Een eindeloze keten
29-4-13
Ter gelegenheid van het Nederland-Ruslandjaar schrijf ik voor Dagblad van het Noorden over klassiekers uit de Russische literatuur – van vroeger tot nu. Aflevering 2: Onvoltooide liefdesbrieven van Michaïl Sjisjkin.
Sasja schrijft hartstochtelijke brieven aan Volodja, die met het Russisch leger op weg is naar China, waar de Bokseropstand woedt. Onder meer vanuit bad, lezen we in Onvoltooide liefdesbrieven van Michaïl Sjisjkin. "Ik lig naar mijn eigen navel te kijken", schrijft ze. "Wat een heerlijke bezigheid! Jouw navel is een knoop, herinner ik me. En die van mij een ring. Die van mama is ook een ring. Een schakel in een eindeloze keten."
Brieven schrijven vanuit bad, het is belachelijk. En lastig. Omdat al schrijvend het water koud wordt, en het papier nat, en de inkt vlekt, en het ongemakkelijk zit. Maar Sasja houdt het acht kantjes vol. Waarin ze onder meer over haar liefde voor haar vader schrijft en over de verliefdheid voor een huisvriend die een affaire heeft met haar moeder. Acht kantjes! Het is onmogelijk. Maar het onmogelijke moet dan nog gebeuren. Op iedere brief van Sasja komt er een van Volodja terug, vol verlangen en gruwelen.
Dan ineens lezen we er een waarin Sasja aan Volodja vertelt hoe ze is opgebeld door diens moeder: "Ze kon niet praten. De hoorn werd overgenomen door je stiefvader. Hij vertelde me alles. Twee dagen heb ik in bed gelegen, zonder op te staan, waarom zou ik ook. Alles is in ijs veranderd. Zowel mijn ziel als mijn benen."
Terwijl wij zeker menen te weten dat Volodja is omgekomen, ergens in 1900 in China, blijven zijn brieven komen: "Als ik naar jou schrijf mijn meisje, vergeet ik alles om mij heen! Wat goed! Hier is alles doordrenkt met dood en pijn, en het is volkomen onvoorstelbaar dat ergens het leven doorgaat alsof er niets aan de hand is."
Getrouw doet Volodja, in het leger belast met het schrijven van doodsberichten aan ouders, verslag van de ellende en zijn liefde voor Sasja. Die op haar beurt door blijft schrijven. Die steeds ouder wordt, trouwt, een dochtertje krijgt, haar vader moet begraven, onverminderd van Volodja blijft houden, de wereld ziet veranderen, herinneringen ophaalt.
Michaïl Sjisjkin (1961) wordt door uitgeverij Querido een van de belangrijkste Russische schrijvers van dit moment genoemd. Wat zomaar waar zou kunnen zijn. Vorig jaar haalde hij het literaire nieuws door zijn weigering deel uit te maken van de Russische delegatie voor de Book Expo America 2013; hij wilde geen land vertegenwoordigen waar mensenrechten worden vertrapt.
Het uit 2010 stammende Onvoltooide liefdesbrieven is in 25 landen verschenen. En het is een ge-wel-dig boek. Uiteraard vanwege het lumineuze idee om een briefwisseling na de dood door te laten gaan. Maar misschien nog wel meer omdat het is geschreven in een weergaloze stijl waarin hoopvol sentiment en onbeschrijfelijke ellende elkaar in evenwicht houden, zoals in de beste Russische literatuur. Het woord leeft voort, ook als wij zijn gestorven. En zo lang wij lezen, is er hoop.
Boek Onvoltooide liefdesbrieven Auteur Michaïl Sjisjkin Uitgever Querido Prijs 19,95 euro (312 blz.)
Gods prinsessen en prinsjes per koets ter communie
28-4-13
Altijd weer fascinerend om te zien: het vervoer van en naar de Paulus-kerk in Emmen ter gelegenheid van de Eerste Communie, het feest waarbij Gods prinsessen en prinsjes voor het eerst volledig mogen deelnemen aan de eucharistie-viering. Zondag reed naast de roze en witte stretched-limo's, de tuk-tuks en het Assepoester-rijtuig ook een Gouden Koets mee, voortgeduwd door twee lakeien.
