Fuck Off Part 2: het gaat ergens over
3-6-13
Het
kan nooit kwaad bij kunstvideo's in musea vooraf even te kijken hoe lang de
film gaat duren. Voor je het weet sta je uit respect voor de maker drie
kwartier naar groeiend gras te kijken. Bij Van Pingyuanli 4 naar Tianqiaobeili
4 van Ma Qiusha, momenteel te zien in het Groninger Museum, valt de kijktijd mee:
nog geen 8 minuten. Langer dan een gesprek op de Nederlandse televisie.
De film toont een jonge vrouw met een scheermesje in haar mond. Het is de kunstenaar zelf. Ze vertelt over de druk die ze voelde tijdens haar kinder- en tienertijd. Haar ouders hadden op een jongen gehoopt, zoals de meeste Chinese ouders doen als ze van de Staat maar één kind mogen verwekken. Toen Qiusha een meisje bleek, besloten ze alles op alles te zetten om hun dochter een goede toekomst te bezorgen.
Terwijl Qiusha over de inspanningen van haar vader en moeder vertelt, en over haar dromen, danst dat scheermesje in haar mond. Waarom doet een kunstenaar zoiets? Dit is nog erger dan spelen met vuur. En je blijft kijken, uit ontzetting en om erachter te komen hoe het afloopt. Dan gebeurt het onvermijdelijke: Ma vertelt nog iets en haar mond loopt vol bloed. Hoera voor het éénkindgezin. Het zal je kind maar wezen.
Ma Qiusha is een van de 37 Chinese kunstenaars van wie deze zomer werk wordt getoond in de expositie Fuck Off Part 2. Het is een vreselijke tentoonstelling, zoals de titel al doet vermoeden. De samenstellers – de Groningse conservator Mark Wilson, kunstcriticus Feng Boyi en kunstenaar Ai WeiWei – laten weinig middelen onbenut om de bezoeker een ongemakkelijk gevoel te geven. In die opzet slagen zij uitstekend.
Fuck Off Part 2 is het slot van het Time Shift Festival waarmee in Groningen de afgelopen dagen is stilgestaan bij het honderdjarig bestaan van Le Sacre du Printemps. Voor wie het is ontgaan: het muziekstuk van Igor Stravinsky zette in 1913 met veel tumult – boegeroep en gejuich – de muziekwereld op de kop en opende daarmee nieuwe perspectieven: kunst hoeft niet altijd schoon te zijn.
Time Shift-bedenker Marcel Mandos liet in deze krant optekenen dat het festival behalve een jubileum ook een onderzoek behelst: is het honderd jaar na Le Sacre nog mogelijk te vernieuwen, grenzen te verleggen? Fuck Off Part 2, zo hoopte Mandos, zou wel eens kunnen laten zien dat die vernieuwingen niet langer uit het Westen, maar uit het Oosten komen. Uit China bijvoorbeeld, motor van de wereldeconomie, dealer van het materialisme.
In
lineaire zin brengt Fuck Off Part 2 ons weinig verder. Je zou zelfs van een
stap terug kunnen spreken. In wezen hebben Wilson, Boyi en WeiWei een soort
kunst in Groningen bijeen gebracht die dertig jaar geleden – en eerder – in
Nederland te zien is geweest: provocaties, activisme, punk, ontmaskeringen,
aanklachten verpakt in installaties, video's, schilderijen en sculpturen.
Het verschil is dat de protestkunst nu betrekking heeft op China. Het land heeft veel prachtigs te bieden, maar daar gaat het nu niet om, zie daarvoor de folders en reisgidsen. Fuck Off Part 2 is één grote aanklacht tegen het Chinese systeem.
Dat begint bij de entree, waar Jin Feng een deel van de Chinese grondwet gebruikt om duidelijk te maken dat diezelfde grondwet niet voor iedere Chinees geldt. Dat wordt voortgezet in een ruimte waarvan de wanden zijn volgeplakt met certificaten, uitgegeven om de gearresteerde Ai WeiWei vrij te krijgen na een 'belastingovertreding'.
