Previous month:
mei 2013
Next month:
juli 2013

Niemand is gebaat bij een lege redactie

Gisteren kreeg de redactie van het Dagblad van het Noorden een stortvloed aan ellendige interne berichten te verwerken. De lezer merkt daar in de krant van vandaag nagenoeg niets van. Niet zeuren maar poetsen. Ondertussen voltrekt zich een sluipend drama in journalistiek Noord-Nederland.

Redactie
Zowel Dagblad van het Noorden als de Leeuwarder Courant moeten het vanaf nu met veel minder mensen doen. Binnen het uitgeversconcern NDC verliezen 250 van 750 mensen hun baan. Op de redactie van het DvhN in Groningen zijn gisteren de fotografen ontslagen en is daarnaast 61 journalisten ontslag aangezegd. De komende maanden wordt duidelijk wie van hen moet vertrekken.

Kun je met minder mensen evenveel kwaliteit leveren? Dat wordt lastig, soms zelfs onmogelijk. Juist nu 'ons land wordt stuk bezuinigd' is goed functionerende journalistiek van groot maatschappelijk belang.

Kijk naar Groningen, Assen, Haren en Vries waar de burgemeesters recent allemaal de handdoek in de ring moesten gooien. Natuurlijk, zonder journalisten zou 'Groningen, Assen, Haren en Vries' ook wel tot ons komen. Als een persbericht afkomstig van de gemeentelijke dienst communicatie, opgeschreven met zalvende woorden en de strekking dat alles 'in goede harmonie' verloopt.

Zonder achtergrond, zonder oorzaak, zonder roep om verantwoordelijkheid, zonder gevolgen. Blijft u vooral slapen.

Zonder journalisten geen kritisch tegengeluid. Zonder journalisten geen onafhankelijke aandacht voor de tentoonstellingen in de musea, de voorstellingen van podiumkunstgezelschappen, de boeken en dichtbundels, de festivals en concerten. Zonder journalisten zou alles heel mooi en gezellig lijken, geslaagd, succesvol, de moeite waard en voor herhaling vatbaar.

Totdat ineens de keizer naakt en de doos leeg blijkt.


Grote Markt-strip van Barbara Stok

Grote Markt Strip Barbara Stok
De Groninger wethouder Dig Ishta onthult vandaag, donderdag, het stripverhaal op grote schaal dat Barbara Stok maakte bij de bouwwerkzaamheden op de Grote Markt. Centrale figuur in de strip is een hond. Verder figureren een aantal studenten, Trijnko Nijboer, Peter Weening en straatmuzikant Moti in het verhaal. Op de achtergrond voltrekken zich de sloopwerkzaamheden en vordert de bouw van de oostwand. Stok is de tweede tekenaar die werk terug ziet op de Grote Markt. Ze is voorgegaan door Sam Peeters. Na haar komen Erik Wielaert, Bart Nijstad en Maria van Driel.


Tijl Uilenspiegel uit Groningen: J.P. Franssens

JPFranssensFragment uit Een gouden kind, een roman van Jean-Paul Franssens uit 1991. Decor: Groningen. Tijd: de jaren vijftig.

"De volgende dag zegt de dokter tegen moeder dat ik naar het ziekenhuis moet. Het beste is dat ik morgenvroeg al kom. Hij wil er liever niet te lang mee wachten.

Waarmee wachten?

'Hij gaat een kijkje in je hoofd nemen,' zegt moeder op de terugweg.

'Hoe een kijkje in mijn hoofd?'

'Nou gewoon. Een kijkje in je hoofd. Dat zei hij zo tegen mij.'

'Maar wat moet ik in een ziekenhuis als ik niks mankeer? Wat gaat hij dan doen? Ik heb nog steeds geen hoofdpijn. Het is over. Weg. Het is onzin om naar dat ziekenhuis te gaan. Ga terug, en zeg het hem. Je moet nu terug en zeggen dat ik er niet heen wil omdat mij niets meer mankeert.'

Ik hou haar tegen. Ik trek aan haar jas. We staan midden op een stoep in een drukke winkelstraat. Mensen botsen tegen ons op.

'Hoor je wat ik zeg, moeder? Ik ben beter.'

