Papier passé? Literatuur op het scherm
18-3-14
Achteraf weet je pas hoe goed het was. In 2008 werd in Nederland een recordaantal boeken verkocht: 50 miljoen exemplaren. Uitgevers verdrongen elkaar bij het uitbrengen van meer nieuwe titels. Gouden tijden. 2008 was ook het jaar waarin het aan Philips gelieerd technologiebedrijf iRex de iLiad lanceerde, een leestablet met elektronische inkt, het begin van het nieuwe lezen. Het apparaat flopte.
Sindsdien gaat het bergafwaarts met Nederland Leesland. De verkoop van boeken daalde naar 41 miljoen exemplaren in 2013. Uitgevers fuseerden en haalden de stofkam door hun fondsen. Het aantal nieuwe titels werd van 21.000 teruggebracht tot 17.000 per jaar, 300 bibliotheken werden gesloten. Boekhandelsketen Polare, goed voor twintig winkels waarvan sommige met een geschiedenis tot in de negentiende eeuw, ging failliet.
Er zijn altijd kansen, zeggen ondernemers. En in de boekenbranche liggen de kansen bij het lezen op het scherm. De iLiad mag dan zijn geflopt, z'n opvolgers hebben voet aan de grond gekregen, de iPad van Apple voorop. Volgens marktonderzoeker GfK hebben zeven miljoen Nederlanders een tablet en 8,5 miljoen een smartphone. In 2011 waren in Nederland 327.000 e-boeken betaald binnengehaald. Vorig jaar waren dat er 1,3 miljoen, de illegaal verspreide exemplaren niet meegerekend.
We lezen nog steeds in Nederland. Misschien wel meer dan ooit, maar dan vooral op de aanraakschermen van tablets en telefoons. En boeken kopen doen we ook nog steeds, in toenemende mate via internet. Uitgevers zoeken naarstig manieren om deze groeimarkt te bedienen. Bijvoorbeeld door van papieren boeken via internet ook een elektronische versie uit te brengen, al gebeurt dat nog niet bij alle titels.
Kleine Uil is een van de uitgeverijen die werk maakt van het lezen op het scherm. ,,Vooralsnog zijn het experimenten die ons geen geld mogen kosten”, nuanceren uitgever Peter ten Hoor en redacteur Coen Peppelenbos. ,,Niemand weet welke kant het precies opgaat. Wat we wel weten is dat het digitaal lezen eerder zal toe- dan afnemen. Digitaal groeit jaarlijks een procent. Het gaat niet zo knetterhard als iedereen beweert, maar over tien jaar is het tien procent. En tien procent is enorm.''
Bij de experimenten (,,We moeten het leuk vinden.”) beperkt Kleine Uil zich niet tot de inmiddels reguliere e-boeken. Peppelenbos toont op zijn iPad een op naam gesteld exemplaar van Erik Nieuwenhuis' columnbundel ‘Huis van bewaring'. Strikt persoonlijk en daarmee lastig op grote schaal illegaal te verkopen. Ten Hoor vertelt over het e-boek van de dichtbundel ‘Vallende mannen', waarbij de dichter zelf de gedichten voorleest. ,,De karaoke-versie”, typeert Peppelenbos.
In 2010 begon Kleine Uil een internetversie van literair tijdschrift Tzum, naast de papieren uitgave. Ten Hoor: ,,Om de communicatie met de lezer te vergroten.” Sinds 2012 verschijnt Tzum alleen nog digitaal. En dan niet vier keer per jaar betaald, maar dagelijks en gratis, dankzij advertenties en boekenverkoop via Bol.com. Peppelenbos: ,,Onlangs zijn we een Tzum-reeks gestart, papieren boeken met teksten die eerst op de site zijn gepubliceerd.''
Andersom gebeurt ook. Sinds een aantal weken publiceert Kleine Uil het grotesk-komisch heldengedicht ‘De Jobsiade' uit 1874 als online-feuilleton op Tzum. Met instemming van vertaler Ard Posthuma. ,,We brachten dit boek in 2007 uit, maar het werd destijds nauwelijks opgemerkt”, treuren Ten Hoor en Peppelenbos. ,,Het omzetten van de oorspronkelijke versie naar een e-boek is vrijwel geen moeite. Op deze manier is het weer beschikbaar. Je hoeft als kleine uitgever niet meer te wachten tot een boekhandelaar in Amsterdam besluit iets in zijn kast te zetten.”
Het digitaal ontsluiten van literair erfgoed is niet nieuw. In 1999 richtte de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) op, een website met vele honderden literaire teksten, van ‘Souterliedekens' van Willem van Zuylen van Nyevelt uit 1540 tot en met ‘Veldheer' van Bart F.M. Droog uit 2013. Ook de ‘Max Havelaar' van Multatuli – negende druk uit 1900 – kan via de DBNL als e-boek worden gelezen. Gratis.
