Jan Glas laat u zweven
Halverwege de 'Volledige Werken' van W.F. Hermans

Tussen liefde en gruwelen

Ter gelegenheid van het Nederland-Ruslandjaar lees ik voor Dagblad van het Noorden klassiekers uit de Russische literatuur – van vroeger tot nu. Aflevering 5: Verhalen van Isaak Babel.

IsaacBabelIn Mijn eerste honorarium van Isaak Babel (1894 – 1940) overkomt een jongen een ramp: hij is 20 en wordt niet bemind. In de kamer naast hem hoort hij de buren bezig: 'razend van liefde, als grote vissen opgesloten in een potje'. "De staarten van die verdwaasde vissen sloegen tegen de tussenwand. Ze lieten onze zolder, zwartgeblakerd door de loodrechte zon, schudden op zijn grondvesten, rukten hem los en voerden hem mee in het oneindige." Babel beschrijft subtiel hoe de jongen gek van geilheid wordt. "Ik kon alleen maar op zoek gaan naar liefde. En natuurlijk vond ik die. Tot mijn geluk of ongeluk bleek de vrouw die ik uitkoos een prostituee."

Mijn eerste honorarium is een van de vele vertellingen in Verhalen, een bundel die afgelopen maand bij uitgeverij Van Oorschot is verschenen in een voortreffelijke vertaling van Froukje Slofstra. Eerder vertaalde zij het verpletterende monument Leven & Lot van Vasili Grossman, een schrijver die onmiskenbaar veel van Babel heeft opgestoken. Babel op zijn beurt heeft veel geleerd van Anton Tsjechov.

Verhalen toont ons een meester in een vorm die het midden houdt tussen een zeer kort verhaal en een schets of miniatuur. En dan zo opgeschreven dat het doet denken aan wat veel later new journalism is gaan heten. Wat Babel schrijft, is uit het leven gegrepen, het is rauw realisme met een teder randje, en omgekeerd.

Geweld, seks, antisemitisme, kritiek op het communisme, oog voor onrecht, tegenstellingen, wantoestanden en onmacht. Babel beschreef wat zag hij en dacht en gebruikte daarbij prachtige beschrijvingen. Bijvoorbeeld betreffende bibliothecarissen: "Ze kauwen voortdurend ergens op, ze praten op een geoefende fluistertoon; ze zijn, kortom, bedorven door het boek, doordat ze nooit eens hartgrondig kunnen gapen."

In de jaren twintig was Babel in de nog jonge Sovjet-Unie een van de meest gelezen schrijvers, mede dankzij De rode ruiterij, zijn legerverhalen. In de jaren dertig raakte hij geïsoleerd en uiteindelijk 'verdacht'. In 1939 volgde een arrestatie en beschuldiging van spionage en trotskisme; zijn werk werd in beslag genomen. In 1953 ontving zijn familie het bericht dat hij op 17 maart in 1941 onder 'onbekende omstandigheden' was overleden. Later bleek dat Babel in 1940 was geëxecuteerd.

De jongen van 20 uit Mijn eerste honorarium gaat met de prostituee mee. Nadat ze in zijn portemonnee heeft mogen kijken, houdt ze hem tergend lang aan het lijntje. Hij besluit haar een verhaal te vertellen waaruit zij concludeert dat hij een hoertje is: " 'Zusje,' fluisterde ze, terwijl ze naast me op de vloer neerzeeg, 'zusje van me, hoertje ..."

Even later schrijft Babel: "Die nacht onderwees de dertigjarige vrouw me in haar vak. Die nacht heb ik geheimen vernomen die u nooit zult vernemen, liefde gevoeld die u nooit zult voelen, de woorden gehoord die een vrouw tot een andere vrouw richt. Ik ben ze vergeten. Het is ons niet vergund zoiets te onthouden."

Boek Verhalen Auteur Isaak Babel Uitgever Van Oorschot Prijs 45 euro (570 blz.)