Gerard Koster: een kleintje in het grote geheel
Francis Kilian over de tijdloze kwaliteit van oude kunst

Over 'Gerard Reve. De late jaren 1975 – 2006'

KroniekSchuldigLevenFlink later dan gepland en omgeven door veel publiciteit ligt dan nu het slot van Nop Maas’ Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven in de winkel. Al met al tamelijk plotseling. Blijkbaar vreesde uitgeverij Van Oorschot serieus dat erfgenaam Joop Schafthuizen bij een normale gang naar de schappen in het pad zou springen. En dat dan onverhoopt, zoals het op het achterplat staat geschreven, het levensverhaal alsnog aan de ’vele bewonderaars’ van Reve zou worden onthouden.

Vele bewonderaars? Na lezing van deel 1 (2009) en vooral deel 2 (2010), én het recent verschenen Ons leven met Reve van Teigetje en Woelrat, is moeilijk voor te stellen dat nog veel bewonderaars zijn overgebleven. Want wat een onmogelijk mens moet Reve zijn geweest. Een briljant schrijver, zeker. Een van de grootste uit de vorige eeuw, om te beginnen in ons taalgebied. Maar ook iemand die met wreed genoegen de blokkentorens van anderen omver trapte.

Nadrukkelijker dan in het tweede deel, De rampjaren 1962 – 1975, wordt Reve in De late jaren 1975 – 2006 met de brokken geconfronteerd. Hij keert zich verongelijkt en afgunstig af van Nederland, gaat met Schafthuizen in Frankrijk wonen en komt meer en meer alleen te staan. Het schrijven blijft hem moeilijk afgaan. Welbeschouwd komt hij nog tot drie sublieme romans, Oud en eenzaam (1978), Moeder en zoon (1980) en Bezorgde ouders (1988).

Het zijn de jaren waarin de geestelijke aftakeling zichtbaar wordt. Bovenop de depressiviteit komt na 1996 de vergeetachtigheid, gevolgd door permanente gaten in het geheugen. Vooral de sluipend oprukkende mist wordt in deel 3 aangrijpend beschreven, compleet met dwalingen, misverstanden en vlagen van niet altijd goed getimede helderheid. Uiteindelijk drijft de grote, veelbekroonde, zelfbenoemde volksschrijver die ons het boek beloofde dat alle andere boeken overbodig zou maken, uit zicht.

Maar eerst komen de jaren waarin de brievenboeken verschijnen; manna voor de vele bewonderaars die Reve dan nog wél heeft. Nop Maas laat subtiel zien dat de uitgave van die boeken vooral het werk van Schafthuizen is geweest; Matroos Vos treedt naar voren als een zaakwaarnemer die alles regelt en overal geld in ziet. En Reve, toch al behoorlijk op de penning, gaat daar graag in mee. Het is fascinerend om te lezen hoe het merk Reve wordt gemunt.

En het zijn de jaren waarin veel wordt geruzied. Met uitgevers, met collega-schrijvers, met andersdenkenden. Vrienden worden weggejaagd, vooral als ze de opgedrongen standpunten van Reve over religie en de onverenigbaarheid van rassen en sociale klassen niet willen overnemen. Simon Carmiggelt wordt zonder reden als oud vuil opzij gezet, Josine Meyer afgeserveerd, Jan Groothuyse idem, en uiteindelijk ook Rudy Kousbroek. Hanny Michaelis weet op wonderbaarlijke wijze wel stand te houden.

Dat geldt ook voor Schafthuizen, ondanks alle vechtpartijen, dreigementen, drankmisbruik, huilbuien, paranoia en wegloperij. De twee verschilden fundamenteel van karakter, blijkt uit De late jaren. De kloof wordt, onder meer, geïllustreerd door hun omgang met de katten, met wie ze gesprekken voerden. Soms leek het wel of ze met elkaar communiceerden via de katten, schrijft Maas.

"Reve noteerde: ’Het waren en zijn onze lievelingen. De oudste is groot en waardig, zwart met wit, en heet Majesteit, al noemt Matroos haar Willy. De kleine zwart-witte poes heet Kroonprins, door Matroos Cor genoemd. De witte kat heet volgens mij Sneeuwwitje, maar Matroos zegt Marc. De vierde en kleinste poes, cypers met veel oker, heet Broertje. Terwijl Matroos Leentje zegt. O, welk een liefde en begrip ontvangen wij van deze montere trippelaars op onhoorbare voetjes’."

Later zal Schafthuizen aan een vriendin uitleggen dat geen sprake is geweest van liefde voor Reve, maar van vriendschap. Maas schrijft: "En dat hun relatie was gebaseerd op ’een totaal vertrouwen in elkaar’. Schafthuizen was naar eigen zeggen ook niet verliefd toen ze ’de koffer indoken’; eigenlijk was hun relatie een uit de hand gelopen logeerpartij."

Die logeerpartij eindigt in 2004 als Reve, dement en niet langer thuis te verzorgen, naar een verpleeghuis wordt overgebracht. "Daar werd zijn aanwezigheid met discretie omgegeven", schrijft Maas. "Zijn foto ontbrak op het paneel van foto’s van bewoners bij de ingang en op zijn kamerdeur zat geen naambordje. Reve zat in een kamertje apart, vastgebonden in een stoel, want soms was hij agressief en onhandelbaar. Hij staarde wat voor zich uit en bladerde wat in natuurboeken."

We hebben er dan ruim 2200 bladzijden opzitten, deel 1 en 2 meegeteld, in totaal 11 centimeter aan goed verzorgde boeken. Schafthuizen mag een veelvuldig gebruik van zijn witrollertje hebben bedongen, bijvoorbeeld als het geldbedragen, drank, drugs en leeftijden van jongens betrof. De hoeveelheid feiten, anekdotes, prachtige uitspraken en briljant geschreven fragmenten en wat Maas, als ware hij Harry G.M. Prick, nog meer heeft opgediept, is en blijft enorm.

Soms is het domweg te veel. Vooral het verblijf van Reve in Zuid-Afrika zeurt maar door en lijkt alleen het doel van de overvolledigheid te dienen. En dan hebben we het nog niet gehad over de loop met terugkerend gedreun waarin de moeizame totstandkoming van alweer een boek wordt beschreven. En daarna de wisselende ontvangst door domme critici en de daaropvolgende tumultueus verlopende promotiecampagne inclusief de betalende media en het herhaaldelijke lawaai.

Daarmee keren we terug bij de vraag die ook na het verschijnen van deel 1 werd gesteld: is dit overcomplete drieluik wel de biografie die Gerard Reve voor latere generaties levend en leesbaar houdt? Ongetwijfeld zijn er geleerdere antwoorden mogelijk, maar schrijver dezes is geneigd zuchtend en steunend ’nee’ te zeggen. Nop Maas schreef een kroniek, het woord zegt het al. Een chronologische opsomming waarin veel, heel veel, te lezen valt, maar een scherpe visie op leven en werk, inclusief een passende context, ontbreekt. Een even indrukwekkende als wijdlopige levensbeschrijving. Verslavend leesvoer, een buitenkansje, als het je smaak is.

Boek Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. De late jaren 1975 – 2006 Auteur Nop Maas Uitgever Van Oorschot Prijs 35 euro (784 blz.)