Previous month:
mei 2013
Next month:
juli 2013

Over 'NRD Zomer 2013'

NRDIn tijden van abonnee- en advertentieschaarste een cultureel tijdschrift beginnen – je moet het durven. Gerard Stout en Martin Koster namen het initiatief voor NRD, een periodiek dat zich in het Nederlands en het Nedersaksisch op Noord-Nederland en Ostfriesland richt. Geen website, geen gedoe in de digitale sociale ruimte, geen app, geen massa, maar terug naar het papier.

Onder het motto 'weg met de grens' staat NRD open voor poëzie, proza, beeldende kunst, toneel en erfgoed. Het blad wordt op bijzondere wijze samengesteld, zonder uitgever. Wie een zinnige bijdrage wil leveren, betaalt een kleine bijdrage en garandeert zich van een plek op een podium voor serieus geïnteresseerden. Dit keer met stukken van onder anderen Jan Siebo Uffen, Gerd Constapel, Tonko Ufkes, Flip Drukker en Chrétien Schouteten.

Tijdschrift NRD Zomer 2013 Redactie Gerard Stout e.a. Informatie gerardstout@kpnmail.nl


Eerbetoon aan Rieks Siebering

RoetHet voorjaarsnummer van Drents Letterkundig Tiedschrift Roet staat geheel in het teken van Rieks Siebering. Volgens het voorwoord omdat de redactie zo of en toe een themanummer prissenteert over een schriever die het verdient um ies een maol extra in de belangstelling te staon. Het zal ook, zoals Lukas Koops het uitdrukt in een interview, met de 'sukkelende gezondheid' van Siebering (1941) te maken hebben. "Het wordt niet beter. Eerder slechter", zegt deze.

Eufemisme is een Drents woord.

Ondertussen is dit voorjaarsnummer een prachtig eerbetoon. Bijna iedereen die er in de schrieverij toe doet grijpt het woord: Ton Peters, Marga Kool, Jan Veenstra, Rouke Broersma, Henk Nijkeuter, Abel Darwinkel. Lovend, maar ook kritisch – geheel in de geest van de inmiddels uitgeschreven Siebering. De mooiste woorden komen van Anne Doornbos: 'Hij bracht de taol, dat bijkaans/ onbegaonbare en/ niet te ziene pad,/ dat overgruid deur dreumen/ lag, terug an taofel'.

Titel Roet Veurjaor 2013 Redactie Lukas Koops e.a. Uitgever Het Drentse Boek


Broken Brass Ensemble naar ZomerZinnen

Broken Brass EnsembleMet het vastleggen van het Broken Brass Ensemble, naast de schrijvers Jessica Meijer, Sabine van den Berg, Carel ter Linden, Christine Otten en David Pefko, is het programma van literair festival ZomerZinnen in Meppel compleet. Eerder werd al de komst van onder anderen Leon de Winter, Anne Vegter, Herman Brusselmans, Esther Gerritsen en Maxim Februari aangekondigd. ZomerZinnen, het grootste literair festival van Noord-Nederland, wordt 22 juni gehouden en is tevens de start van Meppel als culturele gemeente van Drenthe. Kaarten kosten 10 euro. Zie ook www.zomerzinnen.nl


Halverwege de 'Volledige Werken' van W.F. Hermans

Hermans_omslagvw5Een mega-klus die gestaag vordert. Sinds 2005 worden in Den Haag bergen verzet voor de publicatie van de Volledige Werken van W.F. Hermans. 24 banden zullen het worden, verdeeld over negen genres. Steeds 800 à 1000 bladzijden dik, steeds wetenschappelijk verantwoord. Het nu verschenen deel 5 bevat Onder professoren en Uit talloos veel miljoenen. Oftewel: de romans die Hermans (1921-1995) vol kwaadheid schreef na zijn vertrek uit Groningen.

De meningen of ze tot het beste behoren van wat hij heeft schreven, waren en zijn verdeeld. Maar vele tienduizenden lezers hebben een plezier beleefd aan de boeken die hij vanuit Parijs naar Nederland stuurde. 120.000 exemplaren van Onder professoren (1975) werden tijdens het leven van Hermans verkocht, daarna volgden nog enkele herdrukken. Uit talloos veel miljoenen (1981) zag hij 65.000 keer langs de kassa gaan.