Hoe het veen verdween uit Klazienaveen
27-4-13
Locatietheatergezelschap PeerGrouP beschikt sinds een aantal maanden over een vriendengroep, Naobers geheten. Tegen betaling, heb je een streepje voor. Maar het kan nog voordeliger. Als PeerGrouP voor een voorstelling in je dorp komt, krijgen de direct omwonenden gratis kaarten. Ter compensatie, zeg maar. Buren of naobers – verschil moet er zijn.
"En we hebben niks geen overlast gehad," zeggen de bewoners van de Noorderkeerkring in Klazienaveen. "Misschien af en toe wat geschreeuw, dat was eigenlijk alles." Het is woensdagavond. We staan in de rij voor een provisorische poort die toegang geeft tot het terrein van Hobbyclub Purit, de personeelsvereniging van de tegenovergelegen Norit-fabriek. Bij de kassa worden we opgewacht door 'grenswachten' in zwarte cape. "Jullie gaan toch niet slaan hé", roept iemand naar de wachters.
Vier weken geleden streek PeerGrouP in Klazienaveen neer voor Het verdwenen veen, een bont en bruisend muziektheaterstuk in vier akten. Het verhaal laat zich eenvoudig samenvatten: een losgeslagen jongen wil het krimpende dorp Altijdalgeweten verlaten en zet daarmee de toekomst van de kleine gemeenschap op het spel. De verpakking is op en top PeerGrouP. Onder leiding van coördinator Henry J. Alles wordt op soms onnavolgbare wijze alles met alles verknoopt. Zelfs Super-Bartje doet weer mee.
Zoals gebruikelijk ging de komst van het locatietheatergezelschap gepaard met grootschalig veldonderzoek; het verzamelen van ideeën en steun uit de buurt, het verkennen van de streek, zaaien om te oogsten. "Eerst keken ze mij wat vreemd aan", vertelt Alles over zijn entree bij de mannen van de hobbyclub. "Maar op een gegeven moment deden ze álles voor ons."
Zoals materiaal en ruimten beschikbaar stellen, turf aanleveren en uitleg geven over de toepassingmogelijkheden van koolstof. "Wonderlijk spul. Wat daar allemaal mee gebeurt, je wilt het niet weten. Zonder koolstof zou de wietteelt in Nederland er heel anders uitzien." Maar ook het leggen van contacten voor verhalen die een plek in de voorstelling hebben gekregen.
Zo ging PeerGrouP langs bij Gerhard Vedder, kenner van de streekgeschiedenis. Die ze veel feiten aan de hand deed en op plekken van historisch belang wees. En van Woeste Fokko vertelde, een ongelukkig man die op onverklaarbare wijze in het veen verdween en sindsdien rondspookt bij de voormalige Bargerschans.
"Een moderne mythe", duidt Vedder. "Zelf geschreven op verzoek van onze bibliothecaresse, die een dropping wilde organiseren voor de glasbakjeugd." Op het terrein van de hobbyclub ziet Vedder tot zijn genoegen dat PeerGrouP het verhaal over Fokko heeft gebruikt voor een theaterstuk binnen het stuk.
Vedder ziet ook dat een mobiele erfgoedkar wordt ingezet om de draak te steken met de neiging van lokale historici alles te verzamelen en te bewaren. De kar is overladen met paperassen afkomstig van het Smalspoormuseum. "Die hadden ze over", zegt coördinator Alles.
Kosten noch moeite zijn gespaard om Het verdwenen veen tot een gemeenschapspel te maken. Zo is bibliotheek-bons John Franssen aangetrokken als burgemeester en serveert PeerGrouP-kok Elles Kiers liflafjes, bier uit de buurt en droge worst van de lokale C1000. Vertegenwoordigers uit het publiek moeten een oordeel vellen over de losgeslagen Boudewijn Koops en de lokale jongeren bouwen op de toon van Project X in Haren een eigen feestje: 'Waar moet je bij zijn? Daar moet je bij zijn!'.
