De her-uitvinding van Anneke Claus
25-1-11
Donderdag, Gedichtendag, zwaait Anneke Claus (Foto DVHN/Siese Veenstra) af als stadsdichter van Groningen. Met een zelf samengesteld afscheidsprogramma én de presentatie van Wissen, een keuze uit de stadsgedichten die ze de afgelopen twee jaar schreef. De komende periode gaat ze zich vooral bezighouden met het schrijven en vertalen van proza en toneel.
Doetinchem
"Ik kom uit een klein gezin, mijn jongere broer is tegenwoordig projectontwikkelaar.Mijn vader werkte als psycholoog in een instelling in de Achterhoek. Mijn moeder heeft de docentenopleiding tekenen gedaan.We woonden aan de rand van Doetinchem, met het platteland en het Kruisbergse Bos binnen handbereik. In Doetinchem zelf viel niet zoveel te beleven, de stad is grotendeels vernietigd tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ik heb er een prima jeugd gehad. Veel buiten rondgehangen vooral."
Piano
"Mijn belangstelling voor kunst en cultuur is voor een belangrijk deel aan mijn moeder te danken. Het huis lag vol met kunstgeschiedenisboeken en als kind zat ik onder de piano als zij speelde. Op mijn vijfde heb ik zelf ook piano leren spelen, dat doe ik nog steeds – al staat de piano sinds mijn verhuizing naar een gehorig gasthuis in het centrum er werkeloos bij. Mijn belangstelling voor poëzie is ontstaan op de middelbare school. Bij alle taalvakken dedenwij aan poëzieanalyse. In de Latijnse les vertaalden we Vergilius, Ovidius en Catullus – zijn vunzige verzen, maar ook zijn lyrische liefdesgedichten voor Lesbia."
Frans
"Zelf wilde ik aanvankelijk rechten studeren, maar ik kreeg – van mijn wiskundeleraar, nota bene – het advies iets met talen te gaan doen. Toen werd het Frans. Vervolgens heb ik een aantal universiteiten bezocht om te kijken waar de opleiding me het interessantst leek: Nijmegen, Utrecht en Groningen. Op de RUG werd ik geraakt door het enthousiasme waarmee docent Oud- Frans Jaap van Os over de Franse taal sprak, dat heeft mij over de streep getrokken. Groningen voelde direct goed, waarschijnlijk door de tegenstelling tussen stad en platteland. Voor je het weet ben je hier omringd door natuur. In die zin was ik toen echt nog een boerenmeisje."
Gillette
"Mijn studie is vastgelopen op mijn afstudeerscriptie over de Franse toneelschrijver Michel Vinaver. Ik heb nog altijd een vertaling liggen van zijn stuk King over King C. Gillette, een fascinerend figuur die steenrijk is geworden door tijdens de Eerste Wereldoorlog scheermesjes te verkopen aan het Amerikaanse leger en tegelijkertijd samen met de communistisch gezinde utopist Upton Sinclair allerlei plannen smeedde om het kapitalisme om zeep te helpen. Ik wil het als toneelstuk met drie spelers geschikt maken voor een klein teksttheatergezelschap."
Slam-poëzie
"Het contact met de Groninger dichtersscene is ontstaan in het Oude RKZ, waar ik voor het eerst poëzie voordroeg. Vervolgens ontdekte ik het slam-circuit. Daar leerde ik voordragen: uit het hoofd, voor een publiek. Het wedstrijdelement sprak me maar matig aan, de applausmeter nog minder. De concurrentie ging ook achter de schermen door; er kwam veel kift bij kijken. Ik heb meer gehad aan de Dichters uit Epibreren, met wie ik soms meetoerde – en aan Bart FM Droogs Poeet & Dateshow. Hij verwees me door naar De Dichtclub – door de optredens daar ben ik door Anton Scheepstra gevraagd te debuteren in de poëzie."
Stadsdichter
"Vooraf had ik mij tot doel gesteld dat ik trouw wilde blijven aan mijn eigen stijl. Maar ik wilde mij ook ontwikkelen, mezelf heruitvinden. Als stadsdichter schrijf je veel voor opdrachtgevers, dat is een andere manier van werken dan ik gewend was. Je schrijft niet langer alleen voor poëzieliefhebbers, het is ook echt voor Stadjers. En je krijgt te maken met een ander publiek: het bedrijfsleven, projectontwikkelaars, ambtenaren. Het stadsdichterschap dwingt je anders te schrijven: toegankelijker, spreektaliger. Bovendien heb ik geprobeerd de Groningse taal en volksaard, dat aardse en compacte, in mijn gedichten te verwerken."
Hortus
"Vorig jaar heb ik een halfjaar als vrijwilliger in de Hortus van Haren gewerkt. In februari stapte ik er binnenmet de vraag of ze verlegen zaten om hulp. Schoffelen, wieden, snoeien. Lekker fysiek bezig zijn, de gedachten stilzetten. Er bleken interessantemensen rond te lopen. En dan in het voorjaar die tuin zien openklappen. Ik denk ermet heimwee aan terug."
Peizermade
"De afgelopen twee jaar heb ik zo’n vijftig stadsgedichten geschreven. Zes keer moest een gedicht worden aangepast. Dat was slikken, ik ben nogal een controlfreak. Uit gesprekken met kunstenaars die vaker met opdrachtgevers werken, heb ik begrepen dat dat gesoebat met opdrachtgevers niet ongewoon is. Eén keer is een gedicht ronduit geweigerd. Het ging over de Peizermade, een nogal schraal en droevig stemmend landschap. De projectontwikkelaars lazen in mijn gedicht niet ’die positieve toon’ die ze voor ogen hadden."
Istanboel
"Hoogtepunt van mijn stadsdichterschap was een uitwisselingsprojectmet Turkse dichters in Istanboel, waar studenten KCM uit Groningen een cultureel programma hadden opgezet. Samen met Jan Glas leverde ik een literaire bijdrage. Jonge Turken hongeren naar cultuur, heel bijzonder om mee te maken. Wat ik op een andere manier indrukwekkend vond, waren de eenzame uitvaarten: geen familie, een plastic kist, standaard begrafenismuziek: de Air van Bach en Yesterday, all my troubles seemed so far away. Treuriger kan niet. Het is een mooie traditie, maar ik ben blij dat ik het maar twee keer heb hoeven meemaken."
Wissen
"Kritisch teruglezend zijn er zo’n twintig stadsgedichten die de actualiteit mijns inziens voldoende en wellicht ook blijvend ontstijgen, die hebben een plek gekregen in de bundel Wissen. Ik ben er blij mee. Met de hulp van Jan Glas, die de foto’s heeft gemaakt, en vormgever Sgaar is het een bundel geworden waarin iets wordt uitgewist. Ik snak er inmiddels naar om weer naar eigen inzicht en ingeving te schrijven en vertalen. Zolang het duurt even geen poëzie, maar proza en toneel. In die zin is Wissen een afsluiting. Alweer. Het lijkt een running gag te worden, die zogenaamde definitieve afscheidsgebaren. Maar na Dat was dat heb ik ook niet stilgezeten, dus het zal allemaal wel weer loslopen."
Afscheid
Anneke Claus neemt 27 januari om 16.00 uur afscheid als stadsdichter in ForumImages aan het Hereplein 73 in Groningen. Op het programma staan onder meer een film van Bouke Mekel over graphic novel-auteur Marcel Ruijters en een optreden van blueszanger Ralph de Jongh. Gratis entree. Zie ook www.annekeclaus.nl.