Ingezonden mededeling: Bluesfestival Hoogeveen
Echo Beach - Martha and the Muffins

Willem Bilderdijk: Dichter des Koninkrijks

Honings__Zonneveld_-_De_gefnuikte_arendBij de viering van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden past een biografie van Dichter des Koninkrijks Willem Bilderdijk. Rick Honings en Peter van Zonneveld schreven hem.

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg een groepje Hoogeveners opdracht namen te verzinnen voor de nieuwe straten bij het raadhuis. Met behulp van het net verschenen Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde van G.P.M. Knuvelder op tafel kostte dat geen moeite: Vondel kreeg een straat, Bredero kreeg een straat, net als Huygens, Cats en Revius. Iemand opperde Da Costa, daarna viel de naam van diens leermeester Willem Bilderdijk.

Met die keuze gaf de straatnamencommissie blijk van karakter. Meer precies: het liet zien dat Hoogeveen toen al wars was van nieuwlichterij en modegrillen. Dat het, bijvoorbeeld, de literaire revolutionair Multatuli minder hoog achtte dan de vertegenwoordigers van de Leidse school die in het begin van de negentiende eeuw het gezicht van de Nederlandse literatuur bepaalden. Van Bilderijk werden in de oorlog tenminste rijmprenten verspreid. Noem het conservatief, noem het vooral degelijk.

Hoe zou de keuze zijn verlopen als de commissie niet over Knuvelder, maar over De gefnuikte arend kon beschikken, de net verschenen biografie van Bilderdijk (1756 – 1831)? Stel dat een van de Hoogeveners had gelezen over het eerste huwelijk van deze echte vaderlander, deze Dichter des Koninkrijks die zijn vrouw kort na de bevalling van een te vroeg gestorven kind 'met de vuist op het hoofd en in het gezicht sloeg en haar aan de haren uit het bed de gang op sleepte'.

Dat alles omdat zij, in een poging aan te sterken, koffie en een boterham wilde in plaats van de door haar alles beter wetende man voorgeschreven melk en beschuit. Misschien dat iemand in de straatnamencommissie zou opmerken dat het andere tijden waren, dat een vrouw eind achttiende eeuw eenmaal moest doen wat een wettige echtgenoot haar opdroeg. Dat we het huiselijk geweld los moeten zien van Bilderdijks verdiensten voor de natie.

Verder lezend in De gefnuikte arend zou de commissie vervolgens op een levensfase zijn gestuit waarin de grote schrijver vrouw, gezin en vaderland verruilde voor Engeland. Noodgedwongen, omdat hij in woord en geschrift op luide toon zijn steun had uitgesproken aan de in ongenade gevallen Stadhouder en prins Willem V. In Londen leerde de 40-jarige Bilderdijk een 19-jarig meisje kennen. Een jaar later vertrok hij met deze 'leerlinge' naar Duitsland waar hij bij haar een kind verwekte.

Willem Bilderdijk was een vreselijke vent, die overigens zeer verdienstelijk kon tekenen. Rick Honings en Peter van Zonneveld draaien er in hun uitputtende, ietwat schoolse levensbeschrijving allerminst om heen. Uitvoerig schetsen ze chronologisch een beeld van egocentrisch man die als kind met een broze gezondheid en een misvormde voet opgroeide in Haarlem. Die geïsoleerd levend via boeken de wereld leerde kennen en door zelfstudie tal van talen leerde en wetenschappelijke terreinen verkende.

Het woord wonderkind valt in de biografie, er is sprake van genialiteit en er worden vergelijkingen gemaakt met Goethe. De biografen wekken de indruk dat de jonge Bilderdijk zeer wijs was voor zijn leeftijd en omgeving, dat niemand hem kon of wilde corrigeren.

Het literair vernuft waarmee hij beroemd zou worden, kwam in 1776 aan het licht tijdens een poëzieconcours in Leiden. Bilderdijk had anoniem een gedicht ingestuurd over het onderwerp 'de invloed der Dichtkunst op het bestuur van den Staat' en won. Een jaar later deed hij opnieuw mee, dit keer met een gedicht over het onderwerp 'De waere liefde tot het vaderland'. Na zijn tweede overwinning concludeerde hij: 'Nu moest ik wel Poëet zijn'.

Omdat een mens ook toen geen boterham met gedichten kon verdienen, werd Bilderdijk advocaat. Hij behandelde zaken die hem in het kamp van de Oranjes deed belanden. Spraakmakend was onder meer zijn verdediging van de Rotterdamse volksvrouw Kaat Mossel, door de Patriotten neergezet als sloerie van Oranje. Toen in 1795 de Fransen het land binnenvielen, bleek de positie van de poëet en jurist politiek onmogelijk geworden.

