Als het ergens goed mee lijkt te gaan, dan is het wel met de Nederlandse tekenkunst. Zo verovert de discipline op kunstopleidingen terrein op het schilderen, en in kranten op fotografie. Wordt striptekenen hoger aangeslagen dan ooit. Scoren illustratoren inmiddels volwaardige tentoonstellingen. En kruipen ze als makers van boeken uit de schaduw van schrijvers.
Alleen al daarom is het een uitstekend idee van Kunsthuis Secretarie in Meppel om voor deze zomer de tentoonstelling Ter illustratie in te richten met het werk van twaalf jonge kunstenaars die zijn vorig jaar als illustrator zijn afgestudeerd. Nota bene op een moment dat elders in Meppel, in het Drukkerij Museum, de kleine expositie Kikker is een kanjer met werk van Max Velthuijs is te zien.
Woest & Ledig bezocht beide tentoonstellingen in het gezelschap van Marloes de Vries, illustrator uit Klazienaveen en eigenaar van Studio Weides. Op de eerste plaats om beter te kunnen inschatten welke kwaliteit de nieuwe oogst heeft opgeleverd. Maar ook om duidelijk te krijgen wat er leeft onder jonge illustratoren, en hoe ze van de muis en de pen denken te kunnen leven.
Om met de kwaliteit van Ter illustratie te beginnen, die is verrassend hoog. "Je zou verwachten dat wie net is afgestudeerd nog heel erg zoekend is", zegt De Vries terwijl ze een wand met gedrukte illustraties van Fabiona Bazuin bekijkt. "Ook dit is werk van iemand die heel goed weet wat zij wil. Haar illustraties lijken regelrecht gemaakt voor bladen als de Marie-Claire en Flair: strak en realistisch, met een duidelijk gevoel voor humor."
Anders dan autonoom werkende kunstenaars, hebben illustratoren vaak richtlijnen nodig om werk te maken: een verhaal bijvoorbeeld, of de taak uitleg te geven aan de kijker. Dienstbaar zijn en opdrachten kunnen vervullen is dan een nuttige eigenschap, net als een ondernemende instelling. "Toen ik op de kunstacademie zat, was commercie een vloek", vertelt De Vries. "Het werd niet geleerd je werk te verkopen. Dat is nu snel aan het veranderen."
Een zaal hogerop hangen prints van Jene Bons, een illustrator die de werkelijkheid graag uitvergroot. "Zij won eerder de Art Award, de prijs van tijdschrift Boekie Boekie. Ik werd tweede", zegt De Vries. "Wijzend op een tekening die Hoe het komt dat poezen altijd lekker slapen blijkt te heten: "Dit is echt heel erg goed gedaan, het is een stijl die mij erg aanspreekt. Kijk, ze heeft ook al boek uit: Als alles op zijn kop staat. Weer eentje voor mijn verlanglijst."
Hoewel opdrachten voor tijdschriften en bedrijfsuitingen voor de belegde boterham zorgen, wil een beetje illustrator het liefst boeken maken. Voor kinderen die net hebben leren lezen, of kinderen die nog niet kunnen lezen. De Vries werkt momenteel aan een uitgave voor June Books, een Amerikaanse uitgeverij. "Ze hadden op internet mijn werk gezien en mailden een voorstel. Ik dacht eerst dat ik door iemand in de maling werd genomen."
De nieuwe generatie illustratoren is internationaal georiënteerd. Ze hebben websites, twitteren in het Engels alsof er geen moerstaal bestaat en richten zich via Facebook tot vrienden over de hele wereld. "Ik had laatst interview met een Australisch tijdschrift. Dankzij internet werk je niet alleen voor de Nederlandse markt. Volgens mij is dat een van de reden waarom dit vak de laatste jaren zo'n vlucht heeft genomen."
We staan tot slot in de Secretarie stil bij het werk van Lonneke Leever: fotoprints van modellen die in kleding van geknipt papier poseren, 3D-paneeltjes, een foto van een fruitmand met gevouwen vruchten. Zeer arbeidsintensief werk dat niet direct aan illustraties doet denken, maar uitermate geschikt lijkt voor animaties. Lonneke blijkt de dochter van Gerard Leever, winnaar van meerdere Stripschappenningen.
Verderop in de stad doet een display op de stoep van het Drukkerij Museum vrezen dat de Max Velthuijs-tentoonstelling in Meppel imitaties zal tonen. Het blijkt mee te vallen: in een matig verlicht zaaltje hangen achttien originele illustraties uit de Kikker-boeken. Daarnaast liggen in vitrines handschriften, een Duitstalige bewerking van het sprookje De arme houthakker en de duif, plus twee boekomslagen voor romans van Arnold Aletrino.
Het eerste wat De Vries opvalt, is het kleurgebruik. "De originele Kikker-tekeningen zijn veel feller dan wat je in de boeken ziet. Hij hield er rekening mee dat drukken een fletser resultaat oplevert." Tweede ontdekking is de kracht van de eenvoud. "Met zo min mogelijk middelen, zoveel mogelijk vertellen. Dat is blijkbaar de kunst." De derde zijn de correcties. "In de boeken zien zijn tekeningen er perfect uit, maar hier zie ik dat zelfs Max Velthuijs illustraties moest corrigeren. Ik ben dus niet de enige."
Tentoonstellingen
De tentoonstelling ‘'Ter illustratie' is tot nemt 18 september te zien in Kunsthuis Secretarie, Hoofdstraat 22 Meppel. Zie ook www.kunsthuissecretarie.nl. De Max Velthuijs-expositie ‘Kikker is een kanjer' is tot en met 22 oktober zien in het Drukkerij Museum, Kleine Oever 11 Meppel. Zie ook www.drukkerijmuseum-meppel.nl