Hier volgt een bekentenis. Ik
houd van discomuziek. Sinds The Whatnauts en The Moments in 1974 de hitparade
haalden met Girls. Sinds Rock
your baby van George McCrae, of nog beter Move
me baby van diens vrouw Gwen. Dat mechanische en repeterende. Dat
vleiende. Dat behaagzieke. Dat gladde geluid. Dat zoete niets. Die falsetten,
die bas, die drums. De funk. De swing. De consonanten.

Het
is niet altijd makkelijk om van disco te houden. Nooit geweest ook. Om te
beginnen omdat er zoveel belabberde disco is gemaakt. Vierkwartsmaat,
zangeresje van de straat geplukt, compositie vergeten, tekstschrijver
ontslagen, goedkope studio met dove engineer. Rats-flats-klaar.
En
dan de sociale druk. Wie in de jaren zeventig jong was en van disco hield, was
een verliezer. Want wie kocht er nu gladde muziek zonder boodschap. Geen
urgentie en relevantie, maar grooves en refreintjes over seks? Wie van disco
hield stak zijn kop in het zand terwijl er geprotesteerd en gevochten diende te
worden. Gepolariseerd. Gerebelleerd. Tegen ouders en de maatschappij. Tegen de
orde.
Nog
steeds is het niet eenvoudig. Je kunt beter beweren dat je van Queens of the
Stone Age, Foo Fighters en Triggerfinger houdt. Van gitaren en tattoos. Van
baarden en geschreeuw. Van wilde witte mannen met gitaren. Wie van disco houdt,
houdt beter zijn mond. Bij gebrek aan tekst, want bij dansmuziek draait het
niet om tekst. Bij dansmuziek draait het om ritme. Niet om kloten, maar het
middenrif.
Ik
hield mij stil toen ik op 13-jarige leeftijd voor 13 gulden 50 bij de
plaatselijke handel in witgoed het debuutalbum van Chic kocht. Verleid door de
single Dance, dance, dance met de gimmick Yowsah, yowsah, yowsah en de mierzoete discodroom Everybody dance. Ze zagen me aankomen op de
middelbare school: "Wat heb jij daar? Een album van Chic? Disco? Waar
zingen die over? Yowsah, yowsah, yowsah? Wat is dat voor flauwekul? Ben je homo
of zo? Heb je wel eens van Iggy Pop gehoord? Van de Sex Pistols?"
Een
jaar later was Chic wereldberoemd, ook in Nederland. De halve wereld zette het
op een dansen. Vanwege Le freak en I want your love, lange nummers met staccato-zang,
een prominent pulserende bas en helder-strakke slaggitaar in stuiter-modes.
Geproduceerd door The Chic Organization, oftewel bassist Bernard Edwards en
gitarist Nile Rodgers (foto Thomas Faivre-Duboz). Afgaand op het artwork van het album C'est
Chic jongens met gevoel voor elegante welvaart en de bijpassende
mode.
Alhoewel,
mode … Nederland werd eind jaren zeventig overspoeld met het Groninger
Springtij, voortgestuwd door de mediagenieke punkgolf en new wave-bands uit
Engeland. Strakke spijkerbroeken, ongepoetste schoenen, T-shirts zonder mouw,
tweedehands colberts, kapsels zonder scheiding, muziek zonder harmonie. Disco really made it, zong Gruppo Sportivo. It's
empty and I hate it. De componerende denker Frank Zappa
scoorde een bijna-hit met Dancin' fool en een
snerend yowsah, yowsah, yowsah.
The
Chic Organization, het meest creatieve samenwerkingsverband van de disco,
bracht doodleuk een plaat uit met zangeres Norma Jean Wright en een derde
groepsalbum: Risque. Alles volgens de
succesformule – huppelende onderbuikbas, slaggitaar, arrogante dameszang over
niets, violen, keyboards. Het leverde twee wereldhits op: Good
times en My forbidden lover. Plus,
in 1979, twee albums met precies hetzelfde geluid: We are
family van Sister Sledge en een titelloze plaat van het Franse
fotomodel Sheila en haar B-Devotion.
Wat
betreft Good times: die baslijn begon in 1979
een eigen leven. Eerst als hiphop-fundament voor Rapper's
delight van Sugarhill Gang, en daarna als inspiratiebron voor Queen
bij het schrijven van Another one bites the dust.
Commercieel? Massaconsumptie? Fabriekswerk? Ik kocht het allemaal.
Dus
ook in 1980 Diana, het album waarmee Diana
Ross aansluiting zocht bij een jonger publiek. Nadat ze overigens de nummers
van Edwards en Rodgers had laten overmixen, aldus The Chic Organization later.
En Love somebody today van Sister Sledge, een
album dat maar twee geslaagde nummers telt. Je bent fan in goede én slechte
tijden.
In
zijn twee jaar geleden verschenen autobiografie Le Freak:
an upside down story of family, disco and destiny vertelt Nile
Rodgers dat het na 1980 bergafwaarts ging met disco, en achteraf ook met Chic.
