Wie weet slaagt Stieg Larsson in de dood
Mooi is dat! de expositie, in Groningen

Eenvoud en helderheid volgens Coen Peppelenbos

Coen Coen Peppelenbos (Raalte, 1964) is de ongekroonde koning van het literaire leven in Groningen. Hij schrijft romans, stelt bloemlezingen samen, werkt als redacteur en docent, is actief blogger, doet publieksinterviews en is mede-oprichter van tijdschrift Tzum. En hij is dichter. Zaterdag presenteerde hij zijn tweede bundel: Vallende mannen. (Foto Siese Veenstra)

Raalte

“Raalte is een veilige plaats om op te groeien. Er wonen in het dorp 20.000 mensen, maar er gebeurt helemaal niets op cultureel gebied. Er komt geen schrijver vandaan, geen beeldend kunstenaar – afgezien van de gemeentesecretaris die een keer per jaar zijn hyperrealistische landschappen exposeerde. Toen ik er woonde, was ik waarschijnlijk de enige homoseksueel. Er heerste een vrij verstikkend katholiek klimaat. Ik heb geen hekel aan Raalte, ik ging er graag naar school, maar het had mij niets meer te bieden.”

Wegmarkeerder

“Ik kom uit een gezin met drie kinderen: ik heb een oudere broer en een jongere zus. Mijn vader was wegmarkeerder – lijntrekker mocht je bij ons thuis niet zeggen. Hij was heel goed in zijn vak en werd vaak gevraagd voor de moeilijke klussen. Atletiekbanen bijvoorbeeld, dat komt heel precies. Mijn moeder zorgde voor het gezin. Zij was – en is – cultureel geïnteresseerd. Mijn opa aan moederskant had een bibliotheek. Toen mijn moeder ging trouwen, zette ze mijn vader een doos boeken voor, in de hoop dat het hem zou interesseren. Volgens mij heeft hij nooit een boek gelezen.”

Groningen

“Na de middelbare school wilde ik journalist worden. Ter voorbereiding ben ik in Kampen en Utrecht gaan kijken, waar die opleidingen werden gegeven. De sfeer stond mij tegen: hangende studenten, ongeïnteresseerde houding. Het had niets te maken met mijn beeld van bevlogen en dynamische journalisten. Daarop ging ik Nederlands studeren in Groningen. Tegenwoordig reizen aankomende studenten door het hele land om er achter te komen waar ze het best terecht kunnen. Ik vond Groningen meteen prima. Veilig. Ik heb nooit een reden gezien er weer weg te gaan.”

Docent

“Ik ben afgestudeerd op A. Marja en het geloof.  Toen ik niet alsnog in de journalistiek belandde, én om het leven uit te stellen, ben ik naar de lerarenopleiding gegaan. Daarop werd ik leraar Nederlands in Leek, op De Borgen. Havo, vwo, eindexamenklassen, onderbouw.  Met jonge kinderen kan ik niet veel, daar ben ik te ironisch voor, denk ik. Ze zijn zo direct en spontaan: ‘Mijnheer, we hebben gewonnen met voetbal!’ ‘Nou en?’ zei ik dan. Ik ben meer iemand die via de band spreekt. Toen ik na drie jaar voor de klas niets meer bijleerde – ik wist alles van mijn vak– ben ik naar de docentenopleiding in Leeuwarden gegaan. Ik rekende uit wat ik nodig had voor levensonderhoud en besloot de rest van de tijd te gaan doen wat ik écht wilde.”

Tzum

“Op de lerarenopleiding heb ik met een aantal studenten een literair krantje opgericht. Daar is Tzum uit voortgekomen. We zitten nu op een oplage van zo’n driehonderd exemplaren, wat heel goed is voor een literair tijdschrift in Nederland. Vorig jaar zijn we ook digitaal gegaan; we hebben nu ongeveer vierhonderd bezoekers per dag. De bekendheid van Tzum is flink toegenomen dankzij de Tzum-prijs voor de mooiste literaire zin. (De instelling was) een ironische reactie op de grote geldbedragen van de AKO- en de Librisprijs. Het mooie van de prijs (de winnaar krijgt een euro per woord plus een bokaal, red.) is dat iedereen er een mening over kan hebben, je hoeft de winnende zin maar te lezen. De winnaars zijn er erg blij mee. Tom Lanoye, A.F.Th. van der Heijden, Jeroen Brouwers; ze vinden het prachtig een beker te krijgen.”

Arthur Japin

“Arthur Japin is vaste medewerker van Tzum. Ik leerde hem kennen tijdens een publieksinterview voor de Drentse leesclubs in Westerbork. We hadden een goede klik, zoals dat heet. Na afloop gaf ik ‘m een exemplaar van ons tijdschrift. Het leek hem erg leuk iets te publiceren  wat niet in de Randstad werd gelezen. Nu Tzum landelijk wordt opgemerkt, is hij wat huiveriger, maar hij blijft ons trouw. Het mooie aan zijn bijdragen is (onder meer) dat je kunt volgen waar hij mee bezig is, privé, maar ook literair. Sommige passages keren later terug in zijn romans.”

Valkunstenaar

“Ik zat een keer in de trein toen uit tegenovergestelde richting een trein passeerde met de naam Bas Jan Ader (een op mysterieuze wijze verdwenen beeldend kunstenaar uit Winschoten, red). Ik had nog nooit van hem gehoord. Dat is de valkunstenaar, wist Anneke Claus. Een prachtig woord – valkunstenaar. Ook omdat ik zelf graag mag doen alsof ik val. Vooral van de trap en ik kan ook goed tegen deuren oplopen. Mensen aan het schrikken maken met een onverwachte plof of klap. Vrienden worden er flauw van, maar ik kan soms niet laten de clown uit te hangen. De valkunstenaar is de titel van mijn nieuwe roman. Die gaat niet over Bas Jan Ader, maar zijn werk vormt wel een inspiratiebron.”

Homoliteratuur

“Met Corrie Joosten stel ik twee bloemlezingen samen met gedichten over vrouwen- en mannenvriendschappen: Zacht gezicht aan zacht gezicht en Hij zag een kameraad in je. Ze verschijnen op roze zaterdag, in juli. Als er bundels met honden- en kattengedichten mogen bestaan, moet er toch ook iets voor mijn eigen doelgroep kunnen verschijnen. Er wordt heel veel troep geschreven over dit thema. Lesbische vrouwen lezen en schrijven graag. Homomannen lijken alleen geïnteresseerd in porno.”

Vallende mannen

“Dat ik relatief laat met poëzie naar buiten ben gekomen, komt doordat ik op de universiteit gedichten heb laten lezen aan een ouderejaars. Die vond het helemaal niks – en hij had gelijk. Daarop ben ik poëzie van anderen gaan lezen, ik wilde eerst vooral veel leren. Mijn debuut Sing Sing uit 2007 is omschreven als een bundel die nadrukkelijk laag van de toren blaast. Daar was ik heel blij mee. Eén van de dingen die ik bij het schrijven van gedichten voor ogen hou, is dat ik ze aan mijn moeder moet kunnen uitleggen. Vallende mannen, mijn nieuwe bundel, heeft net iets meer soortelijk gewicht gekregen, denk ik. Maar het streven naar eenvoud en helderheid is gebleven.”

Bundel

Vallende mannen is uitgegeven door uitgeverij kleine Uil. Prijs €12,50 (48 blz.). Tevens verkrijgbaar als eBook met ingesproken gedichten. Zie ook Literatuurlog: http://coenpeppelenbos.blogspot.com/