Het verdwenen veen is een vervolg op Van mond tot mond, de culinaire muziektheater-revue die vorig jaar in Valthermond werd opgevoerd. En maakt deel uit van De Streek, het meerjarenproject waarbij PeerGrouP door de Veenkoloniën trekt, van het Varkenshuis in Annerveenschekanaal tot en met het Veen-circus dat nog in de steigers moet worden gezet.
Het verdwenen veen is ook onderdeel van de festiviteiten rond de opening van het Koning Willem Alexander Kanaal, dat Erica met Ter Apel verbindt. Kosten 32 miljoen euro. Het KWAK, zeggen ze honend in Klazienaveen. Om vervolgens te vertellen over een gat in de bodem van het nieuwe kanaal, waardoor het duurbetaalde vaarwater zou wegsijpelen. Geen mythe, maar waargebeurd. "Het gat is alweer dicht. Straks kun je schitterend varen op het KWAK", weet een bewoner van de Noorderkeerkring. "Wij hebben al een jacht gekocht."
Voorstellingen
Het verdwenen veen wordt nog zeven keer door PeerGrouP gespeeld aan de Mr Ovingstraat 22 in Klazienaveen: 27/4, 17/5, 18/5, 19/5, 24/5, 25/5 en 26/5. Onder meer met ondersteuning Veenkoloniaal Symfonie Orkest en mannenkoor Fanfaron. Kaarten 12,50 euro - 20 euro. Zie ook www.peergroup.nl
Ingezonden mededeling: Kunst4Daagse 2013
26-4-13
Russisch-orthodox in Groningen
25-4-13
Geen zichtlocatie, geen majestueuze oprijlaan, geen goud-glimmend dak. De Russisch-orthodoxe kerk neemt in Groningen een bescheiden plaats in: een voormalig pakhuis aan de Ganzevoortsingel. Het piept en het kraakt en het tocht er een beetje. Het is er klein, laag en donker. En toch is God aanwezig. In ieder geval voor de 150 actieve leden van de parochie.
Voor de extra dienst van vandaag, een vastenlezing over vergeving en de zonde als liefdestekort, zijn vijf mensen bijeengekomen. Drie ouderen, een jongeman die na afloop belooft dat hij zal komen stofzuigen, en priester Onufry. Vandaag is een dinsdagmiddag in april. Terwijl een week eerder twee miljoen Nederlanders op televisie naar The Passion keken, bevinden de vijf kerkgangers zich nog midden in de Vastentijd, de periode die voorafgaat aan het paasfeest, dat in de Russisch-orthodoxe kerk dit jaar op 4 en 5 mei wordt gevierd.
Veel is anders aan de Ganzevoortsingel, maar niet alles. Ook in de Russisch-orthodoxe kerk is de viering van de wederopstandig van Christus het hoogtepunt van het kerkelijk jaar. Ook hier draait het om sacramenten, om handelingen die de mens tot God moeten brengen zoals doop en zalving, eucharistie, biecht, trouwen en uitvaart. In de woorden van priester Onufry: "God is liefde en de mens is bedoeld om dicht bij God te zijn, net als in het paradijs."
Iets meer dan een halve eeuw is de Russisch-orthodoxe kerk in de provincie Groningen actief. Eerst in Zuidhorn, daarna op verschillende plekken in de stad Groningen. Onufry groeide op in Leeuwarden in een gezin met een katholieke vader en een gereformeerde moeder, stapte de 'kerk' binnen toen deze onderdak had in een kapel aan de Hereweg. Hij studeerde nog en kende mensen die er in een koor zongen.
Zijn bekering volgde acht jaar later. "Ik was in Polen geweest en wilde weer naar die kapel aan de Hereweg", vertelt Onufry. "Het had ook te maken met Oost-Europa, maar terug in die kapel kreeg ik een ervaring: dít is de plek waar God aanwezig is. Als God bestaat, dan is hij hier. Het was een religieuze ervaring. Het vervulde me. Ik was al gelovig, ook door mijn katholieke opvoeding. Ik was er ontvankelijk voor. Het was als een tweede doop."
