Westerman: ,,Wij zouden zeggen: Daar is niks te zien.”
Van Gogh schildert in zijn brieven met woorden, zegt Westerman. ,,Zijn brieven zijn meer dan een ondertiteling bij de schilderijen, het is alsof je hem zelf hoort, een voice-over. Hij schrijft niet alleen, hij filosofeert hardop. Wat opvalt is dat hij bijna alles wat hij maakt studies noemt, alsof hij nog niet in de buurt komt van het perfecte schilderij. In de brieven ontwikkelt hij zich artistiek. Maar het zijn ook geschriften over hoe te leven, dat de mens een kuddedier is en dat je koste wat kost je eigen weg moet vinden.”
Westerman vertelt over zijn wens om De Graanrepubliek in 1999 een cover met een schilderij van Van Gogh te geven: een korenveld onder een wolkenlucht, een van zijn laatste schilderijen. ,,Ik heb er nog een dummy van. Maar de uitgever vond toen dat je je niet moest willen meten met Vincent van Gogh, dus dat ging niet door. Jaren later heb ik bij een jubileumuitgave van De Graanrepubliek het er alsnog door gekregen.”
De brieven van Van Gogh zijn nooit geschreven om uitgegeven te worden. Bestaat er ook zo’n egodocument van Westerman? ,,Ik heb van Stikvallei een map met teksten die niet in het boek zijn beland, een darling-kerkhof. Van al mijn boeken bestaat wel zoiets, maar bij Stikvallei is het heel veel. En ik heb een gemarmerd schrift met ideeën en aanzetjes, de steigers voor mijn boeken, maar ook dat is onvergelijkbaar met de brieven Van Gogh.”
De brieven, waarvan nu een selectie is bijeengebracht, vormen de sleutel tot een kunstenaarschap, zegt Westerman. ,,Je leest over zijn ontwikkeling als kunstenaar, over de worsteling bij een oeuvre – dat is wat iedereen er uit haalt. Maar het is ook zijn levenshouding. Hij legt ook een biecht af, het is een monologue intérieur. Vincent van Gogh is onmogelijk, hij is koppig, hij is dwars. En je kunt alleen maar van hem houden. Je moet wel van hem houden.”
Boek Vincent van Gogh. De kunst van het woord. Zijn mooiste brieven is samengesteld door Leo Jansen, Hans Luijten en Nienke Bakker. Uitgeverij Carrera. Prijs tot eind 2014 29,95 euro, daarna 35 euro (1032 blz, 110 schetsen.)