'Ach kind toch. Die dokter weet het heus wel. Ze komen uit de hele wereld naar hem toe. Die vergist zich niet. Ik breng je er morgen heen. Je moet ook een pyjama meenemen, zei de dokter.' (…)"

Een paar bladzijden verderop is de dokter aan het zagen. Schrijft Franssens: 'Het rondje dat mij bij het figuurzagen nooit wilde lukken. Straks als hij er mee klaar is, zal hij dat rondje eruittrekken.'

Behalve in Een gouden kind is bovenstaand fragment ook na te lezen in Jean-Paul Franssens. Leven, werk en vrienden, een boek dat vorige week is gepresenteerd in Amsterdam, waar de opera-man, schrijver en kunstenaar sinds het begin van de jaren zeventig heeft gewoond. Dat alles samen met een tentoonstelling van zijn beeldend werk én een diner voor familie en vrienden. Een ongetwijfeld copieus diner, want Franssens hield van een hapje en drankje.

Tien jaar geleden overleed hij, de 'charismatische man met de rode shawl en de Groningse tongval'. Tot verbijstering van zijn 'kring'. Veelal bekende namen uit de Amsterdamse grachtengordel, die getuige hun bijdragen aan het zeer fraaie herdenkingsboek allemaal héél véél plezier aan Franssens hebben beleefd.

Van Rosita Steenbeek tot Allard Schröder, van Jan Siebelink tot Theo Loevendie, van Remco Campert tot Peter van Straaten. Ze zijn bijna allemaal samen met Franssens dronken geworden, ze geven bijna allemaal zeer hoog op van zijn (literaire) prestaties. Die nauwelijks tot het grote publiek zijn doorgedrongen. De verfilmde novelle De Wisselwachter geldt nog als zijn meeste bekende boek.

Uitgever Peter Nijssen vergelijkt in het boek Franssens met Tijl Uilenspiegel en Reinaert de Vos. "Net als die twee liet hij zich weinig gelegen liggen aan wat andere mensen van hem zullen denken, aan wat de heersende normen en wetten zijn, aan wat fatsoenlijk of ontfatsoenlijk is. Bij Jean-Paul Franssens schept het kunstenaarschap de verplichting tot vrijheid van handelen en denken."

Over de doden niets dan goeds. In dit geval worden de loftuitingen onderbouwd. Tot op bepaalde hoogte met een keuze uit het beeldend werk. Voor Franssens in Duitsland aan zijn opleiding koorregie begon, probeerde hij in Groningen iets in de geest van zijn helden Wiegers, Altink, Jordens Hansen. In 1957 verkocht hij zijn werk, Boerderij bij Ezinge, voor 45 gulden.

De fragmenten uit zijn literaire oeuvre zijn zeer overtuigend. En dan niet alleen de delen uit Het Gouden Kind waarin Franssens herinneringen ophaalt aan een waargebeurde hersenoperatie. Vooral wat hij schreef in zijn grote autobiografische werk Zuiderkerkhof 1 is zeer fascinerend vanwege een orginele combinatie van bravoure, losheid, drive én een gevoel voor anecdotes waar je over blijft verbazen. Ik Jean-Paul, zoiets.

En alsof dat niet voldoende is, nemen de vrienden het woord. Ieder op zijn geheel eigen wijze. Rawie met een column die begin dit jaar deze krant haalde. Connie Palmen met een toespraak gehouden bij een tentoonstelling in 1997, A.F.Th. met een bijdrage waarin een hoofdrol is weggelegd voor Tonio. H.J.A. Hofland met een herinnering die alles omvat: "We deelden een toon van leven, we hadden een hersenverwantschap."

Mooi woord om te onthouden: hersenverwantschap. Met of zonder gaatjes.

Boek Jean-Paul Franssens. Leven, werk en vrienden. Uitgeverij Autres Directions. Prijs €39.50 (264 blz.) Zie ook www.jeanpaulfranssens.nl


Zomerzinnen 2013: Weinig 's zomers, wel verrassend

Van het allergrootste belang. Zo noemde Nicolette Leenstra vorige week literair zomerfestival Zomerzinnen. Vanwege de literatuur uiteraard. Vanwege de uitstraling. Nergens anders in Noord-Nederland zie je op één dag zoveel schrijvers bijeen. En vanwege de pr-waarde voor rustiek Drenthe. Tot in de Randstad hebben ze het er over. Zaterdag werd dat belang in Meppel door zo'n zeshonderd betalende bezoekers onderschreven.