In een commentaar aan het slot van deel 5 staan de bezorgers uitvoerig stil bij de tot standkoming ('Onverwacht uitstel wegens handblesure na openen bierflesje') en ontvangst van beide romans. Het meest tot de verbeelding spreekt nog altijd het gedoe rondom Onder professoren, waarin een mi-lieu wordt beschreven dat destijds grote overeenkomsten leek te hebben met de universiteit in Groningen waar Hermans in 1973 met slaande deuren was vertrokken.

Een sleutelroman en een afrekening, oordeelden critici. Vooral nadat bij een bespreking in Nieuwsblad van het Noorden een kadertje was geplaatst onder de kop Wie is wie? Hermans zelf zag het anders: hij was al ver voor de problemen rond zijn functioneren aan de roman begonnen. "Dit boek gaat over een gefantaseerde universiteit, met gefantaseerde personages, er is geen sprake van dat sommige personages op bestaande personen zouden zijn geïnspireerd", blikte hij in 1981 terug.

Een schrijver zou zich nooit moeten uitlaten over wie model heeft gestaan voor zijn personages, betoogde hij in 1986. "Ze zouden een soort beroepsgeheim in acht moeten nemen op dit gebied, anders vervaagt de grens tussen literaire schepping en laster. Het is al erg genoeg als critici met onthullingen komen, vooral als die onthullingen nergens op slaan. (…) Maar als je begint in het openbaar die dingen tegen te spreken, is het einde zoek."

De Groningers die zich in Onder professoren meenden te herkennen, deden daar in de regel niet moeilijk over. "Het beeld dat Hermans van mij geeft, is wel aardig. Maar ik heb hem wel kwalijk genomen dat hij me een schattige man noemde", reageerde hoogleraar Theo van Baaren. Hermans over Van Baaren: "Als hij ook nu nog vriendelijk over mij praat, moet hem dat wel haast een bovenmenselijke zelfverloochening kosten."

De versie van Onder professoren die in deel 5 van de Volledige Werken is opgenomen, is licht gewijzigd ten opzichte van 1975. Zoals bij al zijn boeken zag Hermans er nauwgezet op toe dat een nieuwe druk minder fouten zou tellen, de jongste druk zag hij als het meest definitieve boek.

Zo weinig als hij aan Onder professoren heeft gesleuteld, zo veel heeft hij dat gedaan aan Uit talloos veel miljoenen. Bij de tweede druk van deze 'Groninger roman' voegde hij een nieuw slothoofdstuk toe met een 'ingehouden maar juist daardoor intense terugheid'. Dat hoofdstuk kreeg nummer 43, omdat niemand doorhad dat er twee hoofdstukken 37 zijn. Pas twee jaar na het verschijnen van de tweede druk werd de fout ontdekt.

Ook Uit talloos veel miljoenen heeft een academisch milieu als decor. Het verhaal speelt midden jaren zeventig in Paterswolde rond een gezin dat gebukt gaat onder gefnuikte ambities en dromen die niet uitkomen. Het werd destijds net zo gemengd ontvangen als Onder professoren; Hermans zelf vond Uit talloos veel miljoenen geslaagder. "Het zijn boeken waarin niets voorkomt, dat niet zou kunnen gebeuren. Het zijn dus mijn meest realistische boeken", vertelde hij in 1989.

Met deel 5 is de verschijning van de Volledige Werken nu voor de helft voltooid. We krijgen nog een deel met de vier laatste romans. En verder nog banden met verhalen, novellen, toneelteksten, scenarios, beeldend werk en meer. Zo verschijnt dit najaar deel 16 met beschouwend werk, zoals Mandarijnen op zwavelzuur. Maar eerst komt in september deel 1 van de langverwachte Hermans-biografie van Willem Otterspeer, De mislukkingskunstenaar.

Boeken

Onder professoren en Uit talloos veel miljoenen vormen samen deel 5 van de Volledige Werken van W.F. Hermans. Prijs 35 euro (976 blz.). Zie ook www.wfhermansvolledigewerken.nl.

 

 


Tussen liefde en gruwelen

Ter gelegenheid van het Nederland-Ruslandjaar lees ik voor Dagblad van het Noorden klassiekers uit de Russische literatuur – van vroeger tot nu. Aflevering 5: Verhalen van Isaak Babel.

