Rawie, Heytze en Van de Reijt over Van Wissen
22-5-10
Jean Pierre Rawie, collega en vriend
"Toen ik Driek in 1971 voor het eerst ontmoette, hield hij er een heel andere manier van dichten op na. Ik liet hem in een café een sonnet zien en hij presteerde het om meteen daarop met een eigen, perfect geschreven sonnet te komen. Het zegt heel veel over zijn vaardigheden. Hij kon technisch perfecte gedichten schrijven, de vaste vorm paste hem als een handschoen. Driek is altijd erg bescheiden geweest over zijn literaire prestaties. Zijn vroege werk, zoals Het mooiste meisje van de klas, heeft nog steeds een grote frisheid. Daarnaast was hij een voortreffelijke gelegenheidsdichter – alleen al daarom was hij geknipt als Dichter des Vaderlands. Toen ik hem ontmoette was er meteen die klik, daarna is er een levendige samenwerking en hechte vriendschap ontstaan. We vulden elkaar uitstekend aan, en zoals het hoort is dan achteraf nooit te zeggen hoe de rolverdeling precies was. We gingen zitten, en de beste vondst werd gebruikt. In oktober verschijnt het derde deel van onze Rijmkroniek des Vaderlands, die hebben we nog samen voltooid. Hoe het daarna moet, daar wil ik nog helemaal niet over nadenken. Het was een verschrikkelijk aardige kerel."
Ingmar Heytze, door Driek bewonderd collega
“Alle dichters in Nederland kennen elkaar, je komt elkaar tegen. Samen met Jean Pierre Rawie behoorde Driek van Wissen tot de prettig aanwezig types. Toen ik poëzie begon te lezen, begon ik met Levi Weemoedt, Willem Wilmink, Jan Boerstoel, Jan Kal, met dichters die in de Tweede Ronde publiceerden. Zo kwam ook Driek op mijn pad. Ik voel wel verwantschap. Net als Driek heb ik een hang naar poëzie die tussen het hoge, elitaire en het lage en limerick beweegt. Dat hij in mij een geestverwant zag, streelt mij wel. Toen hij tot Dichter des Vaderlands werd gekozen, kreeg hij emmers stront over zicht heen. Wat ik knap vond, is dat hij altijd boven dat gedoe is blijven staan, een echte Dichter des Vaderlands waardig. Wat je hem ook na moet nagegeven: hij was overal en hij deed het zichtbaar veel plezier. Doodzonde dat hij er twintig, dertig te vroeg is uitgestapt."
Vic van de Reijt, uitgever
"Toen ik leerde kennen, trok hij met mensen als Hans Dorrestijn, Drs P. en Willem Wilmink door het land. Een vrolijke boel, ze werden overal met open armen ontvangen. Van een tweedeling tussen de light verse dichters en de meer serieuze dichters was nog helemaal geen sprake. Ons contact werd hecht toen ik de bloemlezing Ik wou dat ik twee hondjes was samenstelde – daar zijn honderdduizend exemplaren van verkocht. Driek was een aimabel man. Je kon geen ruzie met hem krijgen, mogelijk omdat hij zijn ernst wat beter kon verbergen dan een ander. Hij beschikte over gezonde dosis zelfspot, iets wat erg zeldzaam is in de Nederlandse dichterswereld. Hij kon zichzelf, maar ook de wereld om hem heen, goed relativeren. Toch liet hij niet met zich sollen. Toen hij in 2009 afzwaaide als Dichter des Vaderlands heeft hij flink van zich afgebeten en zijn critici glashelder van repliek gediend. Dat heeft grote indruk op mij gemaakt. Ons laatste contact was kort voor hij naar Turkije vertrok. We hebben toen besproken welke gedichten hij in zijn nieuwe bundel wilde hebben. Het zou een verzameling sonnettettes uit de afgelopen tien jaar worden, te verschijnen op 1 januari 2011. Een titel was er al: Het jaar nul."