Zo. Even een paar vrienden maken. Met een stukje over Roet, Drents letterkundig tiedschrift sinds 1979. Naar aanleiding van de presentatie van het nieuwste nummer van de 36ste jaargang, in een nieuwe vormgeving, dit keer door vakman Albert Rademaker. De vorige vormgeving, door Mieke-Martje van der Broek, heeft tien jaar dienst gedaan.
Bij de presentatie in cafe 't Keerpunt vertelde Hermien Haar zondag namens uitgeverij Het Drentse Boek dat Roet op dit moment 274 abonnees telt. Dat lijkt, afgezet tegen de 489.912 inwoners van Drenthe, niet zo heel veel. Even leek het er ook op dat Roet zou worden ondergebracht in een groter geheel, samen met het volledig Drentstalige Maandewark/Oeze Volk, het iets grotere tijdschrift van Het Drentse Boek.
Als de nieuwe vormgeving iets duidelijk maakt, dan is het dat Roet zelfstandig verder mag en gaat.
Het Drentse Boek heeft zich laten overtuigen dat Roet en Maandewark/Oeze Volk zulke onverenigbare tijdschriften zijn, dat bij samengaan lezers van beide kanten zullen weghollen. De abonnees van Roet zouden het gebabbel van Maandewark/Oeze Volk niet kunnen verdragen. De lezers van Maandewark/Oeze Volk zouden de Drentstalige literatuur niet begrijpen. Een verlies-verlies-situatie.
Daarbij, zegt de redactie van Roet, is 274 abonnees helemaal zo slecht niet. Als je het afzet tegen de abonnee-aantallen van Nederlandstalige literaire tijdschriften, die verschijnen in een land met 16,77 miljoen inwoners, doet Roet het naar verhouding heel goed. De abonnees lopen ook niet zo hard weg als bij, zeg, Dagblad van het Noorden. In 2004 telde Roet nog zo'n 300 abonnees. De afgelopen tien jaar zijn derhalve slechts 25 afgehaakt.
Toch moet er een moment komen waarop het blad verdwijnt, of in het meest gunstige geval opgaat in een groter geheel. Dat is nu eenmaal het lot van te kleine tijdschriften waar geld bij moet en Roet is zo'n klein tijdschrift, ongeacht de inhoud. Hermien Haar sprak namens Het Drentse Boek echter hoop uit dat Roet nog zeker vijf jaar zelfstandig door kan, en dat er komende jaren weer 25 abonnees bijkomen. Om het geld hoeft men het niet te laten: voor 13 euro 50 krijg je vier nummers.
13 euro 50 is geen geld. Sterker, het is veel te weinig voor een blad dat wordt betaald met provinciale subsidie ter behoud en stimulering van de streektaal. Het is een bedrag met een boodschap: schrijvers verdienen hier niks aan, de uitgever legt hier geld op toe, het behoud van streektaal is goedkoop en vrijwillig. Maar dan heb je ook wat: een voorwoord, essays, slim körte verhaolties, besprekings waarin geen onvertogen woord valt en gedichten.
Zouden de lezers van Maandewark/Oeze Volk daar nu werkelijk van schrikken? Om maar meteen een antwoord op die vraag te geven: natuurlijk niet. Net zomin als lezers van Roet erover vallen als light-verse af en toe overgaat in gebabbel. Verscheidenheid siert de streektaal. Hoe mee stemmen in het koor – hoog, laag, oud, jong – hoe beter. Zeker nu het aantal streektaalsprekers en lezers in Drenthe afneemt.
Het Drentse Boek heeft een kans laten liggen op een groter bereik voor de kwaliteit van Roet. Als de cijfers uit Beilen kloppen, en dat doen ze niet altijd, telt Maandewark/Oeze Volk 2000 abonnees. Die in de Drentse taol geïnteresseerde lezers laat de redactie lopen vanuit de misvatting dat zij de gedichten van Ria Westerhuis niet zouden begrijpen. Hier worden smeltende ijsbergjes in stand gehouden. Traag smeltend, maar onverminderd smeltend. Je vraagt je af wie daar bij gebaat is.