FestivalZomerZinnen2013
Zeshonderd bezoekers lijkt weinig. Als die allemaal hun tientje entree betalen, komt er 6000 euro binnen. Van dat bedrag kun je als organisatie het benzinegeld van Herman Brusselmans en een overnachting in hotel De Poort van Drenthe betalen. Plus de honoraria voor Jessica Durlacher en Leon de Winter; je mag in de handen knijpen dat die twee op dieet zijn. Daarna is de bodem van de kas in zicht.

Aan de publiciteit vooraf lag het niet. Tot op het laatst stuurde schouwburgdirecteur Wybrich Kaastra lokkertjes de wereld in: 'Joris van Casteren naar Meppel'. Aan de logistiek evenmin. Door naast schouwburg Ogterop ook ruimten van scholengemeenschap Stad en Esch te gebruiken, lagen alle (overdekte) podia op kruipafstand. Precies goed om elkaar tegen te komen, een kort praatje te maken en de processie voor te zetten.

De programmering deugde zeker. 35 namen telde het affiche – van beroemd en bekend tot aanstormend en regionaal. Er was muziek (The Amazing Stroopwafels, Jankobus Seunnenga, Broken Brass Ensemble). Er waren dichters. En heel veel schrijvers, in verschillende genres, met verschillende tonen. Zo veel, dat je als bezoeker tweederde van het programma ongezien voorbij moest laten gaan.

AnneVegterJoanneHoekstra
Wat in het geval van het publieksinterview met de automatische piloot Leon de Winter geen ramp was; zelden een schrijver gezien die zo tevreden was met zichzelf. Wat in het geval van Dichter des Vaderlands Anne Vegter en haar 18-jarige collega Joanne Hoekstra zonde zou zijn geweest. De twee presenteerden elkaar onwennig en onhandig aan een klein publiek. Bij het voordragen was dat alles vergeten, helemaal toen ze een gelegenheidsgedicht voor twee stemmen brachten.

StadsdichtersInMeppel
Verrassend was ook de conferentie met dertien stadsdichters, een expert-meeting onder leiding van Hayat Ezzeroili, tijdelijk stadsdichter van Meppel. Vooral in de zin dat het iets opleverde: nieuwe Meppeler gedichten. En het besef dat iedere stad of gemeente een bijpassende dichter krijgt: de keurige Anita Mensink uit Nijkerk, de ongepolijste Thijs Poelhekke uit Raalte, de pionierende Sanne van Balen uit Smallingerland. 

In de aanloop naar Zomerzinnen werd eveneens geschreven, proza in estafettevorm, door onder andere Marga Kool, Martin Koster en Bill Mensema. Andere noviteit: de combinatie van fictie (Sabine van den Berg) non-fictie (Maxim Februari) over transgender onder leiding van een voortreffelijke Annette Timmer die als interviewer alle valkuilen en andere uitglijers wist te omzeilen.

Al met al een fijn en zeer geslaagd festival. Ondanks het wispelturige weer. Ondanks de uitgebleven drukte. Maar dan nog: A.L. Snijders zien en horen – wippend op een stoeltje, driftig bladerend in zijn zkv's, babbelend en lezend. Het is onbetaalbaar.

Gebeurtenis literair zomerfestival Zomerzinnen Met Esther Gerritsen, Christine Otten, Jessica Meijer, Edward van de Vendel, Dirk van Weelden, Peter de Zwaan e.a. Gezien 22/6 Schouwburg Ogterop e.o Meppel Publiek ca. 600.


Over 'Teugelloos' van Ria Westerhuis

TeugelloosNa twee dichtbundels in de taal van de Reest stapte Ria Westerhuis uit De Wijk voor haar Nederlandstalige debuut het Drukkerijmuseum in Meppel binnen. Met een stapel gedichten én illustraties van Jan van Os onder de arm – even weg bij Het Drentse Boek, uitgever van Minnezinne en Zundags Goed.

