Een klein, gerafeld kussentje mét spelden
8-5-13
Uit vrees voor een nat pak door regen stapte ik De 5000 Morgen binnen, het museum van Hoogeveen. Musea zijn perfecte schuilplaatsen. Het is er doorgaans rustig, niemand jaagt je op, er valt altijd wat te zien. De toiletten zijn er schoon en je kunt vertrekken wanneer je wilt. In Hoogeveen gaat dat eenvoudig, de toegang is geheel gratis.
Na een tijdje scharrelen kreeg ik in een van de stijlkamers een hand van Ida Henstra. Ze stelde zich voor als coördinator. Of ik misschien iets wilde weten? Goed: het mooiste en meest bijzondere voorwerp van het museum dan? Die vraag overviel haar. Ze was geen conservator, vertelde ze. Maar als ik haar even tijd wilde geven, dan kon ze iets bedenken.
Ik stapte een gang binnen waar een expositie was ingericht met knipsels en foto's van het koningshuis. Merkwaardig genoeg stond er ook een fiets, een vélocipède uit de negentiende eeuw. Een deur verderop trof ik een keuken aan, ingericht met voorwerpen die je in iedere oudheidskamer aantreft: fornuis, strijkbout, kolenkit, wafelijzers. Het keukenraam bood zicht op een groot, verlaten museumcafé.
Ida had nagedacht. Ze had iets groots en duurs kunnen kiezen, zei ze. De schilderijen van Andreas Gerrit Jacobsen, de studies van Albert Steenbergen, het heidelandschap van Sientje Mesdag, het werk van Gerard van der Weerd. De replica van de boot van Pesse. Ze had voor de modellen van de scheepswerfjes kunnen gaan, gemaakt ter herinnering aan de veertien werven die Hoogeveen ooit telde – maar die waren in bruikleen van de historische kring.
Hoe groot was de collectie eigenlijk? 10.000 stuks? Er was in het verleden veel te veel verzameld. De zolder stond vol, vertelde Ida. Van lang niet alles is bekend wat het precies is, en wat het met Hoogeveen te maken heeft. Onderzoek kost tijd. En geld. Daarbij: het draait niet alleen om het bestuderen van voorwerpen. Een museum moet ook open willen zijn. Er is ook zoiets als een sociale functie.
Ondertussen
haalde ze uit een statige kast een klein kussentje van linnen tevoorschijn, met
gerafelde franjes van kant. Motiefjes in de vier hoeken, een kroontje boven een
embleem en daaronder het jaartal 1788. Destijds cadeau gedaan als speldenkussen
bij de geboorte van een meisje. In de hoop dat het meisje later zou gaan
handwerken. Door wie? Dat zou ze even moeten nazoeken.
Wat het kussentje bijzonder maakt, vertelde Ida, is dat de spelden die de versieringen vormen nooit zijn verwijderd. Zo zuinig moet het meisje op haar geboortecadeau zijn geweest. Al kan het natuurlijk ook dat ze niet van handwerken hield. Of dat ze al dood was, voor ze het ter hand kon nemen. We weten het niet, en zullen het nooit weten. We kunnen het alleen bekijken. Omdat het in Hoogeveen bewaard is gebleven.
Museum De 5000 Morgen. Hoofdstraat 9 Hoogeveen. Di t/m za 10.00 – 17.00 uur. Zo 13.00 – 17.00 uur. Zie ook www.5000morgen.nl