« februari 2012 | Hoofdmenu | april 2012 »
De massale media-aandacht lijkt voorbij, maar 2012 is nog steeds het jaar waarin de geboorte van Charles Dickens (1812 – 1870) wordt herdacht. In dat licht moet ook het hoorcollege Dickens worden gezien, een uiteenzetting over leven, ideeën en werk van de schrijver. Op vier cd's horen we de stem van Jan Lokin, niet alleen de Groninger kenner van de geschiedenis van ons recht, maar ook jarenlang actief binnen de Dickens-beweging.
Over zijn doel laat Lokin geen misverstand bestaan. Hij wil dat we ‘een, twee, drie of misschien wel veertien romans van Dickens gaan lezen'. Kortom, we hebben te maken met een pleitbezorger van een schrijver die toch al over een bewonderenswaardig lange adem beschikt. Anders dan het werk van Nicolaas Beets en J.J. Cremer leeft het oeuvre van Dickens nog volop.
Lokin draagt daar verschillende oorzaken voor aan. Cruciaal is dat Dickens alles for the stage schreef, op basis van een fabelachtig geheugen voor details en eigenaardigheden van mensen. Zijn stijl lijkt tegenwoordig nogal wijdlopig, maar je kunt het nog steeds voor je zien: A gloomy-looking lady she was, dark like her brother who she resembled in face and voice; and with very heavy eyebrows nearly meeting over her large nose.
Minstens zo belangrijk is een vermogen personages neer te zetten die ook buiten de romans een leven hebben gekregen – denk aan onze Pickwick-thee. Een Britse krant publiceerde onlangs onder de kop Micawberism een commentaar over een spilzieke regering met mooie praatjes, verwijzend naar Mr. Micawber uit David Copperfield. En ook in de medische wereld wordt bij beschrijving van ziektebeelden nog volop uit Dickens geciteerd.
De publicatie van Nicholas Nickleby leidde in de negentiende eeuw tot de sluiting van huizen waar ‘ongewenste kinderen' werden uitgehongerd. Dickens hekel aan juridisch onrecht loog er evenmin om, mede op basis van eigen ervaring, onder meer na plagiaat in een tijd dat auteursrechten nauwelijks geregeld waren.
Lokin weet alles, van Dickens' leven tot en met de ontvangst, context en betekenis van zijn werk. Bovendien: hij vertelt zeer meeslepend. Met als één van de hoogtepunten hoe in de Verenigde Staten het feuilleton The old curiosity shop werd gevolgd. "Het publiek verzamelde zich in drommen op de kade voor de boot met een nieuwe aflevering. Sommigen konden hun nieuwsgierigheid niet langer bedwingen: ‘Please tell us: is little Nell dead?"
Luisterboek: Dickens. Een hoorcollege over zijn leven, ideeën en werk. Samensteller en voorlezer: Jan Lokin. Uitgever: Home Academy. Prijs: 34,95 euro (4 cd's)
Het Noorden krijgt dit najaar twee kunstbeurzen, relatief kort na elkaar. Eerst Art Fair International op 21, 22 en 23 september in Martiniplaza in Groningen, daarna Art Assen op 3 en 4 november in de TT Hall.
De laatste beurs is een voortzetting van Art EvenTT, dat in 2010 en 2011 ook al in Assen werd gehouden. Volgens organisator Anita Eleveld is voor een naamsverandering gekozen omdat de naam Art Event in toenemende mate door andere beurzen wordt gebruikt.
Art Fair International is nieuw en een initiatief van Denis Wood uit Assen, die bij de eerste editie van Art EvenTT betrokken was. Wood heeft grootse plannen voor Groningen. Hij wil naar eigen zeggen Pan Amsterdam en Tefaf Maastricht beconcurreren met een beurs waar naast galeries ook autodidacten en professioneel opgeleide kunstenaars hun werk presenteren.
Groningen wil zich van Amsterdam en Maastricht onderscheiden door lagere prijzen voor stands. Martiniplaza wordt daarbij voor Art Fair International opgesplitst in een laagdrempelig deel en een luxe deel. Wood mikt op zo'n 350 deelnemers uit binnen- en buitenland en zoekt samenwerking met de kunstopleidingen.