Teugelloos, de titel zegt het al, laat een vrijere Westerhuis zien. Niet zozeer in thema’s; Drenthe en de erotiek komen wederom volop aan bod in haar zintuiglijke, schijnbare intuïtieve poëzie. Losser van tradities zoekt ze meer een eigen weg: ’Vier het leven/ voordat het jou/ slopen zal’. Zonder te versagen: ’we zetten door/ er is nog niets verloren/ ergens wacht een bed/ een dorp/ aan onze voeten’. Dat dorp zou overigens zomaar de stad Meppel kunnen zijn, waar Westerhuis zaterdag optreedt tijdens literair festival Zomerzinnen.

Boek Teugelloos Auteur Ria Westerhuis Uitgave Drukkerijmuseum Meppel


Nicolette Leenstra, De Karavaan en Zomerzinnen

NicoletteZaterdag wordt in en rond schouwburg Ogterop in Meppel festival Zomerzinnen gehouden. Nicolette Leenstra is op meerdere manieren betrokken bij het grootste literatuurevenement van Noord-Nederland. Ze zit in het bestuur van de organisatie, ze geeft een workshop en ze draagt het epos De karavaan voor.

Wat is De Karavaan?

"Een project van de beeldenmakers Peter Hiemstra en Henk Slomp. Ze hebben zestien metalen karren met fantasiefiguren van keramiek gemaakt, die te zien waren in Museum Martena in Franeker. Perfecte beelden. Ik heb bij de beelden een epos geschreven: drie weken concentratie samengebald in versregels. Ik heb al mijn kennis van de mythen ervoor aangeboord – denk aan de Ilias en de Odyssee van Homerus. Om de schoonheid van de beelden over te brengen is het groots en meeslepend van taalgebruik. Maar het is ook grappig maatschappijkritisch. Het gaat ook over de banken, het verrijken en over hoe mensen worden opgezweept tot steeds meer en steeds hoger."

De beelden zijn zaterdag ook in Meppel te zien?

"Een deel is inmiddels verkocht. We hebben de beelden in Franeker gefilmd, zodat ik er mee kan optreden. De film is zo gemonteerd dat tijdens het bezingen van de figuren, per strofe, op een deel van de karavaan wordt ingezoomd – je ziet ze echt voorbijtrekken. De voordracht duurt veertien minuten. Het voelt als een roes. Het is geweldig om te doen. Ook omdat het een verbinding legt tussen literatuur en beeldende kunst."

Daarnaast vind je tijd om een workshop te geven.

"Autobiografisch schrijven. Zomerzinnen wil meer zijn dan een festival met schrijvers die worden geïnterviewd, voorlezen en na afloop signeren. Uitgangspunt van de workshop is de rode draad in iemands leven. Steeds meer mensen voelen de behoefte hun levensverhaal op te schrijven. Maar als je bij het begin begint, met je kinderjaren, wordt het vaak 'en toen, en toen en toen'. Dan loop je vast. Zoiets kun je voorkomen door op een vrije manier een bepaald moment uit je leven te beschrijven, een keerpunt."

Heb je ruimte om zelf iets van het festival te zien?

"Dat mag ik hopen. Ik wil graag Toon Tellegen met Corrie van Binsbergen zien. En Leon de Winter. En A.L. Snijders. En Christine Otten. Maar ik ben ook benieuwd naar wat Jessica Meijer te vertellen heeft, de dochter van Ischa Meijer. En de stadsdichtersconferentie. Ik weet niet of er meer schrijvers komen dan naar de vorige editie, maar het zijn er heel veel. Je moet keuzes maken. Het zal niet altijd eenvoudig zijn, maar gelukkig kan het."

Waarom moet Drenthe zo'n groot literair festival herbergen?