IsaacBabelIn Mijn eerste honorarium van Isaak Babel (1894 – 1940) overkomt een jongen een ramp: hij is 20 en wordt niet bemind. In de kamer naast hem hoort hij de buren bezig: 'razend van liefde, als grote vissen opgesloten in een potje'. "De staarten van die verdwaasde vissen sloegen tegen de tussenwand. Ze lieten onze zolder, zwartgeblakerd door de loodrechte zon, schudden op zijn grondvesten, rukten hem los en voerden hem mee in het oneindige." Babel beschrijft subtiel hoe de jongen gek van geilheid wordt. "Ik kon alleen maar op zoek gaan naar liefde. En natuurlijk vond ik die. Tot mijn geluk of ongeluk bleek de vrouw die ik uitkoos een prostituee."

Mijn eerste honorarium is een van de vele vertellingen in Verhalen, een bundel die afgelopen maand bij uitgeverij Van Oorschot is verschenen in een voortreffelijke vertaling van Froukje Slofstra. Eerder vertaalde zij het verpletterende monument Leven & Lot van Vasili Grossman, een schrijver die onmiskenbaar veel van Babel heeft opgestoken. Babel op zijn beurt heeft veel geleerd van Anton Tsjechov.

Verhalen toont ons een meester in een vorm die het midden houdt tussen een zeer kort verhaal en een schets of miniatuur. En dan zo opgeschreven dat het doet denken aan wat veel later new journalism is gaan heten. Wat Babel schrijft, is uit het leven gegrepen, het is rauw realisme met een teder randje, en omgekeerd.

Geweld, seks, antisemitisme, kritiek op het communisme, oog voor onrecht, tegenstellingen, wantoestanden en onmacht. Babel beschreef wat zag hij en dacht en gebruikte daarbij prachtige beschrijvingen. Bijvoorbeeld betreffende bibliothecarissen: "Ze kauwen voortdurend ergens op, ze praten op een geoefende fluistertoon; ze zijn, kortom, bedorven door het boek, doordat ze nooit eens hartgrondig kunnen gapen."

In de jaren twintig was Babel in de nog jonge Sovjet-Unie een van de meest gelezen schrijvers, mede dankzij De rode ruiterij, zijn legerverhalen. In de jaren dertig raakte hij geïsoleerd en uiteindelijk 'verdacht'. In 1939 volgde een arrestatie en beschuldiging van spionage en trotskisme; zijn werk werd in beslag genomen. In 1953 ontving zijn familie het bericht dat hij op 17 maart in 1941 onder 'onbekende omstandigheden' was overleden. Later bleek dat Babel in 1940 was geëxecuteerd.

De jongen van 20 uit Mijn eerste honorarium gaat met de prostituee mee. Nadat ze in zijn portemonnee heeft mogen kijken, houdt ze hem tergend lang aan het lijntje. Hij besluit haar een verhaal te vertellen waaruit zij concludeert dat hij een hoertje is: " 'Zusje,' fluisterde ze, terwijl ze naast me op de vloer neerzeeg, 'zusje van me, hoertje ..."

Even later schrijft Babel: "Die nacht onderwees de dertigjarige vrouw me in haar vak. Die nacht heb ik geheimen vernomen die u nooit zult vernemen, liefde gevoeld die u nooit zult voelen, de woorden gehoord die een vrouw tot een andere vrouw richt. Ik ben ze vergeten. Het is ons niet vergund zoiets te onthouden."

Boek Verhalen Auteur Isaak Babel Uitgever Van Oorschot Prijs 45 euro (570 blz.)


Jan Glas laat u zweven

Jan Glas is blij. Ontzettend blij. Hij staat op Poetry International in Rotterdam, de 44e editie van het meest prestigieuze poëziefestival van Nederland. Als eerste Groningstalige dichter ooit. Geweldig vindt hij het. "Het is goed voor het Gronings en het is goed voor mezelf", zegt hij. "De waardering, de contacten. De aandacht dat er ook in het Gronings poëzie wordt geschreven. Dat het bestaat."

JanGlasSieseVeenstra
We zitten in de bibliotheek van Groningen. Het is drie maanden nadat hij in Veenhuizen de Dagblad van het Noorden Streektaalprijs ontving voor Dubbel Glas, zijn verzamelde gedichten in het Gronings. Die uitgave – ale gedichten, met foto’s – kan met recht een mijlpaal worden genoemd. Ook omdat Glas (foto: Siese Veenstra), bekroond en bejubeld als de meest moderne streektaaldichter in het Noorden, min of meer is gestopt met het schrijven in het Gronings.