Art Assen heeft eveneens een brede opzet: van kunst tot en met kunstnijverheid, van zowel amateurs als professionals. De opzet in de TT Hal is kleiner dan in Martiniplaza; organisator Eleveld wil de bezoeker in Assen niet overvoeren. Ze verwacht zo'n 180 deelnemers. Ongeveer de helft heeft zich al aangemeld.
De suggestie dat twee grote kunstbeurzen in het Noorden een beetje veel van het goede is, wordt door zowel Eleveld als Wood verworpen. "Wij voegen echt iets toe", belooft Wood. "We zullen het zien", zegt Eleveld.
Na ’Klassiek op 10’ (2007) en ’Klassiek in romantiek’ (2010) krijgt het Noorden opnieuw een grote manifestatie met figuratieve en realistische kunst: ’De Renaissance in het Noorden’. Het evenement wordt van 31 maart tot en met 13 mei gehouden. Organisator is de Klassieke Academie voor Beeldende Kunst in Groningen.
Aan ’De Renaissance in het Noorden’ doen honderd professionele kunstenaars mee. Ze exposeren in zestien musea in Drenthe, Groningen en Friesland schilderijen, grafiek, tekeningen en beeldhouwwerken. Er is werk te zien van bekende kunstenaars als Sam Drukker, Henk Helmantel, Matthijs Röling, Ben Snijders, Jan van der Kooi, Jentsje Popma, Eja Siepman van den Berg en Eddy Roos.
Met de manifestatie wil de Klassieke Academie ’de picturale kracht van figuratieve en realistische kunst tonen die zich in het Noorden van Nederland sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft ontwikkeld’. Naast exposities staan ook masterclasses, workshops, rondleidingen en lezingen, maar ook een catalogus en een krant op het programma. Zie ook www.derenaissanceinhetnoorden.nl.
Anton Valens rookt ontspannen een sigaret in de Oude Ebbingestraat in Groningen. Opgelucht dat het voorbij is, het publieksinterview in de bomvolle boekhandel Godert Walter over zijn nieuwe roman Het boek ont. Een mooie gelegenheid om een laatste vraag te stellen: hoe hij dat ervaart, die enthousiaste ontvangst, die jubelende recensies. Zegt Valens: "Beangstigend." En: "Maar toch ook wel goed, ergens."
Het had een uitspraak kunnen zijn van Isebrandt Schut, de hoofdpersoon in Het boek ont. Schut worstelt in de roman van Valens met een reeks fobieën: verlegenheid, het gevoel mislukt te zijn, angst om mensen te begroeten en nog zowat. Hij richt een zelfhulpgroep voor mannen op die geen post durven te openen, Man & Post, met als adagium ’gedeelde post is halve post’.
Het boek ont is op dit moment goed voor een kleine sensatie in de Nederlandse letteren. In willekeurige volgorde: vanwege het hilarische verhaal, vanwege de fascinerende hoofdpersonen, vanwege de symboliek en de verwijzingen naar hoe er in deze eeuw wordt geploeterd, vanwege het spelen met taal. In de woorden van uitgever Tilly Hermans: "Er verschijnen op dit moment veel formuleromans. Het boek van Anton is zeer oorspronkelijk."
En het speelt ook nog eens in Groningen. Lang geleden dat de stad zo herkenbaar werd opgevoerd in de letteren. Toch gaat het in zijn boek niet om Groningen, vertelt Valens aan interviewer Anneke Claus. "Het ging mij om een stad in de periferie, waar angst voor globalisering, voor verlies van identiteit en een toenemend wantrouwen een rol konden spelen. Het had ook Enschede kunnen zijn, maar geen Amsterdam of Den Haag."
Het boek ont laat zich nauwelijks samenvatten. Critici prijzen de humor en de taligheid. Boekverkoper Erik Kweksilber is juist vol lof voor de wijze waarop Valens de beklemming en eenzaamheid van zijn hoofdpersoon op papier heeft gekregen, voor het mededogen en empathie.De schrijver neemt alles in dank aan en zegt: "Ik heb een hekel aan het onderscheid dat wordt gemaakt tussen winners en losers. Ik heb een zwak voor mensen die moeite hebben mee te komen in deze flitsende maatschappij."