"Omdat literatuur van het allergrootste belang is. Er is heel veel belangstelling voor literatuur, op heel veel verschillende manieren. Er wordt verschrikkelijk veel geschreven, op allerlei niveau's. Laatst las ik ergens dat literatuur weer hip is, dat het lifestyle is. Nou ja zeg... Literatuur is geen modegrill, het is in Drenthe veel meer dan dat. De Literaire Hemel in Amen komen veel schrijvers langs, in bibliotheken en boekhandels gebeurt veel. En op Zomerzinnen komt alles samen. De uitstraling van het festival, de pr-waarde voor Drenthe, is zeer groot. Ik kom regelmatig schrijvers tegen die tijdens eerdere edities te gast waren, die zijn nog verbaasd dat zoiets in Drenthe gebeurt."

Festival

Festival Zomerzinnen start zaterdag in Meppel om 16.00 uur met optredens van Anne Vegter, Herman Brusselmans, Jessica Durlacher, Dirk van Weelden, Amazing Stroopwafels, A.L. Snijders, Bill Mensema, Marga Kool, Maxim Februari, Esther Gerritsen en vele anderen. Kaarten 10 euro. Zie ook www.festivalzomerzinnen.nl


Verontrustend beeld in de Hortus Haren

Het woord traditie is een brug te ver, maar het mag zeker een goede gewoonte genoemd worden, de inspanningen van Henk Vos en Tom van Weerden om in de Hortus van Haren jaarlijks een beeldententoonstelling in te richten. Na het succes van 2011 met Groninger beeldhouwers en het vervolg van vorig jaar met 23 kunstenaars, is dit keer gekozen voor tien Friezen en Drenten.

Die regionale invalshoek zou niet van belang moeten zijn. De wereld is een global village; in die zin maakt het niet uit waar de kunstenaars vandaan komen. Aan de andere kant: door drie keer achter elkaar beeldhouwers uit het Noorden voor de Hortus te selecteren, ontstaat in ieder geval een overzicht van wat er zoal in deze contreien aan sculpturen wordt gemaakt.

Marco Goldenbeld Dans
Hortus Haren 2013 slaagt er niet in de vorige edities te overtreffen. Dat heeft ongetwijfeld met het beperkte aantal kunstenaars te maken. Tien mensen kunnen gezamenlijk minder dan 23 – zo simpel is het. Het heeft ook met de selectie te maken. Welbeschouwd komen acht kunstenaars uit Friesland en slechts twee (!) uit Drenthe. Alsof er buiten Groningen niet meer beeldenmakers rondlopen.

Net als vorig jaar laveren de kunstenaars tussen abstract en figuratief. Binnen dat spectrum vallen vooral de dubbelzinnige bijdragen van het duo Gerard Groenewoud en Tilly Buij op. Van hen zijn twee werken te zien: het gestileerde kampvuur Barefire, gemaakt van hout, polystyreen en epoxy, en de losgeraakte straaljagermotor Resonance van aluminium.

Auke Wassenaar De Dorst
Ook Auke Wassenaar zoekt de randen van het pad. Sterker: hij gaat er overheen. Zijn beelden, veelal gemaakt van kunststof, hebben een plek gekregen in de waterpartijen waar ze met de stroom en de wind spelen. Meest uitgesproken is zijn drijfbeeld De dorst, gesitueerd bij de rozenpergola. Het kan opgevat worden als een ironische verwijzing naar de verontrustende afvalmaalstromen, de eilanden van afvalplastic die in de Stille Oceaan ronddrijven.

Yvonne Visser Ark
Het merendeel van de beelden is van de vertrouwde traditionele soort. Yvonne Visser bijvoorbeeld toont een reeks vrolijke dierfiguren van brons, gebaseerd op verhalen uit (kinder)boeken: dansende beren, een olifant met muis, dieren in een ark. Guus Hellegers intrigeert met Onderweg, een in brons uitgevoerd silhouetbeeld van een ouder echtpaar waarbij de vrouw nadrukkelijk in een ondergeschikte positie van de man is gezet. Bij Adri de Fluiter brandt de vlam nog steeds.

Guus Hellegers Onderweg
Wat opvalt, is dat weinig werken een duidelijke relatie met hun omgeving aangaan. Terwijl de Hortus over voldoende ruimte beschikt om groots, meeslepend of subtiel uit te pakken. Het zal met het bescheiden formaat van de gekozen en geleverde beelden te maken hebben. De uitzonderingen die de regel bevestigen, naast eerdergenoemde Resonance van Groenewoud en Buij, zijn Dans en Opgesloten van Marco Goldenbeld, twee werken in corten staal bij de 'voedselarme plas'.