 Dubbel Glas. Ale gedichten"Ik wil dingen vertellen die in het Gronings onnatuurlijk klinken", legt hij uit. "Het Gronings is een werktaal. Een taal van gewone mensen. In Als was ze mijn vrouw, mijn Nederlandse debuut, staat een aantal absurde gedichten. Als ik dat absurde in het Gronings zou doen, is het net alsof die taal op een gekunstelde manier wordt gebruikt. In het Gronings kun je niet te gek doen. Het heeft er ook mee te maken dat mijn schrijven gevoed wordt door een omgevingwaar iedereen Nederlands spreekt. De ideeën die ik opdoe moet ik dan voortdurend in het Gronings vertalen. Er sluipt dan iets geforceerds in."

Jan Glas (Uithuizen, 1958) wilde aanvankelijk beeldend kunstenaar worden. En meldde zich aan bij Academie Minerva. Hij ging beelden van hout maken en collages. "Abstract werk met een relatie naar het figuratieve. Planten en gebouwen. Heel, heel in de verte deed het denken aan de collages van Matisse. Maar het ging te traag. Tussen idee en vorm zit veel tijd, en binnen die tijd ontstaan weer andere ideeën. Ik werd er ook somber van. Het mislukte."

Na een sterfgeval in de familie ontstond de behoefte meer met het Gronings te doen dan enkel grappige teksten te schrijven. "Toen heb ik een gedicht over mijn overleden broer geschreven, wat nooit gepubliceerd is. Ik wilde proberen alles in het Gronings uit te drukken wat ik wilde uiten."

ZummerSindsdien leeft Glas in de letteren. Hij publiceerde de bundels De vangers van zummer, Het getal hondje, Zo is t nait goan. Hij leverde bijdragen aan het Rilke-project Sieben Niedersaksisch en verschillende bloemlezingen, was medesamensteller van De 100 mooiste Groningse gedichten en Verrassend Nedersaksisch. Vervulde veel opdrachten. Won alle belangrijke streektaalprijzen.

En hij ontfermde zich over Krödde, het Grunneger tiedschrift. Wat hem n put werk heeft bezorgd. "Het corrigeren is soms onmogelijk. Omdat het Gronings geen spellingsregels kent, alleen een spellingsadvies. Dus ik moet, samen met Geesje Vos, per tekst kijken waar die schrijver vandaan komt, hoe hij het zegt – en dan weet die schrijver het vaak zelf ook niet eens. Je wordt er niet altijd vrolijk van. Maar het gaat mij erom dat die literatuur, die taal, drijvende blijft."

KroddeSinds twee jaar runt Glas een Groningstalig weblog, Webloug, met dagelijks een nieuwsbericht in het Gronings, veelal vertaald uit het Nederlands. "De makke met streektaal is dat je er geen krant in kunt lezen, er is geen radio, geen televisie. Die taal krijgt geen updates. Ik had vandaag voor Webloug een bericht met het woord repetitor. Eigenlijk zou ik het moeten omschrijven, meneer X is degene die repeteert met het koor. Dat doe ik niet meer. Als je nieuws wilt brengen, moet een taal vlot zijn."


RilkeSiebenNiedersaksischHij pakt Als was zij mijn vrouw erbij en leest regels met woorden als ’domesticeren’ en ’formeren’. "Ik ga dat soort woorden niet naar het Gronings vertalen. Spaigelploatje, ik vind het niet mooi. Er zijn mensen die stroombraifke gebruiken voor e-mailbericht, om de jeugd bij het Gronings te betrekken. Nou, de jeugd slikt nog liever zijn tong in dan dat ie stroombraifke zegt. Niet zeuren, je gebruikt de woorden die er zijn. Alleen een gebruikstaal vult zichzelf aan."

Bij het in ontvangst nemen van de Dagblad van het Noorden Streektaalprijs bedankte hij zijn ouders. "Ik kom heel veel mensen van mijn generatie tegen, opgegroeid in Groningen of Drenthe, en die vinden het jammer dat hun ouders geen streektaal tegen hen gesproken hebben – vanwege de opvatting dat je met een accent niet ver komt in de maatschappij. Ik ben heel blij dat ze mij Gronings geleerd hebben."

