Matige lustrumeditie Natuurkunst Schoonoord
Een dag in het park met Groenewoud en Buij

Bliksembezoek aan Dichters in de Prinsentuin

Gaens Tachtig dichters in drie dagen – het is natuurlijk veel te veel van het goede. Als festivalpresentator Klaas Knillis Hofstra dan op donderdagmiddag in De Prinsentuin bekendmaakt dat Eva Gerlach en Abdelkader Benali níet naar Groningen zijn gekomen, niemand die daar openlijk om treurt.

Tijd wordt een steeds groter probleem.

Woest & Ledig keek alleen op festivaldag twee rond en maakte meteen van de gelegenheid gebruik om op de ruilbeurs vier dichtbundels om te ruilen voor Storm van Aad Eerland (1984) en een tiende druk van Nieuwe Griffels Schone Leien. Toen dit deel in 1977 van de persen rolde, waren er reeds 85.000 exemplaren verkocht. Het is een aantal waar de makers van de Prinsentuinbloemlezing L x B x H (x t) van zullen dromen. Net als Erik Jan Harmens waarschijnlijk.

Daarna, hup, de loofgangen in, waar veel jong spul mocht voordragen. Iduna Paalman, winnaar van de Belcampo-prijs tijdens de laatste editie van Doe Maar Dicht Maar, bleek er een straf tempo op na te houden. Iets te straf, wellicht. Het grote Groninger talent Jurre van den Berg stond daarentegen in het struweel alsof hij nog nooit van zijn leven iets anders heeft gedaan. Hoe jonger, hoe groter de overtuiging.

En zo hoort het ook. Willem Jan Otten, bijvoorbeeld, durfde het niet, optreden in de loofgangen. Lezen voor publiek op het theeveld, waar de wind de bomen deed ruisen en achter bij de muur een vaste tuinbezoeker een toeval van Tourette kreeg, daar draaide Otten de hand niet voor om. Maar voor een intieme voordracht voelde hij zich naar eigen zeggen te verlegen. Of te ijdel. “Want dat zijn de twee keerzijden van een en dezelfde medaille.”

De ontdekking van de eerste ronde was Dennis Gaens (foto), een vanuit Nijmegen opererende dichter zo razend actief dat het volstrekt onduidelijk is of hij al heeft gedebuteerd. In L x B x H (x t) is een gedicht opgenomen waarin hij een fijne spagaat tussen willen en kunnen beschrijft: ‘Onhandig als paspoppen/ staan we, niet in staat elkaar vast te houden’. Op De Contrabas trof W&L ook al een fijn staaltje existentiële twijfel van zijn hand.

Eén verrassing, daar doen we het voor. Dat is soms meer dan voldoende. Vrijdag weer een dag. Met onder anderen Hans Hagen en Gerrit Komrij.