Wie wil weten hoe het ook kan, doet er goed aan een wandeling te maken over het Dr. Fop I. Brouwer Pad. Daar hangt aan een boom nog altijd het knikkergezwel Natura Artis Magistra van Els Otten, een overblijfsel van de editie 2011. Voor wie geen Latijn heeft gehad op de middelbare school: De natuur is de leermeesteres van de kunst.

Expositie Hortus Haren 2013, tien Friese en Drentse Beeldhouwers. Te zien in Hortus Haren, Kerklaan 34, Haren. Open t/m 15/9, dagelijks 9.30-17.00 uur. Zie ook www.hortusharen.nl.


Drents Museum scoort lucky goal

Kranten en tijdschriften zijn verzot op vergelijkend warenonderzoek, van droge worst tot oliebol. Het Historisch Nieuwsblad pakt in het juni-nummer uit met een onderzoek onder historische musea. Ook het Drents Museum werd bezocht en bekeken. Met een half puntje minder dan het Scheepvaartmuseum in Amsterdam eindigde het op de tweede plaats, ver voor het verbouwde Rijksmuseum.

"Een van de meest aantrekkelijke musea van Nederland", oordeelde het onderzoekspanel over Assen. "Dit is mede te danken aan de doorgaans uitstekende tijdelijke exposities. De vaste geschiedenisopstelling gaat bijna geheel over archeologie, waardoor de rest van het Drentse verleden er wat bij inschiet."

Tussen De Sovjet Mythe en de Dode Zeerollen door besloot ik te gaan kijken of die conclusie over het Drentse verleden wel juist is. Dat ging eenvoudig. Op een luid lachende Duitse mevrouw na, bij de kassa blijgemaakt met een ansichtkaart, had ik de entree, de garderobe en de winkel voor mijzelf. Pas ver voorbij de gang naar het geprezen café Krul bleken ook andere bezoekers aanwezig. Ik kon ze op twee handen tellen.

Een ouder echtpaar leverde zwijgend een gevecht met het vervaarlijk bliepende Museumplus-systeem. Ik las ontspannen over het ontstaan van het Drentse landschap en dacht aan de hunebedden: "Ook de mens heeft nadrukkelijk zijn steentje bijgedragen." Ik bekeek de artefacten. Veel archeologische vondsten, prachtig uitgestald en belicht. Voor een dunbevolkt gebied is er veel in de grond gestopt en weer opgegraven.

BrandgeschilderdRaampjeDrentsMuseum
Na een tijdje turen begon ik de onderzoekers van het Historisch Nieuwsblad gelijk te geven. De geschiedenis van Drenthe houdt aan de Brink op na de aansluiting bij de Republiek in de zeventiende eeuw, met gebrandschilderde glasruitjes (foto), met een vitrine vol glimmende hoofdijzers en een landschapje van Egbert van Drielst uit 1800.

Het museum gaat weliswaar verder, zeker voor kinderen die dankzij de NAM worden bijgepraat over energie. Maar in het Ontvangershuis wordt de klok teruggezet. Ook mooi, al vloeken de stijlkamers met de state of the art-uitstalling met veenlijken en andere archeologie, om maar te zwijgen over de lounge-uitstraling van de nieuwbouw. Geen industrialisatie, geen veranderingen op het platteland, geen vervolg op 'ons konijn' Lodewijk Napoleon. Im Drents Museum nichts Neues.

Is dat erg? Net als mensen moeten musea beoordeeld worden op de doelen die ze zichzelf stellen. Het Drents Museum is geen historisch museum. Het is van de figuratieve schilderkunst, van de kunst en nijverheid rond 1900 en van de archeologie. Van Thijs Jansen, Chris Lebeau en het meisje van Yde. Voor het verhaal van Drenthe moet je het land op, de provincie in. Of een deur verder, naar het Drents Archief.

In dat licht is de tweede plaats in het onderzoek van het Historisch Nieuwsblad nog beter dan het lijkt. Een lucky goal. Of verrassend goed, dat kan ook.