HetGetalHondjeGlas ziet zijn gedichten als een voortzetting van zijn beeldend werk, zegt hij. "Ik begon aanvankelijk te schrijven vanuit een idee en dat werd dan een verhaal. Maar om en nabij het gedicht De mooie bakker uit mijn bundel Het getal hondje had ik eerst een zin en dat werd dan later een beeld. Dat is een omdraaiing geweest in mijn manier van werken geweest. Ik heb veel liever dat een verhaal ontstaat, dan dat ik het verhaal al in mijn hoofd heb en dat ik dan daar iets over vertel."

Zijn gedichten ontstaan op een collageachtige manier. "Ik hou van het bijeenbrengen van willekeurige dingen tot een beeld. Het is wachten op een beeld, in die zin ben ik weer terug in de beeldende hoek. De betekenis van een gedicht vind ik niet zo belangrijk, compositie en vorm wel. Het verhaal zit er altijd in, het komt alleen later."

ZoIsNaitGoanHij vertelt over een bezoek aan een museum met oude kunst. "Rembrandt, Rubens. Fantastisch. En opeens stond ik tegenover een blauw abstract werk van Yves Klein. Dat ontroerde me heftig. Het schakelde m’n denken uit. Ook als dichter ben ik niet zo geinteresseerd in wat er wordt bedoeld – dat duwt me de kant van beeldende kunst op. Wat ik een mooie regel vind is deze: ’Een indrukwekkend perspectief van bedwang’. Wat het betekent, weet ik niet. Maar het is wel een heel sterke regel."

110MooisteGroningseGredichtenHet maakt zijn poëzie er niet toegankelijker op. Je vraagt je regelmatig af: waar gaat het over? "Toch pakt het wel", werpt Glas tegen. "Ik hou heel erg van gedichten die blijven zweven, die níet in een begrijpen landen. Fritzi ten Harmsen, Tonnus Oosterhoff. Gedichten die je steeds weer wilt lezen, terwijl je je afvraagt: waarom boeit het me zo? Geboeid zijn vind ik belangrijker dan weten."

"Ik heb altijd voorgelezen aan een gemengd publiek, Gronings en Nederlands", vertelt Glas. "Dan zag ik wel eens de Nederlandse kant van de zaal heel erg zijn best doen de Groningse gedichten te begrijpen. Dan zei ik, om ze gerust te stellen: ’Poëzie is ook je overgeven aan de dingen die je niet begrijpt. Aan de klank, aan het beeld. En dan zag je zo’n zaal tot rust komen. Zo van: ’O ja, we hoeven ook niet alles te snappen’."

VerrrassendNedersaksischDeze week staat hij weer voor een gemengd publiek, Nederlands en internationaal. "In de Groningse literatuur bestaat een glazen plafond waar je niet doorheen komt. Je ziet het bij meer Groningse dichters. Op een gegeven moment stoppen ze. Het heeft te maken met een niveauverschil. Het Nederlands kun je vergelijken met professioneel voetbal, het Gronings met de amateurs. Als je in het amateurvoetbal blijft hangen, word je nooit beter. Ik wil beter worden. Ik wil groeien."

AlsWasZeMijnVrouw"Ik heb altijd doelen gehad met mijn schrijverij, en die komen allemaal uit", besluit hij. "Ik schreef in het Gronings en ik wilde in 2002 mijn werk in een tijdschrift hebben. Dat werd Krödde. Toen dacht ik: ’Nou wil ik een boek’. Dat gebeurde bij uitgeverij kleine Uil. Ik wilde in de Prinsentuin staan. Ik wilde naar Amsterdam, naar Utrecht, naar Rotterdam. En een van mijn hoogste doelen was dat ik naar Poetry zou gaan."

Bundels en festival

De gedichten van Jan Glas worden uitgegeven door uitgeverij kleine Uil: Dubbel Glas. Ale gedichten (15 euro, 256 blz) en Als was zij mijn vrouw (15 euro, 48 blz.) Poetry International is van 11 tot en met 15 juni in Rotterdam. Zie ook www.poetryinternationalweb.net en webloug.blogspot.nl


Driek van Wissen Sonnettette Competitie 2013

DriekTer nagedachtenis aan Driek van Wissen houdt Dagblad van het Noorden wederom een Driek van Wissen Sonnettette Competitie. De jury wordt ditmaal gevormd door Ivo de Wijs, Michél de Jong, Gezienus Omvlee en Marjo van Dijken. Beschermheer is Jean Pierre Rawie

Driek van Wissen (1943 – 2010) schreef tot zijn dood iedere zaterdag een sonnettette voor Dagblad van het Noorden: een tot zes regels ingekort sonnet geïnspireerd door de actualiteit.