Er is soms veel tekst en uitleg nodig om de getoonde werken te begrijpen, voor zover we ooit iets van China zouden kunnen begrijpen. Neem bijvoorbeeld het werk van Cheng Li, die voor zijn werk Mensenrechtencontraxct. Kunsthoer ten overstaan van publiek een vrouw neukt. Allerminst fijn om naar te kijken, maar het wordt anders als je leest dat in China over seks (en politiek) niet in het openbaar kan worden gesproken. Dan hebben we ineens te maken met een 'uitdagend statement'.
Een
meter democratie van He Yunchang omvat een fotoverslag van een groepsproces
waarbij de deelnemers besluiten bij een man een wond aan te brengen van een
meter lang en een halve centimeter diep. Een bloederige performance, uitgevoerd
met instemming van de meerderheid. Volgens Yunchang een verbeelding van het
gegeven dat China nog een lange, pijnlijke weg te gaan heeft naar een
democratie waarin eerlijkheid en gemeenschappelijke belangen in evenwicht zijn.
Fuck Off Part 2 bevat ook eenvoudig kijkwerk. Jing Kewen liet zich voor zijn schilderijen inspireren door de propagandakunst ten tijden van Mao Ze Dong: de gloriedagen waar je met de wetenschap van nu niet om kunt glimlachen. Zhang Dali ontmaskert met Tweede geschiedenis leugens en manipulaties: hij toont oorspronkelijke foto's naast de foto's zoals ze door de partij naar buiten zijn gebracht.
Wat blijft hangen, is dat China een heel naar land is. Waar je aids kunt oplopen door fouten van de overheid en vervolgens aan je lot wordt overgelaten. Waar vrijheid van meningsuiting niet bestaat, wel censuur. Waar het land van het volk wordt verkocht zonder toestemming van dat volk. Waar een kolossale milieuramp in de steigers wordt gezet met in water opgeloste toiletblokjes.
Een weloverwogen en doordacht beeld, geheel in de geest van Ai WeiWei, boegbeeld van de tegenbeweging in China. Die voorafgaand aan de opening van Fuck Off Part 2 tijdens een videoconferentie via Skype geen gelegenheid voorbij liet gaan te zeggen dat China geen open en vrij land is. En dat het aan kunstenaars is die beperkingen aan de wereld te tonen en de grenzen op te zoeken of te overschrijden. Want als kunstenaars het niet doen, wie dan wel?
Een dag na de officiële opening van Fuck Off Part 2 discussieerde ter gelegenheid van het Time Shift Festival commentator Bas Heijne met theatermaker Ola Mafaalani over wat kunst in Nederland nog te zeggen heeft. Deze krant noteerde uit de mond van Heijne dat kunst geen sociaal werk is, maar iets dat je dichter bij de menselijke ervaring brengt, iets dat diepte geeft aan het bestaan. Wat allemaal waar is.
Fuck Off Part 2 laat zien dat kunst ook nog steeds een politieke betekenis kan hebben, dat je met kunst het systeem aan de kaak kunt stellen. Iets wat je in Nederlandse musea opvallend weinig ziet. Aan landschapjes, vrouwen met brieven, kerkinterieurs, visies op kijken en zelfonderzoek zonder einde geen gebrek. Om maar te zwijgen over het gepronk met 'ons' erfgoed, het verhaal van 'ons' rijke verleden.
Maar een kunstwerk over de bankencrisis, een installatie over het graaien in de publieke sector, het strafbaar stellen van illegalen, woekerpolissen, een sculptuur over de afbraak van de Nederlandse verzorgingstaat – niet in de musea in deze buurt. Zo kunnen we toch nog wat van de Chinezen leren. Fuck Off Part 2 is een ver-van-ons-bed-show, maar het gaat wel ergens over.
Tentoonstelling Fuck Off Part 2 Te zien tot en met 27 november Groninger Museum Zie ook www.groningermuseum.nl