Ger Siks is een vrij man
Natasja Bennink in Eelde: Van kus tot cunnilingus

Overal Toyisme, om te beginnen in Emmen

Een kunststroming? Een beweging? Het Toyisme wil de wereld veroveren. Met strakke lijnen, vrolijke kleuren, veel stippen en een manifest. Emmen is inmiddels om.

Voor wie het begin gemist heeft: in 1992 besloten drie inwoners van Emmen tot de oprichting van het Toyisme, een kunststroming geinspireerd door het modernisme – van surrealisme tot en met graffitikunst. Compleet met een manifest en een herkenbare, speelse beeldtaal. Een jaar na de oprichting hadden de drie – Luit de Jong, Ingo Leth en Jaap Blaak – hun eerste tentoonstelling in Soho, New York te pakken. Zes jaar later was er nog maar één Toyist over: De Jong.DeStipToyisten
Na een wereldreis herschreef deze het manifest. De regels van de stroming, bedoeld om kopieergedrag tegen te gaan en bepalend voor de wijze waarop Toyisten-kunst wordt gemaakt, moesten losser. Niet langer in elk schilderij een beeltenis verwerkt van een computer, een spaceshuttle en een beertje, wat het verwijt kinderkamerkunst had opgeleverd, maar ruimte voor invloeden van buitenaf.

Wat bleef was het idee dat een Toyist de kunst voorop stelt, dat ego ondergeschikt is aan gemeenschappelijkheid. Vandaar ook dat Toyisme niet aan één persoon kan worden toegeschreven. Vandaar het gebruik van maskers tijdens projecten. Vandaar ook het hanteren van pseudoniemen, gekozen op basis van een letter uit het alfabet, wat weer verwijst naar de regel in het manifest dat de Toyisten uit maximaal 26 kunstenaars bestaan.HotelTenCateToyisten
Zie nu, twintig jaar later. Rondom de overgebleven De Jong – hij gaat schuil achter het pseudoniem Dejo – hebben zich achttien andere Toyisten verzameld. Afkomstig van over de hele wereld, van België en IJsland tot en met Maleisië en Peru. Mannen, vrouwen, verschillende rassen en seksuele geaardheden, de multiculturele samenleving onder één noemer.

Inmiddels hebben ze meer dan zevenhonderd kunstwerken geproduceerd. Veelal schilderijen, maar ook glaswerk, beelden en grote ruimtelijke objecten. De uitstraling is sterk decoratief, maar verhalend. De werken ogen gelikt, maar rollen niet van de lopende band. Vergeleken met de beginjaren zit het technisch veel vernuftiger in elkaar, zeggen de Toyisten. Toen was het meer ideaal dan uitvoering, meer vorm dan inhoud.

Meest beroemde werk is De Stip, een voormalige bol voor gasopslag op een industrieterrein in Emmen. Na tien jaar lobbyen mochten ze 'm beschilderen met, jawel, stippen, maar vooral met symbolen die naar energiewinning verwijzen. In 2010 was De Stip af. Tot groot enthousiasme in Emmen. Hoewel al menig wachtruimte bij de tandarts, notaris- en advocatenkantoor een Toyistisch-schilderij aan de muur had hangen, brak de stroming ineens door. In Zuidoost-Drenthe.

Dus volgde dit voorjaar een tweede buitenproject, wederom in Emmen. In vijf weken tijd namen de Toyisten een hotel onder handen. Ze voorzagen de gevel van felle kleuren en strakke beelden die iets vertellen over het leven achter de muren en deuren. Daarnaast mochten ze zich uitleven op het interieur. Over een week wordt opnieuw een publiek werk afgeleverd: een beeld van een reusachtige huisjesslak, wederom voorzien van een verhalend uiterlijk, bedoeld bij een school.

En daar blijft het niet bij. Vanuit de Toyisten Lounge, de bovenverdieping van boekhandel Plantage Vermeer in Emmen waar een permanente tentoonstelling is ingericht, wordt gesproken over het beschilderen van Utopolis. Het bioscoopcomplex ligt nu nog als een kolossale, groen wordende camembert op de Es. Er gaan stemmen op De Stip te verplaatsen naar het gat dat het dierenpark straks achterlaat. Er is een uitnodiging van het gemeentebestuur om te praten over het inzetten van Toyisme om het bedenkelijke imago van Emmen te verbeteren.

Eén groot kunstwerk zouden de Toyisten nog in Emmen willen maken. Waarna Emmen als dé stad van de Toyisten kan worden gezien, net zoals Barcelona de stad van Gaudí wordt genoemd. Zodat Emmen verlost kan worden van de laatste plaats op de lijst van de Atlas der Nederlandse Gemeenten. Of het niet een beetje veel van het goede wordt, daar malen ze niet om. Dat lijkt alleen maar zo, omdat het allemaal in korte tijd gebeurt. Andere kunstenaars wegdrukken is niet de bedoeling.

Eén groot project nog, en dan de wereld in. Bijvoorbeeld via een museale tentoonstelling. Tot dusver is dat uitgebleven, naar eigen zeggen omdat het Toyisme er nog niet klaar voor was. Je kunt ook te vroeg pieken, denk aan de entree in New York in 1993. Maar nu is de tijd rijp, Frans Haks zag dat tien jaar geleden al. Er ligt een plan voor een beeldenpark in Zuidwest-Nederland. Er is een idee voor hotelproject in Peru, in Lima. Er wordt gedroomd van een vliegtuig.

Maar eerst verschijnt een koffietafelboek in gelimiteerde oplage, geschreven door Wim van der Beek, inclusief 3D-masker. En in september een overzichtstentoonstelling in de Grote Kerk. In Emmen. Waar het twintig jaar geleden begon.