Overal Toyisme, om te beginnen in Emmen
Yin Xiuzhen: waar we vandaan komen en heen gaan

Natasja Bennink in Eelde: Van kus tot cunnilingus

Hoe een kunstenaar zich kan ontwikkelen. Twaalf jaar geleden maakte Natasja Bennink (1974) sculpturen met de gruwelen van Bosnië in haar gedachten: verkrachte vrouwen, beelden waaruit boosheid en ontzetting sprak. En moet je nu zien, in de tuin van Museum De Buitenplaats in Eelde: openlijk minnende stelletjes, kleine bronzen beelden vol tederheid en innige aanrakingen.NatasjaBenninkPepijnVanDenBroeke
Het werk van Bennink (foto Pepijn van den Broeke) maakt deel uit van de jaarlijkse zomertentoonstelling van Museum De Buitenplaats: De Tuin der Lusten. De kunstenares uit Ezinge heeft alle schroom laten varen. Ze toont ons in de dwaaltuin een breed arsenaal aan liefkozingen: van de kus tot en met cunnilingus, van de missionarishouding tot en met de amazonestand. Naar het leven gemaakt, op basis van studies en schetsen naar echte modellen. Allemaal getiteld Ik en mijn minnaar.

Maar er is meer. We wandelen verder de tuin in en houden stil bij Ons daaglijks brood, een bronzen beeld van twee oudere mensen die elkaar kussen. Geïnspireerd op haar grootouders, vertelt Bennink. "Ik wilde een beeld maken waaruit veel liefde sprak. De kus is dan een goed symbool, maar bij de kus zien we meestal jonge mensen voor ons. Ik wilde échte liefde, liefde die er na al die jaren nog steeds is en tot uiting komt in een dagelijkse kus. Ons daaglijks brood."

Ze vertelt hoe moeilijk het is om de tederheid vast te leggen. Na lang zoeken, lukte het met een draaiing van de hals. Wijzend op een beeld van twee jonge, kussende mensen, even verderop: "Anders dan jonge mensen strekken ouderen hun hals minder bij het geven van een kus. Het lijkt daardoor minder gepassioneerd en feller, oudere mensen kussen trager en daardoor misschien wel aandachtiger."

Waarmee gezegd moet zijn dat Bennink, zoals een goed beeldend kunstenaar betaamt, zeer gespitst is op details, op beweging en houding. Het menselijk lichaam is haar materiaal, vertelt ze. We staan bij het beeld Peuter: een gedrongen torso op benen, de armen en de kop ontbreken. "Alles tonen hoeft niet. Aan de mollige, naar buitenstaande beentjes, dat bolle buikje, de nog holle rug en het babyvet kun je zien wat het is."

Als ze haar huidige werk met dat van tien jaar terug vergelijkt, worden haar beelden steeds schetsmatiger, fijnzinniger en zachter. Doorleefder. Niks geen gladstrijkerij, maar het zetten van accenten, soms zo schijnbaar achteloos dat je haar vingers kunt zien, zoals in Lief buikje het beeld van een zwangere vrouw. En minder is vaak meer. Het beeld Jezina toont ons twee borsten onder twee pontificaal gespreide armen; niet alleen Jezus heeft voor anderen geleden, de vrouw heeft dat ook.

De vrouw is prominent aanwezig in het werk van Bennink, en dan niet alleen als object van schoonheid. In Eelde staat een verzameling Venussen, variaties op een eeuwenoude beeldhouwtraditie. Maar ook een vrouw in hurkstand, alsof ze urineert in de berm van de weg: Eisprong. "Iets wat alle vrouwen meemaken. Sommige gaan er makkelijk aan voorbij, andere staan er nadrukkelijk bij stil. Hoe verbeeldt je zoiets? Deze legt een eitje."

Uit vrijwel al haar beelden spreekt een grote aardsheid, een verbondenheid met het fysieke leven. "Liefde en lichamelijkheid spelen een grote rol in mijn werk, vaak vanuit vrouwelijk perspectief", vertelt ze. "In die zin was de stap naar erotiek logisch. Ik wilde het zo verbeelden dat het recht doet aan de beleving. Niet plat, en zeker geen porno. Op een manier dat je kunt zien dat de vrouw er echt plezier aan beleeft."