Tom America: Volkomen vrij, als een mus
8-3-09
Het motto van de 74ste Boekweek was vorig jaar nog maar net bekendgemaakt, of bij Tom America (foto: Gerlinde de Geus) stond de telefoon rondgloeiend. De ene na de andere vertegenwoordiger van de media meldde zich met vragen over Tjielp Tjielp, ‘het gedicht van Jan Hanlo’ dat de componist uit Tilburg twaalf jaar geleden op muziek had gezet. Of die plaat van toen nog te krijgen was, wilden ze weten.
America stond ze allemaal te woord. Hij vertelde dat Tjielp Tjielp eigenlijk De Mus heet, dat er op YouTube een video van te zien is en dat het album, waarop achttien gedichten van Hanlo worden vertolkt, al jaren niet meer leverbaar is. “Onterecht, want het is een uniek document”, zegt de maker zonder enige schroom. “Ik krijg nu van alle kanten te horen dat het bizar is dat die plaat is verdwenen.”
De mus werd in 1997 bekend als openingstune van Van Kooten & De Bie. Maar het album Tjielp Tjielp verkocht slecht. “Waarschijnlijk omdat het aanvankelijk werd uitgebracht bij Dureco, een platenmaatschappij gespecialiseerd in Vader Abraham-achtig repertoire”, vermoedt America. De nieuwe Boekenweek bood een ideale gelegenheid voor een heruitgave, in een nieuwe vormgeving, met drie extra gedichten op muziek.
Nieuw zijn Hou je van me altijd, Conclusie met impliciete gegevens en Notentijd. Over het laatste ‘gedicht’ van Hanlo is de componist het meest opgetogen. Hij ontdekte het in notenschrift bij uitgeverij van Van Oorschot, verstopt in een doos met stukjes die de Limburger Hanlo ooit schreef voor de Friese Koerier. De compositie is gebaseerd op een gesprek tussen Hanlo en een jongetje van drie jaar, waarbij de melodie van diens spraak op muziek is gezet.
In Notentijd komen de dichter Hanlo (1912-1969) en componist America (1949) nadrukkelijker dan ooit samen, alsof ze elkaar de hand schudden. Beide zijn gefascineerd door klank én taal. Beide nemen een positie in aan de rand van respectievelijk de Nederlandstalige poëzie en de Nederlandstalige popmuziek. Zowel Hanlo als America worden door collega’s op handen gedragen. En alle twee gelden, op hun eigen terrein, als zeer invloedrijk.
Hoewel geboren in Heerlen groeide America op in Valkenburg, de stad waar ook Jan Hanlo een groot deel van zijn leven doorbracht. “Ik heb hem in jaren vijftig als kind drie keer ontmoet”, vertelt de componist. “Hij reed op 1000 cc Vincent, toen de snelste motor van Nederland, en parkeerde die soms tegen de gevel van onze woning. Ik was bang van hem.”
Vóór Tjielp Tjielp en De Mus timmerde America aan de weg met MAM, een Nederlandstalige popgroep in de schaduw van Doe Maar die tussen 1981 en 1995 zes albums opnam drie bijna-hits scoorde. Ongelofelijk (1989) was de grootste, maar Oote (1990) en Maternité (1986) zijn het meest bekend gebleven. Met name het laatste nummer, met de tekstregel ‘Mam, weet jij nog wanneer ik voor het eerst een boterham met kaas gegeten heb?’ is de voor-echo van Spinvis.
Anno 2009 volgt America de Nederlandstalige popmuziek mondjesmaat. “Er is geen ontkomen aan”, stelt hij vast. “Ik luister ernaar als het voorbij komt, maar met het meeste heb ik niets. Bløf en Marco Borsato – het heeft mij veel te veel pathos, het klinkt veel te gezwollen. Het heeft niets te maken met hoe in de Nederlandse taal woorden en zinnen worden uitgesproken.”
Dan is de fluisterende manier van zingen van Spinvis is interessanter. “De melodie van zijn woorden komt overeen met hoe jij en ik spreken. Niet dat Nederlandstalige popmuziek daar altijd overeen mee moet komen, maar voeg als muzikant op zijn minst iets toe. Toen de Osdorp Posse kwam met ‘moederneuker’ was dat een vondst, dát was een toevoeging. Roosbeef heeft ook iets. Maar het meeste is erg Idols-achtig, vooral bedoeld om beroemd te worden.”
America: “Met MAM maakte wij muziek omdat we vraagtekens hadden. Typisch jaren tachtig? Ja, misschien wel. Het ging in ieder geval niet om het geld. We werden daarin gesteund door collega’s die het interessant vonden wat wij deden. Dankzij Henk Hofstede van de Nits konden we Maternité maken. Robert Jan Stips bood ons zijn studio aan om niet. Nu heb je voor 6000 euro een studio aan huis zodat ik precies kan doen ik wil.”
Veel albums maken en optreden, zoals in de tachtig en negentig, is er niet meer bij. Tegenwoordig leeft America van projecten en opdrachten. Een recent project van zijn hand is het vorig jaar voltooide Noord waarbij hij, gewapend met opnameapparatuur, een Tilburgse woonwijk introk en bewoners interviewde om vervolgens in de studio zijn zogeheten Nootspraak-composities te maken.
America is specialiseerd in ‘liedjes’ gebaseerd op de klank van woorden en uitspraken. “Daar doe ik niks nieuws mee”, zegt hij. Vele componisten gingen mij voor. Maar het blijft fascinerend. Ik heb voor studenten ooit Strawberry Fields Forever van The Beatles geanalyseerd. De tekst is volkomen onzin, maar het nummer klinkt geweldig. Het laat goed zien dat je als muzikant volkomen vrij bent in wat je wilt maken.”
In dat opzicht verschilt hij niet van de dichters met wie hij samenwerkte. Zo zette America volgens zijn Nootspraak-procede ook poëzie van Willem Jan Otten (Tot de bellenblazer) , Tonnus Oosterhof (We zagen ons langzaam in een kleine groep mensen veranderen) en Ingmar Heytze op muziek. Vooral over Heytze is hij zeer te spreken. “We hebben samen een compositie gemaakt waarbij ijzer echt als ijzer klinkt. Heytze is heel erg mijn dichter.”
Maar Hanlo is en blijft zijn grote favoriet. “Zijn Hou je van me altijd heb ik in 1994 voor het eerst op muziek gezet, als vraag en antwoord met mijn zoontje. Achteraf bleek ik het verkeerd te hebben begrepen; het is een aftelvers. Toen ik het onlangs opnieuw las, ontdekte ik hoe tintelfris het nog steeds is. De poëzie van Hanlo is hyperpersoonlijk. Hij weet met zijn gedichten dingen te verbinden waarvan alleen jij precies weet hoe ze verbonden zijn.”
Et cetera.
Album en bloemlezing
Het album ‘Tjielp Tjielp’ van Tom America is uitgebracht door De Harmonie. Zie ook www.tomamerica.nl. Ter gelegenheid van de Boekenweek is bij uitgeverij Van Oorschot een bloemlezing uit het werk van Jan Hanlo verschenen: ‘Tjielp Tjielp’. Samensteller is Guus Middag.