Over 'Hollands Siberië' van Mariët Meester
22-9-14
In Hollands Siberië, de nieuwe roman van Mariët Meester, maken we kennis met franciscaan Peter Pex. Het is 1936. Pex is naar Veenhuizen gestuurd, ‘het slechtste dorp van Nederland’, ‘de mestvaalt van de staat’, een plaats ‘waar de lusten broeien’. Hij gaat er werken in een ‘hachelijke parochie waar geen normale pastoor het zou uithouden’.
Daarmee is de toon gezet voor een roman waarin een pastoor zich staande probeert te houden tussen gevangenen en bewakers, tussen lager en hoger gestelden, maar vooral tussen geloof en rationaliteit, eer en geweten. Meester heeft dit verhaal in drie delen opgeknipt: voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Veertien jaar beslaat de roman, van de komst naar Veenhuizen tot en met het vertrek.
Al snel wordt duidelijk dat de weinig spirituele Pex meer van de aarde dan van de hemel is; niet hij maar zijn overleden broer had pastoor moeten worden. Voortdurend geeft Meester signalen over zijn oog en gevoel voor lichamelijkheid; eerst subtiel, daarna steeds openlijker. De zintuiglijke pastoor blijkt een geestelijke met veel begrip, ook voor een anders geaarde seksualiteit: hij laat zijn kapelaan ongestoord ‘snurken’ met de kok.
In het tweede deel krijgt Pex een verhouding met zijn huishoudster, Martine Landman. Daar zijn niet altijd even fraaie zinnen aan voorafgegaan: ,,In de mooie kamer verschenen er taferelen tussen juffrouw Landman en hem voor zijn geestesoog die hem deden sidderen.” Spannender is dat de twee betrokken raken bij het verzet en toch de mooiste tijd van hun leven doormaken.
Het ware drama volgt in deel drie. Nog steeds is Pex druk om ‘het juiste standpunt in te nemen’. De wereld lijkt veranderd, maar in Veenhuizen zijn de verhoudingen niet wezenlijk gewijzigd, alleen de gedetineerden hebben een andere, meer politieke achtergrond. Pex is erbij gaan drinken en bemerkt dat de afstand tussen hem en zijn huishoudster groeit. Nog voor hij zijn leven een wending kan geven, grijpt een hogere macht in.
Daarmee zijn we op een opvallend punt beland. Het lijkt alsof niet de schrijfster in Hollands Siberië de teugels in handen heeft, maar dat de roman in banen wordt geleid door archieven, research en dus geschiedenis. Een geschiedenis die invoelend en naar de geest van de tijd wordt beschreven, die een waarachtig beeld geeft van een aanvankelijk gesloten gemeenschap. Maar bovenal een geschiedenis die meer over het verleden dan over het heden vertelt.
Titel: Hollands Siberië. Auteur: Mariët Meester. Uitgever: De Arbeiderspers. Prijs: 19,95 euro (280 blz.)