De ontregelende kunst van Mirjam Veldhuis
27-8-13
Verrassing in Stadskanaal. In de watertoren – bouwjaar 1935, niet meer in dienst – is deze zomer verspreid over vier verdiepingen een tentoonstelling te zien met keramische objecten van Mirjam Veldhuis uit Stadskanaal. Advies vooraf: treedt binnen en laat al uw ideeën en opvattingen varen over hoe kunst eruit zou moeten zien.
Het lijkt nergens op wat Veldhuis maakt, ze borduurt voort op de opvattingen over anti-kunst van Lucio Fontana (1899-1968). De titel van haar tentoonstelling, Witte Olifanten, als verwijzing naar iets uitzonderlijks, is goed gevonden. Je zou de objecten in de watertoren fantasiefiguren kunnen noemen. Soms doen ze denken aan koraalrif, maar net zo vaak aan parasieten en vergroeiingen.
Dat alles heel bewust, vertelt Veldhuis tijdens een rondleiding. "Ik probeer het zo onbepaald mogelijk te houden, zodat je blijft kijken. Was het niet Albert Waalkens die zei dat kunst door de oogjes naar binnen gaat? Het is een tamelijk intuïtief gebeuren. Tijdens het maken rol ik van het een in het ander. Het geeft een contrast met dagelijks bestaan waarin alles vaak zo gestructureerd moet."
De objecten van Veldhuis zijn gedurfd en verwarrend, misschien wel juist omdat een kijker naar verhalen en houvast verlangt. "Ik hou enorm van verhalen, maar niet in mijn kunst", zegt Veldhuis. Het is dan ook tevergeefs zoeken naar maatschappelijke thema's in haar werk. "Geëngageerde kunst? Interessant, hoor, maar gaat u verder. Ik heb wel ideeën over de maatschappij, maar mijn objecten zijn geen beelddragers."
Ze vertelt over een tentoonstelling in Oldenburg, met kunst gemaakt in de tijd er nog een West- en een Oost-Duitsland bestond. "Daar zat een Oost-Duits filmpje tussen met een man die zonder kleren het water in rent en er weer uit loopt. Heel ongewoon. Dat je dacht: 'Maar wat is dít?' Ongrijpbaar en juist daardoor voor het Oost-Duitse regime erg provocerend. Dat maakte diepe indruk op mij."
Veldhuis
(Voorschoten, 1961) volgde in de jaren tachtig een kunstopleiding aan de
keramiekafdeling van Minerva in Groningen. Eind jaren negentig besloot ze haar
manier van werken om te gooien. "Ik begon kleiconstructies te bouwen, zo
hoog dat ze door de zwaartekracht instortten. Het gaf me het gevoel dat ik met
klei in de lucht aan het tekenen was, dat ik dat potloden- en kwastengedoe niet
meer nodig had."
Haar objecten ontstaan zonder plan vooraf. "Het materiaal zelf is een belangrijke inspiratiebron. Soms ontstaat een visueel gegeven uit een doodsimpele handeling. Soms werk ik door op wat ik eerder hebt gemaakt. Een object is klaar op het moment dat het jezelf gaat verbazen." Vrijblijvend is dat allerminst, zegt ze. "Er gaat een hoop planning aan het maakproces vooraf."
Behalve de buitenissige vormen vallen de veelkleurige glazuren op. "Ik moest vroeger nooit iets van glazuur hebben. Ik was true to material, de kleur van het materiaal moest het zijn. Maar de mogelijkheden van glazuur zijn enorm, er gebeurt van alles in zo'n oven waar je geen grip op hebt. Soms is het moeilijk te beoordelen of iets is gelukt, daar speel ik ook mee. Wat volgens de traditie fout is, kan ik heel mooi vinden."
Haar
werk laat zich op verjaardagen en partijen lastig uitleggen. "Het hangt er
natuurlijk van af of mensen er ontvankelijk voor zijn. Het best is het als ik
er een plaatje bij kan tonen. Ik heb een tijd visitekaartjes gehad met héél
kleine afbeeldingen. Daar kwam prachtige gesprekken uit voort. 'Wat is dat?',
vroegen mensen. En dan kon ik ze dit verhaal vertellen."
Tentoonstelling
De tentoonstelling Witte olifanten is tot half september te bezoeken in de watertoren van Stadskanaal. Melden bij het Streekhistorisch Centrum Stadskanaal, Ceresstraat 2. Open di tot en met vrij 13.00-17.00 uur, zo 14.00-17.00 uur. Zie ook www.mirjamveldhuis.nl.