Naast schrijver is Valens ook kunstschilder, hij studeerde onder meer aan Academie Minerva. Een dubbeltalent? "Ik hou niet van dat woord," vertelt hij. "Het komt allemaal uit dezelfde bron. Als ik ’s morgens ga schilderen om daarna om twee uur te gaan schrijven, zit ik voortdurend achterom naar m’n ezel te kijken. En als ik eerst schrijf en daarna schilder, maalt het schrijven in mijn kop. Het laat zich lastig combineren."
Als straks de wind rond zijn roman is gaan liggen, gaat hij eerst schilderen. Onbekommerd. "Ik had gedacht, dat ik daar nu al mee bezig zou zijn", zegt de schrijver als zijn sigaret is gedoofd. "Ik noem maar wat: normaal kijk ik om de twee, drie dagen of ik mail heb. Nu ben ik soms hele dagen bezig met het beantwoorden van post."
Gratis boek
Het boek ont van Anton Valens is verschenen bij uitgeverij Augustus. Prijs: 19,95 euro (352 blz.) In samenwerking met uitgeverij Augustus verloot Dagblad van het Noorden tien exemplaren van Het boek ont. Ga voor 31 maart naar www.dvhn.nl/lezersaanbiedingen, vul uw gegevens in en maak kans op een gratis exemplaar.
In de categorie interessant en veelbelovend: vandaag aandacht voor Geluk in de Veenkoloniën. Dit groots opgezette culturele evenement is geïnspireerd op leven en werk van Anton Tsjechov en omvat in mei en juni bij Veendam theater, muziek, film, literatuur, lezingen en workshops.
De opening van Geluk in de Veenkoloniën is 19 mei op de Zuidwending bij Veendam. Het slot is op 23 juni als bij de familie Sprik aan de Zuidwending de voorstelling Het geluk wordt gespeeld, een vierluik onder regie van Michiel Johannes Jansen en medewerking van het Veenkoloniaal Symfonie Orkest.
Aan de tussenliggende programma-onderdelen wordt meegewerkt door onder anderen fotograaf Harry Cock, beeldend kunstenaar Theo Zwinderman, dichter Jean Pierre Rawie, streektaalband Bert Hadders en De Nozems, architectenburo Onix, RTV Noord en filmduo Lucky Bastards. Producent van Geluk in de Veenkoloniën is Annelies Meuleman. Zie ook www.gelukscompagnie.nl
De creatieve industrie. Je hoort er veel over, maar ziet het nauwelijks. Dat wil zeggen: tot voor kort. In het Ebbingekwartier, even buiten het centrum van Groningen, gingen onlangs de deuren van MOBi open: 1000 m2 met presentatie- en werkruimten voor kunstenaars en verwante geesten, op een steenworp afstand van de cultuurbolwerken Simplon en Het Paleis.
Vanaf de straat gezien, doet MOBi denken aan een terminal. Het gebouw bestaat uit containers die de wereld hebben gezien, maar in Groningen zijn het bouwstenen voor projectruimte NP3.tmp (de begane grond en de buitenruimte) en een bovenverdieping waar zes ateliers zijn gevestigd. (foto Jan Tengbergen)
Samengevat: een plek voor overslag voor ideeën en hedendaagse kunst.
Drijvende krachten achter MOBi zijn Gea Smidt, Ruud Akse en Zwaan Ipema. Smidt is kunstenaar en ondernemer, Akse en Ipema zijn de gezichten van het Groninger kunstenaarsinitiatief NP3. Met hulp van onder meer woningcorporatie Nijestee, de provincie en de stad Groningen kregen ze de handen op elkaar voor een project dat elders in het land geen vergelijk kent.
MOBi en haar gebruikers hebben grootse plannen. Begrippen als experiment, innovatie en duurzaamheid spelen daarbij een belangrijke rol. Het verzamelgebouw is bijvoorbeeld ontworpen om energieneutraal te zijn. Het gebouw kan eenvoudig uit elkaar worden gehaald om vervolgens opgesplitst of als geheel elders te worden opgebouwd – in Groningen, of waar dan ook ter wereld.
Vooralsnog blijft het vijf jaar in het Ebbingekwartier gevestigd waar het als schakel moet dienen tussen kunstenaars en bedrijven. Daarbij komen ideeën van kunstenaars ten goede aan ondernemers en vice versa. Zo gaat MOBi samenwerken met TNO - Groningen en met EnTranCe, een initiatief van BAM, GasTerra, Gasunie, Hanzehogeschool Groningen en Imtech. Aldus wordt een bijdrage geleverd aan de maatschappij, cultuur en economie.