Wat volgt in De gefnuikte arend is een fascinerende combinatie van staatkundige, sociale, economische en literaire geschiedenis – niet altijd even losjes opgeschreven. De banneling probeerde na Londen in Brauschweig zijn kost te verdienen als leraar, tevergeefs dromend van goed betaalde betrekkingen in dienst van de verdreven Oranjes. Z'n gezondheid verslechterde, de kinderen die hij bij zijn tweede vrouw verwekte, stierven. Voor zover hij het nog niet was, raakte hij zwaar depressief.

De literaire productie leed er niet onder. Bilderdijk bleef schrijven, in uiteenlopende genres; over politiek, wetenschap en literatuur, publiceerde volop. Hij wist zijn 'ongelukkig lijden' om te zetten in een vurig verlangen gericht op herstel en eenheid onder God en een vorst. In 1806 keerde hij terug naar Nederland waar Lodewijk Napoleon – ons 'konijn', de broer van Napoleon – hem een baan als taaldocent bezorgde.

Het moment waarop hij in Leiden terugkeerde was voor een schrijver ideaal. De standenmaatschappij veranderde, er werd steeds meer gereisd, wetenschappelijke ideeën namen de plaats in van oude wetten. Er werd een natie gevormd, een gevoel van verbondenheid was nodig en de geëngageerde veelschrijver Bilderdijk bleek daarbij zeer bruikbaar en nuttig.

Waarmee niet is gezegd, dat hij zich voor ieder koetsje liet spannen. Bilderdijk was te zeer een self made man om de boodschap van anderen een op een over te brengen. Daarbij verkeerde hij voortdurend in geldnood, ook omdat hij voor zichzelf een andere status zag dan die van armlastig huisdocent met aanzien. Hoogleraar wilde hij worden, in 1811 volgde een faillissement. Na het vertrek van de Fransen vestigde hij in 1813 zijn hoop op de terugkeer van de Oranjes.

"Het land is behouden, de vijand verdreven!/ Het land is behouden, de Koning moet leven!/ Hy komt ons de Vrijheid, de vrede hergeven", dichtte Bilderdijk in 1814 in een van zijn vele nationalistische verzen. Toen onder diezelfde koning, Willem I van Oranje-Nassau, een jaar later een ander tot hoogleraar in Leiden werd benoemd, betekende dat een grote teleurstelling. In 1818 volgde een tweede dreun: zoon Julius overleed als matroos op de Javazee. De jaren daarna begon hij zich terug te trekken uit het openbare leven, als mopperende reactionair.

Op dat punt aangekomen hebben Honings en Van Zonneveld nog honderd bladzijden nodig om de neergang van Bilderdijk te beschrijven. Ook dat doen ze nauwgezet, niets wordt weggelaten en soms is dat jammer. Na Conrad Busket Huet trokken vervolgens Multatuli en de Tachtigers 'onze grootste dichter' van zijn voetstuk. Pogingen van Knuvelder, Godfried Bomans en J.C. Bloem in twintigste eeuw om hem terug op de sokkel te krijgen, mochten niet baten. En zo verwerd de eens zo grote Bilderdijk tot een curiosum in de letteren, een echo van ons vaderlands verleden.

Wie nu zijn gedichten leest, zal zich verbazen over het vuur dat Bilderdijk in zijn regels en zinnen wist te stoppen. Waar hij ook over schreef, over het Koningshuis of ongedierte, hij deed het alsof het zijn laatste woorden konden zijn. Gelet op zijn geestesgesteldheid, kwakkelende gezondheid en levensloop was dat zo vreemd nog niet. Bilderdijk was niet alleen heilig overtuigd van zijn kennis en gelijk, hij was er ook heilig van overtuigd dat zijn leven ieder moment afgelopen kon zijn. Wat geen domme gedachte is.

Op straat leeft Bilderdijk ondertussen voort. Zoals in Hoogeveen, waar ze naast een Bilderdijklaan ook een Bilderplein kennen. En alsof dat niet genoeg is binnenkort ook een Bilderdijk-appartementencomplex. Vorige maand is met de bouw gestart.

Boek De gefnuikte arend. Het leven van Willem Bilderdijk (1756 – 1831) Auteurs Rick Honings en Peter van Zonneveld  Uitgever Bert Bakker Prijs 49,95 euro (654 blz.)