Onufry had die ervaring in geen andere kerk dan een Russisch-orthodoxe kunnen krijgen. "Ik ben daarna nog wel naar de rooms-katholieke kerk geweest, maar dat was toch anders. Een kwestie van toeval? Ik denk eerder de voorzienigheid. In het leven van gelovige mensen is geen sprake van toeval. God komt in je leven. Na die ervaring ben ik eerst blijven werken. Tot de zaterdagen en zondagen voor mij belangrijker werden dan de doordeweekse dagen. Eerst dacht ik: wat overkomt me? Toen heb ik de sprong gewaagd."
De sprong betekende voor Onufry in eerste instantie: lezen. "Alles wat los en vast zat heb ik over de orthodoxe kerk gelezen." Daarna bezocht hij een klooster in Engeland waar hij het advies kreeg naar Rusland of Griekenland te gaan. "Maar de taal bleek een behoorlijke barrière. Vervolgens ben ik orthodoxe theologie gaan studeren in een orthodox klooster in Jablenczna, in Polen. Daar ben ik uiteindelijk tot monnik en later tot priester gewijd."
De route naar het orthodoxe geloof loopt voor iedereen anders, benadrukt Onufry. "De eerste stap is naar de kerk. Je hart, je ogen en je oren open stellen. Zien, horen en ruiken – de gebaren, de gebeden, de sfeer in zijn geheel. Het verschilt per persoon. Het kan ook door te lezen, door vragen te stellen. Door muziek te luisteren. Door begeestering. Door langere tijd een deel van het kerkelijk leven mee te maken, komt het geloof vanzelf in je dagelijkse leven."
Innerlijke houding speelt mee. En verminderde rationaliteit. "Rationalisme is nodig om zaken georganiseerd te krijgen. Maar rationaliteit kan mensen tegenhouden open te staan voor religieuze ervaringen, voor wat ze niet meteen kunnen vatten en wat niet zintuiglijk is te bewijzen. Voor een wetenschappelijke benadering heb je het rationalisme nodig. Voor geloof niet per se."
De wereld van de wetenschap en de wereld van de kerk hebben elk een eigen gebied en verantwoordelijkheid. "Het bijt elkaar niet. Godsdienst is geen wetenschap. Er is wel een theologie, een wetenschappelijke manier van boeken bestuderen. Maar voor een orthodox theoloog is de eerste houding dat je gelovig bent. Je kunt niet, zoals in de protestantse kerk theoloog zijn en niet in God geloven."
Samen met het katholicisme en protestantisme behoort de Russisch-orthodoxe kerk tot de drie hoofdstromingen van de christelijke kerk. "We zien ons zelf als de rechtstreekse voortzetting van de ongedeelde kerk die voor het schisma van 1054 heeft bestaan. Vergeleken met de rooms-katholieke kerk heeft onze kerk een andere ontwikkeling doorgemaakt, bijvoorbeeld als het gaat om rationaliteit en godsbewijzen. In onze kerk is de heiligheid en het mystieke bewaard gebleven."
Het is verleidelijk om de Russisch-orthodoxe kerk als conservatief te typeren. "Conservatief betekent bij ons niet liefde voor de traditie omwille van de traditie. Niet om het idee dat vroeger alles goed of zelfs beter was", reageert Onufry. "Wij hechten aan de ongedeelde kerk, vooral omdat wij denken dat daarin de essenties van het geloof beter naar voren komen. Waar het om gaat, is hoe de kerkdienst wordt ingekleed. Om wat wij zien als de ware verering van God."
Aan evangeliseren wordt niet gedaan. "Niet in de zin dat wij de huizen af gaan. De deur van onze kerk staat altijd open. Iedereen is welkom. Of dat automatisch tot bekering leidt, kan ik niet zeggen. Het is God die dat bepaalt – ik weet niet waarom en wanneer hij dat bepaalt. Maar het kan je overvallen, elk moment kan rijp zijn. Het is voor iedereen mogelijk."
