Anton Valens: 'Ik merk dat het iets raakt'
14-11-12
Beeldend kunstenaar en schrijver Anton Valens (foto Jean-Pierre Jans) schreef met Het boek Ont een van de meest verrassende romans van 2012. Het boek greep net naast de AKO literatuurprijs, maar is nog in de race voor de Halewijn-prijs en de prijs voor Het Beste Groninger Boek. Die laatste wordt zaterdag uitgereikt tijdens prozafestival Het Grote Gebeuren.
Bij de televisie in de woonkamer van Anton Valens (Paterswolde, 1964) ligt een hoge stapel ongelezen boeken voorzien van het stempel ‘archiefexemplaar'. Allemaal met dezelfde titel: Meester in de hygiëne. "Mijn uitgever is aan het verhuizen. Deze troffen ze aan in een kast. Waarom zou een uitgever zoveel archiefexemplaren bewaren van één boek?" vraagt Valens zich af. "Door dat stempel kun je ze niet meer verkopen. Een vriend kwam met het idee het stempel eraf te vijlen."
Meester in de hygiëne is de succesvolle debuutroman van Valens uit 2004, over een man die werkt in de thuiszorg. Het begin dit jaar verschenen Het boek Ont doet het mogelijk nog beter. Eerst was er kort na de publicatie een reeks jubelende recensies. Daarna volgden nominaties voor literaire prijzen. De AKO Literatuurprijs, met 50.000 euro een van de grootste in ons taalgebied, ging vorige maand net aan hem voorbij.
De mogelijkheid dat hij de AKO zou winnen, achtte Valens klein. "Ik had me er voor afgesloten. Het leek mij niet waarschijnlijk. Ik was dus ook niet zwaar teleurgesteld. Veel schrijvers vinden het allemaal heel vervelend, heb ik begrepen. Maar ik had eigenlijk een heel goede avond. Leuk om zoiets een keer te mogen meemaken. Door die prijs is er nu een tweede golf aan publiciteit rond mijn boek ontstaan."
Had je zoiets verwacht?
"Ik weet het niet. Mijn vorige boek, Vis, kreeg ook goede kritieken, maar heeft lang niet zoveel gedaan. Het is raar gegaan met Het boek Ont. Ik heb er tot aan het laatst aan geschreven, door de druktechnieken kan dat tegenwoordig. Daarna gingen we op vakantie naar Mexico, zo'n goedkope reis die je ver van te voren moest boeken. Weer thuis ben ik gaan schilderen. Ik denk niet na over verwachtingen. Het gaat mij vooral om het werk, om het schrijven of het schilderen."
Aan zijn geboortedorp Paterswolde bewaart hij nauwelijks herinneringen. "We hebben er een jaar gewoond, geloof ik. Ik ben opgegroeid in Zuidhorn, maar we hebben op allerlei plaatsen gewoond. Doordat mijn ouders jong kinderen kregen, heeft mijn vader niet kunnen studeren. Hij heeft zich via avondstudies opgewerkt: eerst tot programmeur bij IBM en later tot directeur van een elektriciteitsbedrijf. Mijn moeder is na de geboorte van mijn zus alsnog gaan studeren en historica geworden."
Zelf had Valens na zijn middelbare school geen idee wat hij wilde. "Ik had te veel interesses, ik kon niet kiezen. Er was een mogelijkheid om een jaar naar de Verenigde Staten te gaan, om te freewheelen. Daar kwam ik op het idee naar de Rietveldacademie te gaan. Om toelatingsexamen te doen, moest je je persoonlijk melden, en ik had geen geld voor een vliegticket. Uiteindelijk heb ik mij aangemeld bij Minerva. Na het eerste jaar in Groningen ben ik alsnog naar Amsterdam gegaan."
Wat wilde je als beeldend kunstenaar?
"Schilderijen maken! Je kunt op duizend en één manieren schilderen. Het moeilijk om te omschrijven wat ik precies wilde uitdrukken. Een persoonlijk idee van schoonheid. Het spel van de mogelijkheden is sowieso altijd belangrijk. Het is mij nooit goed gelukt mij vast te leggen op een werkmethode, ook omdat ik geïnteresseerd ben in verschillende manieren van dingen maken. Het interessante is: wat gebeurt er als ik dit, dit en dit doe? Waar gaat mij dat heen brengen? Op zulke momenten ben ik niet bezig met het eindresultaat, of wat ik wil uitdrukken. Het is onderzoekend. Spelenderwijs."
Wanneer is het dan af?
"Dat is soms een moeilijk punt. Soms zijn dingen af omdat je er niet verder mee gaat. Ik schilder op het moment precieze landschapjes. Ook om tot rust te komen; het heeft iets meditatiefs. Ik heb het altijd helemaal stil, geen muziek aan. Ik kan dan soms tot een kalmte komen, dan hoor ik alle geluiden van de straat en in het huis. Dat is een heel prettig, vredig moment. Dat is iets waar ik naar zoek. Vroeger lukte dat nooit, dan was ik veel te opgefokt. Sloopte ik dingen omdat ik niet tevreden was. Dat heb ik jarenlang gehad."
Wanneer is dat veranderd?
