Nicolette Leenstra over haar solobundel Steenbreek
24-1-11
Nicolette Leenstra (foto Suze Sanders) uit Assen is niet weg te denken uit het literaire landschap van Drenthe. Vanwege haar schrijfcursussen, haar bemoeienis met literatuur in het onderwijs en haar werk als consulent bij Kunst en Cultuur Drenthe. Vanwege haar gedichten in tijdschriften en boeken, vanwege haar aanwezigheid bij poëziemanifestaties. Alleen een solobundel ontbrak er nog aan.
Maar nu is in die leemte voorzien. Bij Het Drentse Boek scheen Steenbreek, de weerslag van ruim 25 jaar gedichten schrijven. "Als ik de pubergedichten meereken en mijn eerste serieuze poging tot een sonnet op mijn achttiende, schrijf ik al veel langer," vertelt Leenstra (Utrecht, 1957). "Het werd serieus toen ik halverwege de jaren tachtig de mensen van Roet (Drents literair tijdschrift, red.) leerde kennen."
Zesendertig gedichten telt haar debuut. Allemaal vrije verzen, verdeeld over drie afdelingen: Steenbreek, Metamorfosen en Scherven. De eerste afdeling bevat gedichten over liefde en verlangen, de derde mengelwerk. De tweede bevat poëzie waarin opvallend vaak naar klassieke oudheid wordt verwezen. "Zoals bij de een de taal uit de Bijbel komt, komt een deel van mijn taal uit de Griekse mythologie", zegt ze. "Ik ben iemand van associaties, maar óók van metaforen."
Het titelgedicht verwijst naar de vondst van een scherf keramiek in Bergen 1989 bij het huis van de dichter Adriaan Roland Holst, één van haar inspiratiebronnen. Het zoeken naar scherven is een andere bron; overal in haar huis kom je ze tegen. "Scherven hebben iets raadselachtigs. Ze roepen allerlei vragen op. Wat is het geweest? Van wie is het geweest? Het leidt tot associaties en beelden die vervolgens weer tot gedichten kunnen leiden."
Of zelfs tot archeologie. Het verzoek een gedicht te schrijven voor de natuurkunstmanifestatie De legende verdicht in Schoonoord resulteerde in de vondst van een pijlpunt waarop een versiering bleek aangebracht. "Ik zoek nog steeds scherven, maar kijk sindsdien ook uit naar archeologische vondsten. Je moet weten waar te zoeken en je moet leren kijken."
Er zijn meer overeenkomsten tussen het zoeken naar artefacten en het schrijven van poëzie. "Als ik gedichten schrijf, weet ik vooraf niet wat ik zal tegenkomen, of wat de uitkomst moet zijn. Ik laat mij leiden door wat ik zie, ervaar of denk. Door een beeld, een toon, een kleur. En dan ontdek ik soms iets wat ik nog niet wist. Zo levert schrijven steeds verrassingen op. Of nog mooier: nieuwe inzichten."
Dat er nu pas een bundel ligt, is een speling van het lot. "Ik had er een klaarliggen in 1998", vertelt ze. "Maar toen overleed mijn man, de vader van mijn kinderen. Dan heb je andere dingen aan je hoofd. Daarna ontbrak het me aan de kracht. En nog weer later keek ik anders aan tegen de dingen die ik eerder had geschreven. Sommige gedichten zijn gebleven, anderen verwijderd of herschreven."
Het is ook een kwestie van eisen, zegt Leenstra. "Anders dan bij vormvaste poëzie is het bij vrije gedichten niet altijd duidelijk wanneer een gedicht klaar is. Ik ben niet zo snel tevreden. Ik mag soms lang schaven en redigeren; dit er bij, dat er weer af. Ik ben erg blij met wat er nu ligt. En niet alleen omdat er écht iets ligt. Het is ook omdat het ruimte geeft voor nieuwe dingen."
Optreden
De bundel Steenbreek van Nicolette Leenstra is verschenen bij uitgever Het Drentse Boek. Prijs: €12,50 (56 blz.) Donderdag 27 januari treedt Leenstra op in boekhandel Iwema in Assen, samen met Menno Wigman, Mischa van Huijstee, Roeli van Guldener en Jan Holtman. Aanvang 20.00 uur. Entree €5.