Het ware geloof is voor iedereen verschillend. "Je kunt alleen voor jezelf weten of jij het ware geloof hebt. Ik zal nooit zeggen dat alleen in de Russisch-orthodoxe kerk het Heil te vinden is. Een katholiek zal daar anders over denken. Ik weet alleen dat voor mijzelf het Heil in de Russisch-orthodoxe Kerk is te vinden." Foto: Jan Willem van Vliet
Berichten van het front
24-4-13
Je hoort wel eens: 'Het glas is half vol, of 'Het glas is half leeg.' Waarna gekozen mag worden. Als je voor 'half leeg' kiest, ben je een pessimist. Kies je voor 'half vol', dan behoor je tot de optimisten. En met die laatste groep, zo gaat het verhaal, kun je de oorlog winnen. Wat erg optimistisch is, daar een oorlog alleen verliezers kent. Wat men na terugkeer van het front ook moge beweren.
Dit ter inleiding op een bericht over de snel stijgende werkloosheid. Volgens de meest recente cijfers zoeken nu 643.000 mensen in Nederland een baan. Het overgrote deel doet dat gedwongen, omdat de WW-uitkering eindig is en daaropvolgende de bijstand te laag is om van rond te komen. Werk is altijd beter dan thuis zitten, waar het geld verdampt terwijl je de laatste centen omdraait.
De Volkskrant publiceerde een lijstje met plaatsen in Nederland waar de werkloosheid het grootst is. Emmen stond bovenaan, samen met het Friese Achtkarspelen. Hebben wij weer. Op iedere duizend inwoners van Emmen tussen de 20 en 65 jaar hebben er 58 een WW-uitkering. Dat zijn er dus 3500. Daar komen de mensen met een bijstandsuitkering nog bij. Volgens het CBS worden in Emmen 3780 bijstandsuitkeringen verstrekt.
Het zou mooi zijn als die mensen – 7280 – een baan vinden. Zo snel mogelijk. Maar waar? In het eerder genoemde Volkskrant-lijstje staan nog twee Drentse gemeenten waar aanzienlijk meer WW-uitkeringen worden verstrekt dan elders in Nederland: Borger-Odoorn en Hoogeveen, twee gemeenten waar eveneens veel mensen met een bijstandsuitkering wonen. Oftewel: de kans op werk is in de buurt niet al te groot.
Dat laatste is een eufemisme.
De stijging van de werkloosheid is nog niet ten einde. De grote klap moet nog komen, straks als de bezuinigingen op de gemeentehuizen en in de zorgsector – de grootste werkgevers in Drenthe – van kracht worden. Als de rekening van de speculatiecrisis wordt vereffend en de thuiszorg in de schoot van de buurvrouw is geworpen. Het wordt allemaal nog veel erger. Het glas is minder dan half vol.
'Hoe gaat het?' vroeg de jongeman, 'hoe is het thuis?'
'Heel slecht', zei Frits op een opgewekte toon, 'heel slecht, Viktor. Laten we de dingen bij hun naam noemen. Laat ons, als het slecht is, zeggen: slecht.'
Lofar-excursie: echo's van de oerknal bij Buinen
23-4-13
De Drentse Veenkoloniën herbergen een reusachtige telescoop, kortweg Lofar. Je moet het weten om het te kunnen zien, maar tussen Buinen en Exloo zijn door ASTRON, het instituut voor radio-astronomie in Nederland, her en der in het landschap sensoren geplaatst waarmee signalen uit de ruimte worden ontvangen. Die worden vervolgens via een glasvezelkabel naar computers in Groningen gestuurd waar ze worden bestudeerd.
Ik leg het zo eenvoudig mogelijk uit, anders begrijp ik het zelf ook niet.
Zaterdag werd in het gebied een excursie gehouden op initiatief van de Lofar-tafel, een club die van mening is dat het project meer bekendheid verdient. Al was het alleen maar omdat het nooit eerder is voorgekomen dat zo'n grote telescoop in Nederland is gebouwd. Maar ook om duidelijk te maken dat in het Veenkoloniaal gebied meer gaande is dan grootschalige akkerbouw, krimp, werkloosheid en gedoe om windmolens.