"Ik denk toen ik in het Willem Witsenhuis mocht wonen. Ik kreeg daar een ideale setting in de schoot geworpen: een lichte ruimte waar het heel stil was, waar ik kon schilderen en schrijven, en geen huur hoefde te betalen. Waardoor ik vijf jaar financieel geen druk had en niet allerlei baantjes hoefde te doen. Vanaf dat moment kwamen die rustiger momenten vaker dan voorheen. Het platteland zou geen oplossing zijn geweest. Ik heb de anonimiteit van de stad nodig. Hier is ook meer werk."
"Het is voor mij altijd moeilijk geweest om geld te verdienen. In heb veel banen in de thuiszorg gehad. Op een gegeven moment kon ik dat niet meer aan. Het was heel belastend, het verdiende slecht. Ik gokte op de kunst, want dat is mijn studie geweest, mijn opleiding. Toen ik achttien, negentien jaar was, dacht ik dat ik bij die 5 procent zou horen die later van zijn kunst zou kunnen bestaan. De hoogmoed van de jeugd."
Zowel Meester in de hygiëne als Het boek Ont zoomt in op mensen die buiten de schijnwerpers leven.
"De allereerste dag dat ik bij thuiszorg werkte, ergens in 1994, dacht ik: hier zou ik een boek over kunnen schrijven. Je hoorde nooit iemand over de thuiszorg. Ik kwam van de Rijksacademie, een vrij pretentieuze wereld. De thuiszorg was een ontdekking. Het was vooral het contrast met de andere dingen die ik deed. Ik werkte ook bij een woningbouwvereniging. De mensen die ik in de thuiszorg tegenkwam waren zichzelf, ze hadden geen maskers op. Dat vond ik prettig. Maar het was ook het contact met de mensen."
“Thuiszorg is op zich een mooi systeem. Niet als je schema’s krijgt om iemand te helpen bij het aantrekken van steunkousen. Maar door oudere mensen in contact brengt met jongeren, krijgt je allerlei linken tussen verschillende generaties. Zelf heb ik in de thuiszorg veel geleerd. Over omgaan met mensen. Maar ook de taal, bijvoorbeeld over de manier waarop ze zich uitdrukken. Als je liet weten dat zoiets je interesseerde, ging ze extra hun best. Ik weet niet hoe het nu is, maar goed georganiseerde thuiszorg lijkt mij veel goedkoper dan opname in een verpleeghuis.”
Het idee voor Het boek Ont, rond een gesjeesde student biologie in Groningen, dateert van acht jaar geleden. "Ik had het idee van die zelfhulpgroep voor mannen die geen post durfde te openen. De locatie had ik, de Groninger binnenstad. De figuur van consultant Meckering was er. Het had potentie, dacht ik, maar er kwam van alles tussen. Aanvankelijk kwam ik er niet uit. Toch bleef het aan mij trekken, het werd steeds sterker. Ik werd die wereld ingezogen."
"Ik ken veel mensen die hun studie net niet afgemaakt hebben. Helemaal geen domme mensen, ook niet lui of zo. Ik weet niet precies waardoor, maar dingen lukken hen net niet. Of ze hebben wel een studie afgemaakt, maar kunnen geen baan vinden. Sommige mensen hebben moeite een stabiele plek voor zichzelf te vinden. Dat zijn er volgens mij best veel. Maar ze komen nooit in beeld."
"We leven in een tijd van het maakbare succes, iets waar ik zelf niet van ben. Daar wilde ik een tegengeluid bij laten horen. Ik erger mij aan dat idee van maakbaar succes. Sommige van mijn beste vrienden zijn bijzondere types, die heel grappige dingen bedenken, en wonderlijke ideeën hebben. Veel mensen vinden hen dan raar. En niet geslaagd. Die indeling van de wereld in winners en losers vind ik geen prettige indeling. Ik hou er niet van om zo naar mensen te kijken. Dat heb ik bij de thuiszorg geleerd."
Anton Valens is niet iemand voor op de barricades, zegt hij. "Ik probeer dingen te laten zien waar veel mensen langs heenkijken – kijken is altijd belangrijk. Ik denk dat er een tegenbeweging in de maatschappij is, tegen die Idols-cultuur. Ik meen het te merken aan een beweging als slow food bijvoorbeeld. Of Occupy. Er is blijkbaar behoefte aan iets anders. Ik merk het aan de reacties op mijn boek via de mail. Dat het iets raakt. Laatst kreeg ik mail van iemand uit Gasselternijveen die met getraumatiseerde mannen werkt. Die herkende veel uit mijn boek, terwijl daar toch eigenlijk geen getraumatiseerde mannen in voorkomen."
"Leuk hoor die reacties, maar ik ben niet zo van het e-mailen. Al dat gecommuniceer tegenwoordig. Ik zit er aan te denken op mijn website te zetten dat Anton Valens niet iedere dag zijn mail leest. Ik moet mezelf er toe dwingen. Ik begin nu bijna iedere mail met ‘excuses voor de trage reactie'. Ik sluit mij er zoveel mogelijk voor af. Anders kom ik niet meer aan werken toe."
Het Grote Gebeuren
Het boek Ont van Anton Valens is verschenen bij uitgeverij Augustus. De prijs voor het Beste Groninger Boek wordt zaterdag uitgereikt in de Groninger bibliotheek ter gelegenheid van festival Het Grote Gebeuren. Zie ook www.hetgrotegebeuren.nl. Voorafgaand aan de bekendmaking leest en signeert de schrijver tussen 14.00 en 15.00 uur in boekhandel Van der Velde in Groningen.