Een museum voor hedendaagse kunst in het Noorden
Ger Siks is een vrij man

Over 'Met Bunner groet' van Rouke Broersma

MetBunnerGroetRouke Broersma (Amsterdam, 1940) schikt zijn schrijfsels. Na het bijgewerkte Scheupers van de taol en de verhalen voor kinderen over Pieper het aardappelmannetje, volgt nu een bundel essays over de schrieverij en Drenthe. Met Bunner groet mag een bundeling heten, zijn brieven en beschouwingen maken vooral iets los. Herinneringen bijvoorbeeld.

Toen ik een jaar geleden voor Dagblad van het Noorden Broersma mocht interviewen, kreeg ik in zijn huis in Bunne een flinke schrobbering te verwerken. Waarom de grootste regionale krant van Noord-Nederland geen serieuze aandacht had besteed aan zijn dichtbundel Zoveel vogels, zoveel zinnen, wilde hij weten. Waarom wel aangebeld nu zijn verhalen voor kinderen waren gebundeld, maar zijn magnum opus uit 2007 genegeerd?

Omdat ik niet kon uitleggen hoe het destijds precies was gelopen, kwam ik met een parabel. Aandacht van de krant is als regen, hield ik Broersma voor. Soms valt er veel, soms valt er niks. Soms komt het met bakken uit de lucht, dagen, weken achtereen. Daarna wordt het droog en heel misschien gaat het miezeren, of motregenen. Niemand heeft er grip op. Het komt ongevraagd, nooit zoals we willen.

Broersma, gevormd in de maakbare samenleving, deed alsof hij daar genoegen mee nam. En vertelde over zijn werk, zijn jeugd in Arnhem, zijn tijd in het onderwijs, de bewondering voor Célestin Freinet. De komst naar het Noorden, zijn liefde voor taal en zijn band met de schrieverij, het literaire leven in Drenthe. Kort daarvoor had hij een nieuwe editie van Scheupers van de taol afgeleverd, het tot en met 2010 bijgewerkte overzichtswerk met Drentse schrijvers. Hij was bezig met het ordenen van zijn schrijfsels: na de kinderverhalen zou zijn proza volgen.

Nu is er dus eerst Met Bunner groet. Een bundel met ongepubliceerd werk, stukken uit het boek Drèentse schrieverij (1993) en vooral zijn bijdragen aan tijdschrift Roet. In het eerste artikel, Tweeziedig leven dat ik deel (1991), staat Gerard Nijenhuis centraal. In het laatste, De trouw van Johannes de Mens (2011), schrijft Broersma over de roman Ningtien van Gerard Stout. In totaal 22 hoofdstukken, sommige voorzien van foto's en illustraties in kleur, bijeengehouden door een stugge kaft en een onbuigzame rug.

Met het noemen van de namen van Nijenhuis en Stout – zij krijgen nóg twee hoofdstukken in dit boek – mag duidelijk zijn dat Broersma weet wie er toe doen in de Drentse letteren. Voor kleine jongens is geen plaats in deze kenners-canon, vandaar ook zijn aandacht voor onder anderen Martin Koster, Marga Kool en Roel Reijntjes. Geen definitieve stukken, maar opgehangen aan publicaties als respectievelijk Zölfportret mit sparzegelties, Kleine kathedraal, Mien liefste, ach, wat is met mij.

Schrijvers moeten bij Broersma tegen een stootje kunnen. Zo wordt Henk Nijkeuter als de erfgoedvorser van de schrieverij stevig door hem beetgepakt. Eerst in een beschouwing over het ballingschapmotief in het werk van Hans Heyting, dan over het aantal gedichten dat Roel Reijntjes schreef, en over de perkpalen in Nijkeuters geschiedenis van de Drentse literatuur 1816 – 1956. En of Rieks Siebering in 1992 nu zo blij was met de brief die Broersma hem schreef na lezing van het manuscript van An een bevreuren riviere …?

Wat opvalt, is de stem van de schoolmeester; Broersma is vaker criticus dan essayist. Liever dan een meeslepend betoog over een algemeen onderwerp op te zetten en daarbij literaire technieken te gebruiken, onderstreept hij streng en nauwgezet wat goed en slecht is, wat beter kan in een boek of een bundel. En komt dan tot een doortimmerd oordeel: zelden een tien, wel veel zevens.

Voor de persoon in kwestie een nuttige zaak. Drentse schrijvers en dichters kunnen hun voordeel doen met de kritische en nauwgezette kanttekeningen van zo'n ideale meelezer. In Roet, maar ook daarbuiten, worden tegenwoordig schrijvers met zijn kennis van het Drents en de literatuur in Drenthe, zijn vermogen tot helder formuleren en het bijbehorend denkraam, node gemist.

Voor het grote publiek anno 2012 lijkt het preken voor de hervormde gemeente echter minder interessant. Broersma's algemene stukken zijn ook niet zijn beste. Het is moeilijk voor te stellen dat een ironisch getoonzet manifest over de gemeentelijke herindeling in 1996 wél leuk om te lezen was. En uit zijn polemiek met Drentse recensenten uit 1994 spreekt de triomf van een gefrustreerde koning die nu zeker weet dat zijn volk blind is.

In die polemiek beklaagt hij zich over de ontvangst van Drèentse schrieverij. Een boek waar hij vermoedelijk ziel en zaligheid in had gestopt, maar waar vervolgens geen serieuze reactie op kwam. IJdelheid? Najagen van wind? Bidden om regen? Het is de tragiek van de schrieverij ten voeten uit: mensen als Rouke Broersma zijn zeldzaam in Drenthe en worden weinig gehoord. Niet omdat wat ze te zeggen hebben onbeduidend is, maar omdat ze gespecialiseerd zijn in een materie die een steeds kleinere groep mensen lijkt te interesseren.

Daarmee zijn we aanbeland bij de waarde en betekenis van Rouke Broersma voor de schrieverij. Op de eerste plaats is hij een onafhankelijke geest die zijn onderwerp serieus neemt en serieus behandelt, bewijst Met Bunner groet. Hij schrijft wat hij oprecht vindt en meent. Zonder zich te verlagen tot het cynisme en fatalisme die een kwetsbare kunstvorm achteruit helpen. Daarom verdient hij voor deze bundel op zijn minst de Anfieterpries van het Nei Drèents Geneutschap.

Wat interessanter is: hij kan heel goed zonder het grote publiek. Broersma doet wat moet, omwille van erfgoed en literatuur. Los van een afnemende vraag en de vervlakking. Hij laat zijn oren en oordeel niet hangen naar de macht van het getal, bereik en populariteit – begrippen die het huidig tijdsgewricht bepalen, maar ons nauwelijks verder helpen. Kwaliteit boven kwantiteit, marge boven massaliteit, Bunne boven Beijing. Zoiets getuigt van bewonderenswaardige moed en een dito doorzettingsvermogen.

Boek: Met Bunner groet. Brieven en beschouwing over schrieverij en andere Drentse aangelegenheden. Auteur: Rouke Broersma. Uitgeverij: Ter Verpoozing. Prijs: 15 euro (178 blz.) [email protected]