Vrije vogel Rikkert Zuiderveld poetst zijn veren
29-9-09
De naam Rikkert is vastgeklonken aan die van Elly. Aan De kauwgomballenboom. Aan het zoeken naar een betere wereld. En aan het christelijk geloof. Zelf zit Rikkert Zuiderveld (Groningen, 1947) daar allerminst mee – waarom zou hij? Ondertussen is hij, in zijn eigen woorden, ‘meer dan een duo’. Liedjeszanger in solovorm bijvoorbeeld, maar ook tekstschrijver en dichter.
Dat laatste wordt onderstreept met De dikke Rikkert, een fraai uitgegeven bloemlezing van zijn liedteksten, plezierdichten, sprookjes, ollekebollekes, kinderliedjes en sonnetten. Bijna 45 jaar omvat de uitgave. De liedteksten zijn in chronologische volgorde geplaatst omdat – zoals hij in het voorwoord schrijft – ‘zo’n overzicht naar ik hoop een beeld geeft van onze (mijn vrouw gaat graag mee) zoektocht.’
In De dikke Rikkert begint die tocht in 1966 met Scheveningen, een cabaretesk lied ergens halverwege Joop Visser en Lennaert Nijgh over een man die zich heeft laten vangen in het huwelijk. Op bladzijde 310 eindigt het met een sonnet uit 2009 waarin de ik-figuur opgesloten zit in zijn hoofd: ‘Vergeef mij dat ik al mijn zandkastelen/ voor deze bovenkamer heb verruild/ ontsluier mij en laat mij buiten spelen.’
Welk genre ook wordt beoefend, de belangrijke thema’s zijn in de loop der jaren gelijk gebleven. Zuiderveld wist al vroeg waar het om zou draaien: verlangen naar vrijheid en verlossing, verlies van onschuld. Veel beschouwing, mijmering en relativering. Geen moeilijkdoenerij, wel moralisme, maar alles met mate. Ook van meet af duidelijk: de mild kritische toon. Wel boos, maar nooit tieren.
Religie is eveneens een constante factor. Niet alleen in zijn liedjes zitten veel verwijzingen naar God en de Bijbel verstopt, je komt ze ook in zijn plezierdichten en zijn sonnetten tegen. Zoals in een gedicht bij een foto van premier Balkenende en minister Bos: ‘Kom, recht uw stropdas, handel vastberaden/ en draag uw maatpak fier en welbewust./ Roep ons de Mammon aan, stel ons gerust:/ wellicht schenkt hij zijn kinderen genade.’
De ontwikkeling zit vooral in de vorm. Eerst dus die liedteksten, daarna het light verse, vervolgens de spielerei van de ollebollekes en meer recent het sonnet. Hoewel de voorkeur voor eindrijm er altijd is geweest, zou je kunnen zeggen dat hij in de loop der jaren steeds strakker is gaan schrijven. Van voorzichtig vrijgevochten en fladderend naar tamelijk traditioneel en ernstig.
Het jongste werk, de sonnetten, bevalt uiteindelijk het beste. Mogelijk is het een kwestie van persoonlijke voorkeur en selectie, maar het lijkt er op dat de dichter Rikkert Zuiderveld het meest weet raken als hij een ernstige toon aanslaat. Als hij er voor kiest zijn lichte, altijd toegankelijke poëzie gewicht mee te geven. Met als gevolg dat zijn ideeën, opvattingen en signalen neerkomen in plaats richting de hemel op te waaien.
Boek: De Dikke Rikkert. Auteur: Rikkert Zuiderveld. Uitgever: Brandaan. Prijs: €15 (310 blz.)