Twaalf lokale kunstenaars hebben vooralsnog voor één jaar een atelier bemachtigd om te werken, te experimenteren en samenwerkingsverbanden aan te gaan. In de openingstentoonstelling van NP3.tmp op de begane grond presenteren tot half april vier kunstenaars werk aan het publiek: Daan Samson, Anno Dijkstra, Willum Geerts en Wouter Huis. Zowel in als naast de containers, maar allemaal onder één dak.
Bezoek
NP3.tmp is van woensdag tot en met zaterdag te bezoeken van 13.00 tot 18.00 uur aan de Kolendrift 13 in Groningen. Zie ook www.wijzijn.mobi en www.np3.nu
Ze is jong, gretig en nieuwsgierig. Iduna Paalman (Rolde, 1991) maakt theater bij Nizno, studeert Duits in Amsterdam, schrijft gedichten en maakt voorzichtig muziek. Maar vooral: ze heeft net haar eerste boek uit. Titel: Hee maisje! Zoveel dingen, op die leeftijd – hoe krijgt ze het voor elkaar?
Paalman (foto: Robert van Willigenburg) haalt haar schouders op. Ze wil het gewoon, zegt ze. En daarom doet ze het. "Het gaat eigenlijk vanzelf: je rolt van het een in het ander. Weet je, ik zit wel eens tot over mijn oren in de boeken op de universiteit en dan zie ik al die studenten om heen en dan denk ik: 'Jullie weten niet eens dat ik ook liedjes maak'."
Podiumdrang, een beetje. "Maar het gaat mij niet alleen om de aandacht. De uitgever van Hee maisje! zei over sommige stukken dat ik er wat meer van mijzelf in moest laten zien. Toen dacht ik: 'O? Doe ik dat dan niet? Ik laat toch veel van mezelf zien?' Nou ja, ik wil gewoon graag dingen maken. Als ik een tijdje niets heb gemaakt, word ik onrustig. Het is net als met vrienden: op een gegeven moment moét je ze zien, anders voel je je niet prettig."
Het is begonnen in een 'onderwijsnest' in Rolde. "Dat ik viool leerde spelen, was vanzelfsprekend. Maar piano leek mij nog leuker. Waarop mijn moeder zei: 'Dan ga je toch op pianoles'. En dan zei ik: 'Nee, piano speel ik juist omdat ik daarbij niets móet!' Dus ik heb het mezelf een beetje eigen gemaakt." Daarnaast was er de Vrije School, eerst in Assen, later in Groningen.
Op de debatclub in Groningen wees iemand haar op het bestaan van jongerentheatergroep Nizno. "In korte tijd met een club mensen voorstellingen maken: voor festivals als Axis in Assen of 's zomers op camping De Papaver in Sellingen. Daar heb ik veel van geleerd. Ik was 16 toen ik mij aanmeldde. Inmiddels ben ik een van de spelers die er het langst bij zit."
Haar leraar Nederlands bracht Paalman op het literaire pad. "Hij wees mij op Doe Maar Dicht Maar. Daar heb ik toen drie gedichten voor ingestuurd." In 2009 won ze tijdens dit landelijk concours voor jonge dichters zowel de jury- als de publieksprijs. Als beloning mocht ze optreden tijdens festival Dichters in de Prinsentuin. "Op het Theeveld! Ik had er nog nooit van gehoord, maar begreep dat je als beginnend dichter niet zomaar op het Theeveld mocht staan."
Een profielwerkstuk over het maken van een boek bracht haar in aanraking met proza. "Ik schreef al langer, maar maakte het nooit echt af. Door mijn werkstuk kon ik dat veranderen. Naast zelf schrijven en lezen over schrijven, wilde ik ook schrijvers interviewen. Dat zijn Edward van de Vendel, Ted van Lieshout en Sanne Parlevliet geworden. Daarna heb ik in 2010 en 2011 meegedaan aan de schrijfwedstrijd Write Now."
Van de Vendel benaderde haar voor www.abcyourself.nl, een prozaproject op internet voor jonge schrijvers. "Iedere week moest ik twee à drie stukken schrijven en Edward begeleidde me daarin. Het was een stok achter de deur. Je moest er echt mee bezig zijn. En het bood een kader. Ik vond het prettig dat het op internet gepubliceerd werd, want anders zijn het maar bestandjes in je computer."