Ansichtkaart

De hartelijke groeten uit mooi Drenthe!
Al giet het hier in Gieten dat het giet
En is mijn tentje lek, het deert mij niet,
Want ik besteed in eigen land mijn centen

En zit hier in mijn regenpak te hopen
Dat de recessie gauw is afgelopen.

Deelnemers aan de competitie wordt gevraagd in de geest van Driek te dichten, volgens het rijmschema ABBA CC, waarbij de uiteenzetting in de eerste vier regels plaatsvindt en de conclusie of de clou in de twee laatste regels. Het metrum dient bij voorkeur in de vorm van een vijfvoetige jambe gegoten te zijn: tien of elf lettergrepen, afwisselend onbeklemtoond en beklemtoond.

De spelregels :

1. Stuur uw sonnettette onder vermelding van naam, adres en telefoonnummer voor 24 juni naar: Driek van Wissen Sonnettette Competitie, Postbus 60, 9700 MC Groningen, of kunstquiz@dvhn.nl

2. Meerdere inzendingen per persoon mogelijk. Een prijs per persoon.

3. De inzendingen worden beoordeeld door een vakkundige jury.

4. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.

5. De tien beste inzendingen worden beloond met een handgestempeld exemplaar van de bundel Vroeger was alles beter, behalve de tandarts van Jean Pierre Rawie.

6. De uitslag wordt 12 juli op de geboortedag van Driek van Wissen bekendgemaakt in Dagblad van het Noorden en via www.dvhn.nl. Die dag worden de beste sonnettettes gepubliceerd.


BuitenGewoon: Een andere kijk op krimp

Ter gelegenheid van de voltooiing van de Veenvaart richt fotopodium Noorderlicht de tentoonstelling BuitenGewoon in. Daartoe worden zo'n driehonderd foto's langs het koning Willem-Alexanderkanaal opgesteld.

ImmoKlink
Een hobbithuisje in het groen. Een in elkaar geflanste boomhut. Een vervallen huis waarvan het dak is weggeslagen, schimmen die aan bootvluchtelingen doen denken, een monnik die als reus een dorpje achter zich aan sleept, het lijnenspel van 's werelds grootste veld met zonnepanelen, een jongedame die zich pontificaal op een zwerfsteen heeft gedrapeerd.

Welkom in de wondere wereld van Noorderlicht, het fotopodium dat al vijftien jaar vanuit Groningen laat zien wat de fotografie wereldwijd vermag: alles tussen vage vlek en haarscherp detail. Nu ook in Zuidoost-Drenthe, waar de voltooiing van de Veenvaart wordt opgeluisterd met de tentoonstelling BuitenGewoon.

"Een nieuw kanaal? Belachelijk in een tijd dat het meeste transport per auto gaat", reageerde directeur Ton Broekhuis toen zijn Noorderlicht werd gepolst 'iets' te doen bij de opening van het koning Willem-Alexanderkanaal. "En het moest ook nog over krimp gaan. Maar het kan ons meestal niet raar genoeg zijn."

Dus hapte Broekhuis toe. Ook omdat het een tentoonstelling in de openlucht betrof, vergelijkbaar met wat zijn podium vorig jaar bij museum Belvedère heeft gedaan. Logistiek lastig, want kwetsbaar, maar bovenalles een uitdaging. "Het mooie van dit project is dat er maar een half A4tje aan ten grondslag heeft gelegen. Er is nog geen drie uur vergaderd alvorens wij los konden."

Met BuitenGewoon wil Noorderlicht een ander idee van krimp gegeven dan de bekende doembeelden van wegtrekkende mensen en lege winkels. "Het graven van een nieuw kanaal is op zich al iets wonderbaarlijks. Het moet leven in de brouwerij brengen, economisch, toeristisch. Dat iemand zoiets verzint, in deze tijd, dat is moedig."

ZuijderwijkVergouweWim Melis is samensteller van de tentoonstelling. Hij selecteerde het werk van 25 fotografen. Geen van hen is afkomstig uit het Noorden. "Er zijn heel goede fotografen in het Noorden", verklaart Melis. "Maar Noorderlicht opereert mondiaal. De wereld is de bron waar wij uit putten. Wij kijken niet naar waar een fotograaf vandaan komt. Wij kijken naar de beste foto's."