Bij de DBNL gaat het om rechtenvrije teksten. Bij de ‘gewone' bibliotheek kunnen sinds januari ook meer courante e-boeken worden geleend. De openbare digitale catalogus telt op dit moment 5000 titels, volgens de bibliotheek een kwart van de in Nederland beschikbare e-boeken. Niet alle uitgevers stellen hun e-boeken aan de bibliotheek beschikbaar. En ook moet gezegd dat het lenen via de bibliotheek met veel rompslomp gepaard gaat. Gemak dient de mens, maar niet altijd.
De terughoudendheid van uitgevers heeft te maken met de lancering van een betaalde streamingdienst voor e-boeken, in de geest van Spotify en Netflix. Vorige maand kondigden de concerns Lannoo en WPG – onder meer De Bezige Bij, De Arbeiderspers, Querido, Athenaeum-Polak & Van Gennep – dat nog dit jaar in Nederland en Vlaanderen volop online digitaal gelezen kan worden. Tegen een nog onbekend bedrag per maand. Een bibliotheekabonnement inclusief e-boeken kost slechts 60 euro per jaar.
De prijs van een e-boek wordt als oorzaak genoemd dat lezen op het scherm in Nederland achterblijft bij de Verenigde Staten. Volgens schrijvers – die hun gewerkte uren niet kunnen doorberekenen – is die prijs te laag. Volgens economen – die de Engelstalige boekenmarkt als maatgevend zien – is de prijs te hoog. Een doorbraak wordt verwacht als webwinkel Amazon.com zich, mogelijk dit jaar, in Nederland vestigt en marktleider Bol.com met serieuze concurrentie te maken krijgt.
Een e-boek hoeft niet per definitie duur te zijn, het gehanteerde btw-tarief en het redactiewerk maakt veel verschil. Uitgeverij De Bezige Bij lanceerde vorig jaar de zogeheten Vleugels-reeks, korte verhalen als e-boek. Vooralsnog gaat het om vijftig titels per jaar, zowel klassiekers als verhalen van jonge schrijvers. Voor nog geen 3 euro is een originele, digitale Peter Buwalda of Maartje Wortel te koop.
Uitgeverij Fosfor brengt ‘longreads' uit: veelzijdig leesvoer, langer dan een tijdschriftartikel, korter dan een boek. Vanuit het idee dat de moderne lezer wil weten wat hem te wachten staat, geeft Fosfor vooraf een inschatting van de uiteindelijke leestijd: om en nabij een uur. Dat is exclusief het gebruik van extra mogelijkheden, want behalve woorden biedt de ‘longread' ook foto's, plattegronden, achtergrondinformatie, een luisterboek. Zelfs bewegend beeld is mogelijk.
In de jongste Fosfor-uitgave – leestijd tachtig minuten – vertelt Frank Westerman over de dood van Marian Heij uit Wageningen, op basis van boeken uit haar collectie. Hoe Heij de boekhandel van haar ouders na lezing van ‘De eeuwige bron' van Ayn Rand tot grote bloei wist te brengen, zich in de armen van ‘Nasreddine de woestijnprins' stortte en vervolgens zelfhulpboeken begon te lezen.
De woestijnprins zou Heij hebben omgebracht, in mei dient het hoger beroep in deze Wageningse gifmoord. Heij had haar winkel voor heel veel geld verkocht. Dat was in 2008, de goede tijd, net voor de introductie van de iLiad. De titel van de nieuwe Westerman is niet minder ironisch: ‘De dood van een de boekverkoopster'. Zijn ‘longread' is alleen via internet verkrijgbaar. Voor 2,99 euro.
,,Het papieren boek zal blijven bestaan'', voorspellen ze bij uitgeverij Kleine Uil. Uitgever Ten Hoor: ,,Sinds vorig jaar geven wij geen papieren catalogi meer uit voor de boekhandel, maar zijn de aanbiedingen van ons fonds digitaal. Dat scheelt geld.” Redacteur Peppelenbos: ,,2013 was een heel goed jaar voor onze uitgeverij. We verkochten meer dan ooit, vooral dankzij het fotoboek ‘Groeten uit Groningen', een uitgave die niet als e-boek is verschenen.”
De komende jaren zal het digitaal lezen een vlucht nemen. ,,Dat kun je zien als een probleem. Maar je kunt ook proberen het hoofd te bieden aan de nieuwe omstandigheden”, formuleert Ten Hoor. ,,Je moet alles bijhouden, je moet overal actief zijn'', zegt Peppelenbos. ,,Dat is even wennen, maar het is ook een verrijking. Terug naar een centraal geleid communistisch systeem met slechts één merk hagelslag, dat wil niemand.”