Te veel cocaïne in de discotheken en te veel hedonisme en escapisme in een tijd
vol kruisraketten en massawerkloosheid. Tijd voor een ander geluid:
radiovriendelijke spijkerbroekenrock.
The
Chic Organization raakte uit de mode. Edwards en Rodgers bleven weliswaar samen
albums maken – Real people, Take it off, Tongue in Chic
– maar de hits werden kleiner, de verkopen liepen terug. Er verschenen
soloalbums, die duidelijk maakten dat zingen en spelen twee verschillende
kwaliteiten zijn. Waarna de twee besloten terug naar af te gaan, zich te
verhuren als studiomuzikanten en afzonderlijke producers.
Hier
had dit verhaal in obscuriteit kunnen eindigen. De Chic-zangeressen zijn
ingeruild en uit beeld verdwenen. Bernard Edwards is overleden, na een optreden
in 1996, toen Chic in Japan min of meer een reünieconcert gaf, in vervolg op
het aarzelende, maar toch geslaagde comebackalbum Chic-ism
uit 1992. Ook Tony Thompson, drummer van het eerste uur, is niet meer; hij
stierf in 2003.
Nile
Rodgers echter staat weer volop in de belangstelling. Hij treedt op, als Nile
Rodgers & Chic, op grote podia over de hele wereld. Later dit jaar op
Glastonbury en daarna in Paradiso en volgende week zaterdag Retropop in Emmen.
Zijn naam is verbonden met het meest besproken en bejubelde album van dit
voorjaar, Random access memories van het
Franse dance-duo Daft Punk. Hun wereldhit Get lucky
bestaat niet zonder zijn gitaar.
Die
gitaar is een hoofdstuk apart. The hitmaker
heet het ding, Rodgers kocht zijn instrument in 1973. Voor de liefhebber: het
gaat om een Fender Stratocaster met een body uit 1959 en een hals uit 1960.
Volgens schattingen van journalisten is met The hitmaker
inmiddels 2 miljard dollar bij elkaar gespeeld. Grofweg vanaf You should be dancin' van The Big Apple Band uit
1976 tot en met nu.
Terug
naar de sluitingstijd van de disco. Het muzikale leven van Nile Rodgers nam
begin jaren tachtig een andere vlucht. Hij raakte – als producer,
sessiegitarist, soms bijgestaan door Edwards en Thompson – betrokken bij Let's dance van David Bowie, Boys
and girls van Bryan Ferry, She's the boss
van Mick Jagger, Kookoo van Debbie Harry, Like a virgin van Madonna, Arena
van Duran Duran. Bij INXS, Paul Simon,
B52's, Steve Winwood, Sheena Easton, Jeff Beck.
Steeds
met zíjn geluid: perfect getimede akkoorden, een tintelende gitaarsound,
ritmegestuurd, bijna overgeproduceerd – The material
world verklankt. Het zal altijd een raadsel blijven waarom de ene
song beter klinkt dan de andere, maar als Rodgers er met zijn vingers aan ging
zitten, leken zelfs doorsnee nummers in goud te veranderen. Of in platinum.
Sinds
1979 komt er alleen al op basis van het gebruik van samples uit het
Chic-repertoire voldoende geld binnen om een rustig leven te leiden. In zijn
autobiografie vertelt Rodgers (New York, 1952) waarom hij voor iets anders
heeft gekozen. Zijn alcohol- en drugsmisbruik, echo's van een jeugd bij
drugsverslaafde ouders, maar ook suikerziekte en prostaatkanker – en de dood
van Edwards – hebben hem doen beseffen dat iedere dag de laatste kan zijn. En
dus treedt hij vaker op dan ooit. Vorig jaar startte in Montreux een tour die
hem meer concerten met Chic heeft opgeleverd dan toen The Chic Organization nog
bestond. Die tour voert hem nu naar Drenthe.
Terug-
en omrekenend heb ik in de loop der jaren misschien wel 2000 euro aan Nile
Rodgers gespendeerd. Ik bezit 35 vinylalbums waar hij zijn stempel op heeft
gezet, als onderdeel van The Chic Organization, als studiomuzikant of als
producer. Plus dertig singles en 12 inch-platen. En vijftien cd's. Ik had ook
een racefiets kunnen kopen. Wat gezonder zou zijn geweest.
Soms,
's avonds laat, als niemand thuis is, zet ik die platen op. Met het volume van
Studio 54. Meestal Thinking of you van Sister
Sledge, het ultieme Nile Rodgers-geluid. En dan dans ik een stukje.
Boek,
cd, festival
De
biografie Le Freak: an upside down story of family, disco
and destiny van Nile Rodgers is verschenen bij Random House. Het
album Random access memories van Daft Punk is
verschenen bij Columbia. Voor kaarten en programmering van Retropop in Emmen
zie de website: www.retropop.nl