Over 'Doodstil' van Jan Mulder
Poëzie Dichterbij dingt naar Prijs voor de Toekomst

Het lied van Hiawatha, prachtig bezongen

HiawathaArjen Fortuin stond recent in NRC/Handelsblad stil bij de nieuwjaarsgeschenken die traditioneel door de Nederlandse uitgevers onder relaties worden verspreid. Fortuin had een aardige stapel ontvangen – bedankt daarvoor. En gaf uitgeverij Atlas/Contact een tik op de vingers omdat zij hun  geschenk digitaal hadden opgestuurd: "Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken, maar toch: ik wil mijn paard wel kunnen aanraken."

Vergeleken met Dagblad van het Noorden was NRC/Handelsblad bijkans bedolven onder de geschenken. Baas boven baas. Alle relaties zijn gelijk, maar sommige relatie zijn meer gelijk dan anderen. In Groningen werden vijf geschenken afgeleverd, het te downloaden geschenk van Atlas/Contact, Thank God for Prada van Wanda Reisel meegeteld. Omdat in krimpgebieden álle paarden welkom zijn, zijn we daar blij mee.

De dank en beste wensen gaan daardoor verder uit naar de uitgeverijen Querido, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Nijgh & Van Ditmar, Leopold en Ploegsma die met vereende krachten De échte kerstman. Een sprookje van Hella S. Haasse schonken, als aankondiging van een nog te verschijnen Haasse-bundel. Naar De Bezige Bij dat de nooit eerder uitgegeven zeevaartroman Tim MacNab zoekt copy van Marten Toonder uit 1937 stuurde, als fascimile-uitgave. Naar uitgeverij AfdH voor Een plaatsvervangster van Kurt Löb.

Maar dit keer vooral naar uitgeverij Ambo Anthos, dat met de beste wensen Het lied van Hiawatha van Ton Lemaire heeft aangeboden. Ambo Anthos maakte tot voor kort, net als Atlas/Contact, deel uit van het jammerlijk mislukte uitgeefconcern NDC/VBK, waar ook Dagblad van het Noorden part en deel aan had. De VBK'ers staan met ingang van het nieuwe jaar weer op eigen benen, en ik hoop dat het ze goed gaat.

Het lied van Hiawatha is werkelijk een prachtig boekje. Lemaire vertelt het verhaal van The song of Hiawatha, een Amerikaans heldendicht van Henry Wadsworth Longfellow (1807 – 1882), geen man die bij ons in de boekenkast veel planken bezet houdt. Of het gedicht goed is, weet ik  niet – het is in ieder geval beroemd. Wat ik na lezing van Lemaire wel (weer) weet, is dat poëzie allerminst vrijblijvend is. Al helemaal niet in de negentiende eeuw.

In zeer leesbare taal beschrijft Lemaire waar Longfellow zijn idee voor zijn gedicht weghaalde en binnen welke context dat gebeurde. Fascinerend leesvoer over de vorming van nationaliteiten en identiteit. Met fijne anecdotes over hoe de Schotten – net als de Friezen met hun Oera Linda-boek – de kluit probeerden te belazeren door een epos te verzinnen, terwijl de Finnen en Duitsers datzelfde doel via literatuur en het verzamelen van volksverhalen wel op een eerlijke manier wisten te bereiken.

Plus aandacht voor invloed die Longfellow met zijn werk uitoefenende. Allereerst op de Amerikaanse cultuur, inclusief Walt Disney en zijn Hiawatha – wat een tamelijk onuitstaanbaar stripfiguur opleverde, nog net boven Rakker. Maar ook op de Europese cultuur, tot en met in Vlaanderen aan toe, waar Guido Gezelle in de bekoring raakte van Longfellow. Ik wist het allemaal niet. Nu ik het wel weet, ben ik er voor even gelukkig mee.

Het lied van Hiawatha is vermoedelijk een voorpublicatie van de nog te verschijnen bundel Verre velden waarin Lemaire, aldus internet, ook een essay heeft opgenomen over Rilke. Iets om uit te kijken. De eerste bestelling voor Ambo Anthos staat alvast klaar.