Berichten van het front
Ingezonden mededeling: Kunst4Daagse 2013

Russisch-orthodox in Groningen

Geen zichtlocatie, geen majestueuze oprijlaan, geen goud-glimmend dak. De Russisch-orthodoxe kerk neemt in Groningen een bescheiden plaats in: een voormalig pakhuis aan de Ganzevoortsingel. Het piept en het kraakt en het tocht er een beetje. Het is er klein, laag en donker. En toch is God aanwezig. In ieder geval voor de 150 actieve leden van de parochie.

Russisch Orthodoxe kerk 3
Voor de extra dienst van vandaag, een vastenlezing over vergeving en de zonde als liefdestekort, zijn vijf mensen bijeengekomen. Drie ouderen, een jongeman die na afloop belooft dat hij zal komen stofzuigen, en priester Onufry. Vandaag is een dinsdagmiddag in april. Terwijl een week eerder twee miljoen Nederlanders op televisie naar The Passion keken, bevinden de vijf kerkgangers zich nog midden in de Vastentijd, de periode die voorafgaat aan het paasfeest, dat in de Russisch-orthodoxe kerk dit jaar op 4 en 5 mei wordt gevierd.

Veel is anders aan de Ganzevoortsingel, maar niet alles. Ook in de Russisch-orthodoxe kerk is de viering van de wederopstandig van Christus het hoogtepunt van het kerkelijk jaar. Ook hier draait het om sacramenten, om handelingen die de mens tot God moeten brengen zoals doop en zalving, eucharistie, biecht, trouwen en uitvaart. In de woorden van priester Onufry: "God is liefde en de mens is bedoeld om dicht bij God te zijn, net als in het paradijs."

Iets meer dan een halve eeuw is de Russisch-orthodoxe kerk in de provincie Groningen actief. Eerst in Zuidhorn, daarna op verschillende plekken in de stad Groningen. Onufry groeide op in Leeuwarden in een gezin met een katholieke vader en een gereformeerde moeder, stapte de 'kerk' binnen toen deze onderdak had in een kapel aan de Hereweg. Hij studeerde nog en kende mensen die er in een koor zongen.

Zijn bekering volgde acht jaar later. "Ik was in Polen geweest en wilde weer naar die kapel aan de Hereweg", vertelt Onufry. "Het had ook te maken met Oost-Europa, maar terug in die kapel kreeg ik een ervaring: dít is de plek waar God aanwezig is. Als God bestaat, dan is hij hier. Het was een religieuze ervaring. Het vervulde me. Ik was al gelovig, ook door mijn katholieke opvoeding. Ik was er ontvankelijk voor. Het was als een tweede doop."

Onufry had die ervaring in geen andere kerk dan een Russisch-orthodoxe kunnen krijgen. "Ik ben daarna nog wel naar de rooms-katholieke kerk geweest, maar dat was toch anders. Een kwestie van toeval? Ik denk eerder de voorzienigheid. In het leven van gelovige mensen is geen sprake van toeval. God komt in je leven. Na die ervaring ben ik eerst blijven werken. Tot de zaterdagen en zondagen voor mij belangrijker werden dan de doordeweekse dagen. Eerst dacht ik: wat overkomt me? Toen heb ik de sprong gewaagd."

De sprong betekende voor Onufry in eerste instantie: lezen. "Alles wat los en vast zat heb ik over de orthodoxe kerk gelezen." Daarna bezocht hij een klooster in Engeland waar hij het advies kreeg naar Rusland of Griekenland te gaan. "Maar de taal bleek een behoorlijke barrière. Vervolgens ben ik orthodoxe theologie gaan studeren in een orthodox klooster in Jablenczna, in Polen. Daar ben ik uiteindelijk tot monnik en later tot priester gewijd."

De route naar het orthodoxe geloof loopt voor iedereen anders, benadrukt Onufry. "De eerste stap is naar de kerk. Je hart, je ogen en je oren open stellen. Zien, horen en ruiken – de gebaren, de gebeden, de sfeer in zijn geheel. Het verschilt per persoon. Het kan ook door te lezen, door vragen te stellen. Door muziek te luisteren. Door begeestering. Door langere tijd een deel van het kerkelijk leven mee te maken, komt het geloof vanzelf in je dagelijkse leven."

Innerlijke houding speelt mee. En verminderde rationaliteit. "Rationalisme is nodig om zaken georganiseerd te krijgen. Maar rationaliteit kan mensen tegenhouden open te staan voor religieuze ervaringen, voor wat ze niet meteen kunnen vatten en wat niet zintuiglijk is te bewijzen. Voor een wetenschappelijke benadering heb je het rationalisme nodig. Voor geloof niet per se."

De wereld van de wetenschap en de wereld van de kerk hebben elk een eigen gebied en verantwoordelijkheid. "Het bijt elkaar niet. Godsdienst is geen wetenschap. Er is wel een theologie, een wetenschappelijke manier van boeken bestuderen. Maar voor een orthodox theoloog is de eerste houding dat je gelovig bent. Je kunt niet, zoals in de protestantse kerk theoloog zijn en niet in God geloven."

Samen met het katholicisme en protestantisme behoort de Russisch-orthodoxe kerk tot de drie hoofdstromingen van de christelijke kerk. "We zien ons zelf als de rechtstreekse voortzetting van de ongedeelde kerk die voor het schisma van 1054 heeft bestaan. Vergeleken met de rooms-katholieke kerk heeft onze kerk een andere ontwikkeling doorgemaakt, bijvoorbeeld als het gaat om rationaliteit en godsbewijzen. In onze kerk is de heiligheid en het mystieke bewaard gebleven."

Het is verleidelijk om de Russisch-orthodoxe kerk als conservatief te typeren. "Conservatief betekent bij ons niet liefde voor de traditie omwille van de traditie. Niet om het idee dat vroeger alles goed of zelfs beter was", reageert Onufry. "Wij hechten aan de ongedeelde kerk, vooral omdat wij denken dat daarin de essenties van het geloof beter naar voren komen. Waar het om gaat, is hoe de kerkdienst wordt ingekleed. Om wat wij zien als de ware verering van God."

Aan evangeliseren wordt niet gedaan. "Niet in de zin dat wij de huizen af gaan. De deur van onze kerk staat altijd open. Iedereen is welkom. Of dat automatisch tot bekering leidt, kan ik niet zeggen. Het is God die dat bepaalt – ik weet niet waarom en wanneer hij dat bepaalt. Maar het kan je overvallen, elk moment kan rijp zijn. Het is voor iedereen mogelijk."

Het ware geloof is voor iedereen verschillend. "Je kunt alleen voor jezelf weten of jij het ware geloof hebt. Ik zal nooit zeggen dat alleen in de Russisch-orthodoxe kerk het Heil te vinden is. Een katholiek zal daar anders over denken. Ik weet alleen dat voor mijzelf het Heil in de Russisch-orthodoxe Kerk is te vinden." Foto: Jan Willem van Vliet