Over het 'Verzameld proza' van Jan Hanlo
17-12-12
2012 is het jaar waarin Jan Hanlo (foto: Frans Welters) 100 jaar zou zijn geworden. Dat wil zeggen: als hij niet in 1969 met zijn motorfiets tegen een onverwacht afslaande tractor was gereden. Uitgeverij Van Oorschot herdenkt de schrijver met het boek Een erwt zo groot als een voetbal is geen erwt, kortweg het Verzameld proza van de man die vooral bekend is geworden als de dichter van De mus en Oote.
Aanvankelijk had het boek al in augustus moeten verschijnen. Maar indachtig de roemruchte precisie van Hanlo, die zetters tot razernij dreef met zijn allerlaatste correcties, liet uitgever Wouter van Oorschot afgelopen zomer via de Volkskrant weten meer tijd nodig te hebben om de 700 pagina's door te lopen. "Speurend naar een door mij over het hoofd gezien hoedanook, een vierde of zevende punt, een X ipv een ×."
Ik greep het uitstel aan voor een bezoek aan het graf van Hanlo in Valkenburg. Na enig zoeken werd het links vooraan gevonden, in keurig gepoetste staat. Wat opvallend mag heten voor een man die enig kind was en geen kinderen heeft nagelaten. Het graf lag er zo goed bij dat we zonder moeite de tikfout op de zerk konden ontwaren: in plaats van 16 juni 1969 had de steenhouwer aanvankelijk 24 juni gebeiteld.
Een fout is zo gemaakt, helemaal als iemand zijn leven lang uiterst zorgvuldig probeert te zijn.
Jan Hanlo heeft geen groot oeuvre nagelaten. Zijn gedichten zijn het meest bekend, en nog altijd zeer leesbaar, omdat ze voor iedereen iets te bieden hebben, kinderen en volwassenen. Daarnaast zijn er twee stevige bundels met brieven en een stapel titels die tot het proza wordt gerekend. Deze bevatten – naast essays en opstellen – veel losse eindjes, invallen, reacties en notities die een halve eeuw eerder in het ‘tijdschrift voor teksten' Barbarber volslagen op hun plaats waren.
Een erwt zo groot als een voetbal is geen erwt opent met het postuum verschenen Zonder geluk valt niemand van het dak. Volgens biograaf Hans Renders om chronologische redenen een discutabele keuze, maar toch ook een waar veel voor te zeggen valt. Want meteen wordt duidelijk wat een wonderlijke man Hanlo moet zijn geweest.
We beginnen met een minutieus ‘verslag' waarin Hanlo beschrijft wat hem vlak na een psychose in 1947 is overkomen. Hij geeft daarmee inzicht in zijn permanente problemen: een oncontroleerbare verlegenheid en het idee dat iedereen kon zien wat in hem omging, een overbewustzijn. Iets wat hij probeerde te temmen door, bijvoorbeeld, een 14-jarige bijlesleerling te vragen hem te blijven aankijken.
Het overbewustzijn keert in bijna al zijn schrijfselen terug. Een stuk onder de titel De impasse waarin de schilderkunst zich bevindt begint zo: "Ik zou persoonlijk nooit op de term ‘impasse' zijn gekomen, misschien omdat ik mijzelf in een soort van continuele impasse voel, zodat deze toestand mij bij anderen niet opvalt, misschien ook omdat ik de gang van zaken in de schilderkunst voldoende accepteer als noodzakelijk of zelfs verheugend." Wie een beschouwing zo ontwapenend durft te beginnen, heeft de slag al gewonnen.
Geen onderwerp was Hanlo te min en vooral details konden hem boeien. Hij schreef over de invloed van alcohol op het schrijven van stukjes, over het spelen op een ukelele, over het ‘understatement', over de stervensbegeleiding van een vergiftigde kraai, over jazz vóór 1940. Hij schreef moppen, hij schreef ‘een brief van oom'. En het volgende over Marie Curie: "Mme Curie was zo arm dat zij tegen de koude soms een stoel over zich heen trok."
Soms lijkt het alsof hij geen hoofd- van bijzaken wilde onderscheiden. Op bladzijde 611 lezen we: "Dat je iets weet of invalt is merkwaardig, maar dat je iets niet meer weet of niet meer achterhalen kunt, is ook merkwaardig." Volgens biograaf Renders leed Hanlo aan een Peter Pan-complex, was hij het liefst kind gebleven. Wat onmogelijk is, al kun je wel proberen je aan conventies te onttrekken. En dat deed Hanlo heel overtuigend, met soms prachtige resultaten.
Vanuit die gedachte is het niet vreemd dat in dit Verzameld proza tussen de rommel juwelen kunnen worden aangetroffen. Dat gedichten zijn opgenomen. Maar ook de verlanglijst van zijn huisgenoot. "Ik zie nu pas wat 'n allure het had: 1 fiets met versnelling (beige), 2 kano (1 persoons (Rood)), 3 geweer of (zware) Buks." Er volgen nog 37 verlangens. Hanlo besluit: "Mijn uiteindelijk cadeautje, dat door omstandigheden wat mager uitviel – een briefje van 2,50 – werd met spitse vingers als een stukje oud vuil aanvaard."
In een – eveneens opgenomen – interview met Adriaan Morriën vertelde Hanlo onder meer over het ontstaan van zijn schrijverschap: "Met gedichten schrijven ben ik pas laat begonnen. Ik las niet graag gedichten (…). Op een keer lag ik met griep in ben en toen dacht ik: laat ik ook eens een gedicht maken. Iedereen maakt gedichten. Bovendien was ik verliefd. Ik schreef toen: Zo meen ik dat ook jij bent en daarmee is het eigenlijk begonnen, in ‘43 of '44.”
De verliefdheden van Hanlo vormen een verhaal apart, vooral omdat ze jongens betroffen, kinderen nog. Lees daarvoor vooral de biografie, waarin ook aandacht wordt besteed aan zijn castratie en vergeefse therapieën. Verzameld proza besluit met Go to the mosk dat in 1971 verscheen en brieven uit Marokko bevat waarin Hanlo teder over zijn tragische liefde voor de minderjarige Mohamed schrijft.
Zijn pogingen in mei 1969 om Mohamed naar Nederland te halen mislukten; justitie greep in. Drie weken later stapte Hanlo op zijn motor en besloot hij een tractor in te halen.
Boek Een erwt zo groot als een voetbal is geen erwt. Verzameld proza Auteur Jan Hanlo Uitgever Van Oorschot Prijs 45 euro (706 blz.)