Jazz Vibes: volgend jaar graag weer
‘Juni’ van Gerbrand Bakker: vanzelfsprekend zwijgen

Brief aan Coen Peppelenbos

Geachte Coen Peppelenbos,

 

BasisBoekLiteratuur 001 Zaterdag bracht de postbode het Basisboek Literatuur. Waarvoor mijn dank. Als lezer van je weblog wist ik dat het op het punt van verschijnen stond. De berichten van afgelopen maanden, waarin je de zoektocht naar rechtenvrij beeldmateriaal beschreef, hadden mij in toenemende mate nieuwsgierig gemaakt. Daar komt dan nu een einde aan. Ik zie ineens dat Erasmus, Belcampo en Japin precies dezelfde neuslijn hebben.

 

Het is een erg geslaagde uitgave geworden, dat mag ook tegen de co-auteurs Joke van Balen en Corrie Joosten gezegd. Handzaam en overzichtelijk. Informatief en deskundig. Een afgewogen verhouding tussen de hoeveel tekst en illustraties (die 2 cents postzegel van Nijhoff!) iets waar het veel educatieve werken aan ontbreekt – vermoedelijk om leerlingen, ouders en scholen op kosten te jagen.

 

Jullie boek is gemaakt omdat er vraag naar was, lees ik in de inleiding. Ik hoop dat die vraag er nog steeds is, anders komen jullie te laat. Los daarvan: het is opvallend hoeveel educatieve boeken er de afgelopen tijd zijn verschenen met als doel lezers kennis en achtergronden bij te brengen over literatuur. Uitgeverij Augustus spant de kroon met haar almaar uitdijende Schrijfbibliotheek.

 

Bij het hoofdstuk Het boek, en dan meer precies het deel Poëzie: analyse en interpretatie, moest ik een paar keer denken aan de Augustus-uitgave Gedichten schrijven. De regels van het vrije vers van Chrétien Beukers. Ook een goed boek, het gaat echter meer de diepte in – al heeft Breukers soms de neiging te bewijzen dat hij niet van de straat is. Basisboek Literatuur is heeft een inleidend karakter, concludeer ik.

 

Hoewel gericht op studenten aan de lerarenopleiding Nederlands en geïnteresseerde leken, komt het mij als bespreker van literaire werken voor Dagblad van het Noorden en Woest & Ledig wel degelijk van pas. Zo ben ik naar aanleiding van de recensies die afgelopen week zijn verschenen over de roman Juni van Gerbrand Bakker direct diep in het hoofdstuk De lezer gedoken.

 

Dit alles om te achterhalen hoe het in hemelsnaam kan dat vrijwel alle critici Juni mislukt vinden, terwijl ik datzelfde boek het beste vind wat Bakker tot op heden in de winkel heeft weten te krijgen. Het is een mix van typische recensenten-argumenten, begrijp ik dankzij Basisboek Literatuur. Waarbij de besprekers in NRC, het Parool en de Volkskrant het ‘relativiteitsargument’ en het ‘stilistisch argument’ het zwaarst hebben laten wegen.

 

Bakker wordt vooral verweten dat hij in Juni niet vernieuwend te werk is gegaan, dat zijn roman te veel herhaalt wat al in Boven is het stil heeft gestaan. NRC is uitgekeken op het decor en wil nu een schalkse roman over het leven op Soestdijk, Het Parool vindt de sfeertekening ineens oubollig en in de Volkskrant, waar de inhoud schandelijk slecht is samengevat, wordt de schrijfstijl als dof en wezenloos weggezet.

 

Zelf had ik van al die dingen geen last. Juni kwam bij mij binnen als een oude vriend zonder kapsones. Met onder de arm een prachtig ontroerend verhaal over echte, eigenaardige mensen, verteld op een karakteristieke, eigen toon. Juni biedt misschien niets nieuws onder de zon, maar als ik ergens een hekel aan heb is het wel aan nieuws. Niet in de laatste plaats omdat voortgang tegenwoordig in vrijwel alle gevallen een verslechtering betekent.

 

Materiaal voor een interessant college, wellicht.

 

Dit alles ter zijde, en vooral om aan te geven dat ik het Basisboek Literatuur zal aanbevelen als de gelegenheid zich voordoet. Het boek krijgt een plek op de plank met gebruiksvriendelijke en nuttige werken. Ergens bij de Schrijfwijzer van Renkema, de Prisma van de Letterkunde, Querido’s Letterkundige reisgids van Nederland en, o ja, het eerder genoemde Gedichten schrijven van Chrétien Breukers.