De excursie werd gegeven door gidsen in opleiding. Allemaal vrijwilligers die om uiteenlopende reden geïnteresseerd zijn in het Lofar-project. Voor de een gaat het om het landschap, voor de ander om de techniek. Gegeven is dat astronomie en natuurontwikkeling hier hand in hand gaan, dat terwijl de vogel- en visstand wordt beheerd doodleuk in de ruimte wordt gezocht naar echo's van de oerknal en wat dat ook allemaal mogen betekenen.
De reuzentelescoop zag er bedrieglijk eenvoudig uit. We zagen een stuk betongaas waaruit een pvc-buis leek te groeien waarop een te grote dop was geplaatst. We zagen doucheleidingen en draden. We zagen ook een podium: een verhoging van zwart plastic. Allemaal heel wonderbaarlijk. Het was nauwelijks voor te stellen dat met deze alledaagse materialen signalen over het ontstaan van het heelal konden worden opgevangen.
Bewijzen werden tijdens de excursie ook niet geleverd. Maar we geloofden het. Ons werd verteld dat dit nog maar een proefproject is. Dat in Zuid-Afrika en Australië wordt gewerkt aan een nog veel grotere opstelling waarmee kennis vergaard kan worden over de periode ná de oerknal, over Het Grote Zwarte Gat.
En we keken naar laaghangende bewolking in een hemelsblauwe lucht. We hoorden vogels. We zagen de kanalen en beken. We werden gewezen op een overvliegende kraanvogel. De wetenschap staat voor niets.
Over 'Electrifying Berlijn' van Leo Blokhuis
22-4-13
Vandaag begint de Week van het Luisterboek, een campagne bedoeld om lezers te laten luisteren. Dit keer houden de organisatoren een mooi ijzer in het vuur: een luisterboekenweekgeschenk geschreven door Leo Blokhuis. Met Electrifying Berlijn praat de popprofessor ons in vijf kwartier bij over de Duitse muziek die sinds het begin van de vorige eeuw vanuit Berlijn onze wereld is binnengesijpeld.
Blokhuis begint zijn college met een opname waarop we Lotte Lenya een deel van de Alabama Song van Kurt Weill en Bertolt Brecht uit 1927 horen zingen, de vrije cultuur van de Weimar-republiek. Aan het einde van het tiende hoofdstuk krijgen we een fragment uit Where are we now?, het nummer waarin David Bowie terugblikt op zijn Berlijnse albums Low, Heroes en Lodger.
Electrifying Berlijn wordt cadeau gedaan op een moment dat de platenindustrie zich enthousiast over de archiefkasten van de Duitse popmuziek buigt. Als aanjager geldt de Britse muzikant Julian Cope, die in 2005 het boek Kraut-rocksampler publiceerde. Waarna vervolgens de catalogus van de baanbrekende cultband Can opnieuw werd uitgebracht, gevolgd door het verzameld werk van de bliepjes-brigade Kraftwerk.
Daarnaast verscheen drie jaar geleden bij het Britse platenlabel Soul Jazz een dubbel-album met Duitse popgroepen die begin jaren zeventig het experiment zochten: Cluster, Faust, Popul Vuh, Neu, Amon Duul, Tangerine Dream. Vorig maand verscheen Deutsche Elektronische Musik 2 én een overzicht van producties door de Duitse producer Conny Plank, Who's That Man – A Tribute To Conny Plank.
In zijn hoorcollege schetst Blokhuis de omstandigheden waaronder veel van deze muzikanten in Duitsland opereerden, in Berlijn en West-Duitsland. Hoe ze teruggrepen op de ideeën van Karlheinz Stockhausen, en aan de slag gingen met geluidsapparatuur zoals synthesizers, die door Angelsaksische popmusici hooguit als gimmick werden gebruikt.
Daarbij wordt een interessante lijn naar het verleden zichtbaar gemaakt. Het omarmen van muziekopvattingen die in de jaren dertig en veertig in Duitsland als ontaard werden bestempeld, bood jonge Duitse muzikanten de mogelijkheid zich af te zetten tegen het loodzware verleden van hun ouders en de in Duitsland zo sterke klassieke traditie en volkscultuur.
