Ilja Leonard Pfeijffer reisde eind 2008 af naar Genua, om vanuit Noord-Italië verder te schrijven aan wat een veelzijdig oeuvre mag heten. Sindsdien verschenen zijn verzamelde gedichten, het reisverslag De filosofie van de heuvel, een bloemlezing over Leiden, bundels verhalen en columns, teksten voor de cd's van Ellen ten Damme, en het literair zelfhulpboek Hoe word ik een beroemd schrijver?
Met laatstgenoemd boek maakte hij geen beste beurt, maar met zijn nieuwe roman revancheert Pfeijffer zich op overtuigende wijze. In La Superba (de hoogmoedige) laat hij een zelfingenomen Schrijver Van Vele Manieren aan het woord. De schrijver vertelt triomfantelijk middels notities aan een vriend over zijn nieuwe leven in de oude stad Genua, waar hij door de straten dwaalt en de terrassen afschuimt op zoek naar houvast. Net als in Der Tod in Venedig van Thomas Mann wordt de hoofdpersoon hopeloos verliefd, net als in De wandelaar van Adriaan van Dis verkent hij de onderkant van de samenleving.
De verliefdheid speelt een niet onbelangrijke, maar toch bescheiden rol. Waar het vooral om draait is de stad zelf, als metafoor voor Europa en het vrije leven. Pfeijffer schildert Genua af als een labyrint waarin alleen de oorspronkelijke bewoners de weg kennen. Gasten, zoals de schrijver, worden getolereerd, zolang aan hen verdiend wordt. Hebben ze geen geld, dan is er geen beginnen aan.
Het beeld dat van de stadsbewoners wordt geschetst, is vertrouwd. Wat we van Italianen, Afrikanen en Noord-Europeanen menen te weten, wordt voortdurend door Pfeijffer bevestigd. De manier waarop hij dat doet is onmiskenbaar meeslepend, een feest voor de lezer. In een sublieme stijl – onnavolgbaar gedribbel, hakjes, slepende bewegingen, puntertjes, spectaculaire omhalen – voert hij zijn publiek door duistere spelonken en over zonovergoten pleinen om het met vlijmscherpe observaties wakker te schoppen.
Eerst is het veelstemmige La Superba vooral hilarisch. Pfeijffer spaart niemand, dus ook zijn schrijver niet: in zijn vaderland een groot dichter, maar in Genua een zwaarlijvige geilneef die zich verlekkert aan een gevonden vrouwenbeen. Gaandeweg slaat de vertwijfeling toe, onder meer door het relaas van de Senegalees Djiby die via Libië over zee in de stad is beland. Pfeijffer koppelt dit verhaal aan dat van de miljoenen Italianen die eind negentiende eeuw naar de Nieuwe Wereld zijn gevlucht.
Na Djiby komt het niet meer goed. En ook La Superba mondt uit in een doodlopende steeg. De schrijver wordt in de steek gelaten door een vriend met wie hij een theater hoopte te beginnen, hij wordt geplukt door een vrouw die hij dacht te plukken, hij raakt verstrikt in een juridische procedure die hij volgens het recht niet kan verliezen, en ontspoort. Kortom, een hopeloze toestand met een ontluisterend einde.
Een pijnlijk beeld van het fort Europa waar een vrij bestaan een illusie is, virtuoos beschreven.
Boek La Superba Auteur Ilja Leonard Pfeijffer Uitgever De Arbeiderspers Prijs 19,95 euro (350 blz.)