Drents Museum, Brink 1 in Assen. Open di t/m zo 11.00 tot 17.00 uur. Zie ook www.drentsmuseum.nl


Verzamelde capriolen van Jean Pierre Rawie

VroegewasallesbeterRawieVroeger was alles beter, behalve de tandarts van Jean Pierre Rawie bevat een handzame verzameling 'stukken' die merendeel eerder – soms in gewijzigde vorm – in deze krant hebben gestaan. Op de redactie van Dagblad van het Noorden spreken we overigens van columns. Rawie zelf heeft het in zijn voorwoord over 'kleine beschouwingen'.

Alsof dat niet ver genoeg gaat, rept zijn uitgever van 'een prozadebuut waarin de dichter Jean Pierre Rawie zijn grote eruditie op speelse wijze met zijn lezers deelt'. Plus, hier volgt een citaat uit het persbericht: "Een subliem boek, voor zijn vele en trouwe liefhebbers, maar ook voor de enkeling die nog nooit een zijner verzen las." Jaja.

Waar Rawie als dichter de ironie steeds beter weet beheersen en wegstopt, duikt de duvel in zijn krantencolumns weer krachtig uit de doos. Met soms onthutsend effect. Zo eindigde hij een tijd geleden een stuk met de opmerking dat het niet uitmaakt wie in Nederland aan het hoofd van het koningshuis staat: Beatrix of Friso. Die 'kleine beschouwing' is wijselijk buiten deze bundel gehouden.

Verschijnen de columns week na week in het Dagblad, voor dit boek is een herschikking aangebracht naar thema: 'Sic transit', 'geloof', 'kennis', 'kunst', 'kroon', 'macht', 'letteren' en 'weleer'. Dit laatste thema komt het meest aan bod. Wat geen verrassing zal zijn, daar Rawie in taal en opvattingen altijd al van vroeger is geweest. Het is ook een kwestie van leeftijd. Wie de 60 is gepasseerd heeft meer verleden achter de rug dan toekomst voor de boeg.

Als columnist beschikt Rawie over opvallende eigenschappen. Ik noem de moed zich als Markies de Canteclaer op te stellen, het verzen-schrijvende personage uit de Bommel-saga dat zich weinig thuis voelt in zijn tijd en iedere gelegenheid aangrijpt om te suggeren dat hij niet van de straat, maar van adel is. Ook Rawie houdt er een fascinerende fascinatie voor rangen en standen op na.

Ik noem de wijze waarop hij zijn eruditie deelt: zo speels dat het soms bij spelen blijft. Je leest, je bewondert – en gaat over tot de orde van de dag. Hij laveert tussen Karel van het Reve en Godfried Bomans. Soms neigt hij naar Van het Reve, die er in zijn stukken in slaagde aan te tonen dat de naakte keizer gebakken lucht verkocht. Soms mikt hij op de relativerende glimlach die alles onschadelijk maakt – net als Bomans.

En ik wijs op zijn schitterend geheugen vol anekdoten, zijn zelfspot, zijn parmantigheid en vooral zijn jaloersmakende vermogen 'het materiaal' op papier te krijgen alsof het geen enkele moeite kost. Het mag een wonder heten dat hij na zijn verblijf in Zuidlaren wegens een tijdelijke storing in de hersenen nog over zo'n heldere geest kan beschikken. Een millimeter naar links of rechts – hoe werkt zoiets? – en we hadden deze bundel nooit in handen gekregen.

Dit alles geschreven hebbende, raad ik iedereen aan zich op een drafje naar de boekhandel te spoeden en terstond deze verzorgde uitgave aan te schaffen. Om 'm vervolgens cadeau te geven aan vrienden en kennissen, ook Westerlingen, met de mededeling: 'Kijk eens, een boek met knap geschreven opstellen, waarin naast leuke ook gevoelige zaken worden behandeld. Dit lezen wij nu iedere week met veel plezier in Dagblad van het Noorden. Zou je ook eens moeten proberen.'

Boek Vroeger was alles beter, behalve de tandarts Auteur Jean Pierre Rawie Uitgever Bert Bakker Prijs 17,95 euro (224 blz.) Rawie treedt 22/6 op tijdens fesitval Zomerzinnen in Meppel