Samen met historische beelden uit het Drents Archief worden de gekozen foto's gepresenteerd in zeven thema's. Ieder mens kijkt anders, zegt Melis. "De een kijkt snel, de ander esthetisch. Wij van Noorderlicht zijn erg van de inhoud, het gaat ons niet om mooie plaatjes. Wij geloven dat de foto's die wij tonen sterk genoeg zijn om de kern over te brengen van wat de fotograaf wil laten zien."

Zo heeft de Finse fotograaf/installatiekunstenaar Ikka Halso steigers om bomen gebouwd en een uitgegraven boomstronk onder een afdakje geplaatst. "Een analogie met hoe in de stad gebouwen in verval in de steigers worden gezet en opgeknapt. Hier gaan we de natuur restaureren," duidt Melis. Zelfde thema: Christian Diehl uit Duitsland heeft een vierkante meter weiland afgegraven en vervolgens zijn vondsten gefotografeerd.

Aan de hand van een speciale uitgave van tijdschrift Noorderbreedte, die als catalogus dient, neemt Melis de tentoonstelling door. "Dit verwijst naar een vrijheid in denken", doceert hij bij een foto waarop vijf witte wieven rond een ven lijken te dwalen. Maar ook absurdistisch werk, zoals van Nicolas Kahn en Richard Selesnick. "Die hebben een fictief theatergezelschap gefotografeerd in een leeg landschap. Theater zonder publiek."

JameyStillings
De liefde voor water wordt behandeld. En de cultivering van energie: waterkracht, zonnepanelen. Vreemd genoeg geen windmolens, terwijl die juist actueel zijn vanwege het geplande park in het Rundeveen. "Ik had graag windmolens gehad", verklaart Melis met een lachje. "Maar ik kon geen goede foto's vinden."

Fascinerend is het thema 'Terug naar de natuur'. Taj Forer legde vast hoe een groep Amerikanen in het midden van niets volgens de ideeën van Rudolf Steiner probeert te leven. Sylvana Lansu toont hoe in de Spaanse Pyreneeën een verlaten dorp wordt bevolkt door mensen die zijn uitgekeken op het materialisme. Daan Zuijderwijk en Maaike Vergouwe hoe bij Amsterdam een afgegraven veenlandschap is teruggegeven aan de natuur.

Uiteraard komt ook het vertrouwde beeld van de krimp aan de orde. Melis selecteerde onder meer werk van Tamás Pácza die naar Roemenië terugreisde en zag hoe de vrouwen uit zijn verlaten geboortestreek oude vrouwtjes waren geworden. Op foto's van Claudio Hils die de Duitse plattelandsregio Zwaben bezocht zie we dat de tractor in onbruik is geraakt en dat forenzen de leegte vullen.

"Krimp is een wereldwijd fenomeen," besluit samensteller Melis. "Noorderlicht heeft een keer eerder aandacht besteed aan de ellende die het oplevert. Voor BuitenGewoon kiezen we niet voor die ellende, maar hoe je met krimp kunt omgaan: andere manieren, andere verbeeldingen, de nieuwe kansen."

Tijdschrift en tentoonstelling

De tentoonstelling BuitenGewoon is opgesteld in een zes kilometer lange route op diverse plekken langs het Koning Willem-Alexanderkanaal. De route is te varen, te lopen en te fietsen. De route kent geen vast startpunt en is 24 uur per dag te bezoeken. Gratis. Zie ook www.veenvaart.nl en www.noorderlicht.com. Ter gelegenheid van BuitenGewoon verschijnt een speciale editie van tijdschrift Noorderbreedte, als catalogus bij het project.


Lupko Ellen in Roden, Assen en Leegkerk

FotoLupkoEllenSchrijver Lupko Ellen (foto) brengt ter gelegenheid van de Maand van het Spannende Boek een bezoek aan achtereenvolgens boekhandel Daan Nijman in Roden en de kerk van Leegkerk. Vandaag, 6 juni, geeft hij in Roden een lezing over zijn nieuwe thriller, Nachtengel. Aanvang 19.30 uur, toegang gratis. Een dag later, 7 juni, geeft hij een lezing bij boekhandel Iwema in Assen, waar hij ook signeert. Zondag wordt hij om 15.30 uur in Leegkerk geïnterviewd door Louis Stiller en reikt hij een prijs uit van een misdaadverhalenwedstrijd rond het thema Leegkerk. Inzenden voor deze schrijfwedstrijd kan nog tot 7 juni via info@blgroningen.nl (maximaal 850 woorden).