Hee maisje! bevat een selectie uit de stukken die ze schreef voor www.abc.yourself, aangevuld met twee langere verhalen. Het boek laat zien waartoe Paalman als schrijver in staat is: heldere zinnen, frisse observaties en het elan dat bij haar leeftijd hoort. Heeft ze ambitie om schrijver te worden? Heeft ze überhaupt een idee wat ze wil worden? Ze schiet in de lach en doet een 8-jarig meisje na: "Ac-tri-cé, schrijf-stér, musical-stér." Zegt dan: "Schrijfster. En misschien ooit iets in het onderwijs. Maar nu nog niet. Nu vind ik mezelf nog belangrijker."
Eerst gaat ze een paar maanden naar Berlijn. Vanwege de studie. Duits is cool, zegt ze. "Ik denk dat het door Berlijn komt, iedereen die er is geweest, komt zo enthousiast terug. Mijn liefde met Duits heeft met vroeger te maken, denk ik, met onze vakanties. Die taal, die cultuur - het voelt vertrouwd. En als je er dan een paar maanden heen kunt… Spelen met Nizno ligt wel eventjes stil. Maar je kunt vast goed schrijven in Berlijn."
Bundel
Hee maisje! van Iduna Paalman is verschenen bij uitgeverij Lemniscaat. Prijs 12,50 euro (96 blz.). Zie ook www.idunapaalman.nl en www.abcyourself.nl.
Het lijkt wel alsof een man staat te pissen in het Centrum Beeldende Kunst (CBK) in Emmen. Daar, bij dat kleine boompje in het gras, op dat schilderij. Je kunt het zien aan zijn licht voorovergebogen schouders en aan zijn linkerhand, die verscholen gaat achter zijn heup. Prachtig – pissende mannen zijn schaars in de beeldende kunst, het werk van Andres Serrano ten spijt.
De pisser – hij heet overigens Simon – is een creatie van beeldend kunstenaar F.M. Hutchison uit Groningen, die dit voorjaar de solotentoonstelling Real Life in het CBK heeft. Een goed gekozen titel. Omdat we bijna allemaal wel eens pissen in het gras. En omdat veel meer van zijn voorstellingen zo alledaags zijn: portretten, een vogel in een park, een speeltuin, een camping, een huiskamer, een gezinsauto.
Alledaags is een rekbaar begrip tegenwoordig – ook bij Hutchison. Dus is zijn vogel in het park eerst geschilderd en vervolgens in een foto gezet. En is zijn gezinsauto uitgesneden, daarna op houtplaat geplakt en vervolgens aan de wand van het CBK bevestigd, net als het portret van zijn vrouw, zijn spelende kinderen en het kleed met de picknickspullen. Eerdergenoemde camping is overigens ondergelopen. De speeltuin verlaten.
In Real Life is het gewone ongewoon. Hutchison bereikt dat, onder meer, door als schilder gebruik te maken van computertechnologie. Zo bouwt hij met een 3D-programma scènes die vervolgens, buiten de computer, worden geschilderd. Simon is bijvoorbeeld een voorgemodelleerd 3D-figuur die aan een second life in een schilderij is geholpen. En voor Arrival gebruikte hij de computer om de schaduw van een vliegtuig boven een woonwijk te schilderen.
Real Life telt ook een aantal traditionele schilderportretten, van de kunstenaar zelf en van zijn naasten. Maar het meest interessant en intrigerend is toch wel het opzichtige spel met meerdere media waarbij je als kijker de schilderkunst, fotografie, computertechnologie, ruimtelijk werk afzonderlijk kunt herkennen. En aldus een surrealistisch effect wordt gecreeerd, met een humoristische ondertoon die het midden houdt tussen licht-absurd en mild-ironisch.
Zelf spreekt Hutchison van plastic sprookjes. Ook dat is erg goed gevonden. Vooral omdat zo’n omschrijving ongrijpbaar, nee, bijna leeg is. Realistisch, maar toch ook weer allesbehalve dat.
Tentoonstelling: ’Real Life’ van F.M. Hutchison. Te zien tot en met 29/4 in CBK, Ermerweg 88b Emmen. Open wo t/m zo 13.00 tot 17.00 uur. Op 25/3 geeft de kunstenaar een rondleiding in het CBK Emmen. Start 11.30 uur.