Hoewel het college op papier over Berlijn gaat, vertelt Electrifying Berlijn uitsluitend het verhaal van de ontaarde muziek, van de jazz en avant-garde in de jaren dertig tot en met de artrock op het laatste album van Bowie, The Next Day. Bowie fungeert daarbij als opstapje naar de Britse synthi-pop, naar U2 en uiteindelijk zelfs Radiohead, een band die het experiment voortzet van wat Blokhuis de kosmische muziek noemt.
Gevolg is dat het muziekleven in de Duitse hoofdstad tekort wordt gedaan. De Neue Deutsche Welle rond de kraakbeweging eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, blijft onbegrijpelijk buiten beschouwing. En daarmee, bijvoorbeeld, het invloedrijke Einstürzende Neubauten, zonder wie Rammstein nooit stadions in Duitsland en daarbuiten had kunnen vullen.
Het Berlijn van de jaren negentig wordt neergezet als 'het paradijs van de feestvierende bastaardkinderen van de kosmische muziek, de techno'. De muur is gevallen en de dance-scene neergestreken in de leeggelopen DDR-buurten en flatgebouwen waar computerbeats en samples de huidige wederopstanding van de Duitse hoofdstad als de culturele hotspot van Europa aankondigen. Atari Teenage Riot wordt genoemd, net als het Tresor-label en het ontstaan van de Love Parade.
Anno 2013 is Berlijn nog steeds een stad waar elektronische muziek floreert. Sowieso: als Nederland de beste DJ's ter wereld mag leveren, dan zijn de beste platenlabels waarschijnlijk Duits: Kompakt, !K7 en Compost. Laatstgenoemde is het huis van het Berlijnse DJ-collectief Jazzanova, binnenkort te bewonderen tijdens Swingin Groningen. Het is Blokhuis ontgaan. Of hij zag er geen ruimte voor in zijn korte, maar desalniettemin machtig interessante rondgang door een deel van de Duitse muziekgeschiedenis.
Luisterboek en cd's
Het luisterboek Electrifying Berlijn van Leo Blokhuis wordt tussen 22 en 29 april cadeau gedaan bij aanschaf van 9,95 euro aan (luister)boeken. Blokhuis is 22 april te gast in radioprogramma Kunststof op Radio 1. De compilaties Deutsche Elektronische Musik 1 en 2 zijn verschenen bij Soul Jazz Records. Het overzicht Who's That Man – A Tribute To Conny Plank is uitgebracht op Grönland Records.
Het leukste dorp van Drenthe: wie van de tien
21-4-13
RTV Drenthe en Dagblad van het Noorden zoeken in samenwerking met Drents Archief, Huus van de Taol, Prins Bernhard Cultuurfonds en Provincie Drenthe naar Het Leukste Dorp van Drenthe. Na een eerste selectie, waar bijna negentig dorpen zich voor hadden aangemeld en nadat 25.000 stemmen werden uitgebracht, zijn nu nog tien dorpen in de race.
Het betreft Annen, Dalen, Dwingeloo, Eelde-Paterswolde, Norg, Pesse, Roden, Ruinerwold, Westerbork en Zuidlaren. Tijdens deze eindronde maken de dorpen tussen 21 mei en 4 juni een dag lang radio en televisie. Verder worden ze gevolgd in kranten, op radio en televisie. Vervolgens wordt tijdens een finaleshow op 15 juni de winnaar van Het Leukste Dorp van Drenthe bekend gemaakt. Zie ook www.hetleukstedorpvandrenthe.nl
De bijhorende 'officiële videoclip', met muziek en tekst van Mooi Wark, ging zaterdag online op YouTube. Ik beluisterde 'm zonder geluid. Wat altijd een goede test is om erachter te komen of een videoclip de moeite waard is. In dit geval viel het oordeel negatief uit. Met geluid werd het niet veel beter: wat een opeenstappeling van clichees en algemeenheden.