Jan Donkers en Jane Leusink in De Literaire Hemel
De wilde jaren van fenomeen Fritzi

Gemotiveerd stemmen? Waar is de notaris?

DriekTsead Tsead Bruinja en Driek van Wissen in De Sleutel in Groningen Foto: Jan Willem van Vliet

 

Moeilijk hoor, een nieuwe Dichter des Vaderlands kiezen. Toen Rutger Kopland het in 2000 werd, bedankte hij voor de eer. Zijn opvolger Gerrit Komrij hield het in 2004 voortijdig voor gezien. Vervolgens leidde de verkiezing van Driek van Wissen in 2005 tot verontwaardiging en hoon in de Grachtengordel. En nu de termijn van de laatste er op zit, is het alweer raak.

 

Directeur Bas Kwakman van Poetry International, kop van jut in verkiezingstijd, kwam dinsdagavond in Groningen woorden te kort alle kritiek te weerleggen. Na afloop van een debat met zittend Dichter des Vaderlands Driek van Wissen, bij sociëteit De Sleutel, gaf ook Kwakman toe niet helemaal gelukkig te zijn met de gang van zaken. “Sommige dingen doen we een volgende keer anders. Het is een leerproces”, prevelde de Poetry-directeur.

 

Voornaamste kritiekpunt dit keer? De ondoorzichtige procedure. Een jaar geleden werd besloten de verkiezing nu eens niet aan ‘de markt’ over te laten. Commissie ingesteld, 24 kandidaten gepolst, botte weigeringen. Daarna tien dichters op een lijstje, een lek in de media en voortijdig de namen van vijf kanshebbers op straat. Toch toonde Kwakman zich dinsdag niet ontevreden: “Het doel was meer belangstelling voor poëzie. En dat doel wordt gehaald.”

 

In Groningen, waar de poëzie meer leeft dan elders, vinden ze dat onbevredigend. “Judith Herzberg, stond die op het lijstje van de 24?”, wilde debatvoorzitter Vic van de Reijt weten. “Geen commentaar”, reageerde Kwakman. “Waarom ben ik niet gevraagd?”, sprak Jean Pierre Rawie. Stilte. “Waarom geen verantwoording afgelegd voor de keuzes”, vroeg oud DvhN-hoofredacteur Geert Jan Laan. “We hebben als commissie afgesproken niet met onze argumenten naar buiten te komen. Dat vind ik zelf ook lastig”, aldus Kwakman.

 

Driek van Wissen nog wat oud zeer liggen. Over zijn veelbesproken campagne bijvoorbeeld. “Dat was allemaal show”, onthulde hij. “Ik had 250 pennen laten maken en twintig postzegels. Dat was alles. Een journalist schreef er over, daarna kwam de radio twee keer langs en belandde ik bij Barend van Van Dorp. En dan ineens heet het een campagne.”

 

Campagnevoeren geldt ook nu als not done. Tsead Bruinja: “Iedereen mag campagne voeren, Het hoeft niet. Maar als je een ambasseur wilt zijn van de poëzie, dan moet je ook aan pr willen doen. Vic van de Reijt: “Enthousiast op je zolderkamertje zitten is niet voldoende.” Bas Kwakman: “Eén van de vijf kandidaten heeft Poetry gevraagd campagne te voeren. Dat doen we dus niet. Het is aan de kandidaten.”

 

Waarom zijn voor een goede gang van zaken de zittende Dichter des Vaderlands en zijn voorganger niet om raad gevraagd? Kwakman: “We hebben Komrij benaderd, maar die wilde er geen ruk mee te maken hebben.” Van Wissen: “Komrij wel vragen, en mij niet?!” Kwakman: “Later wilde Komrij toch weer wel en ook weer niet. Daarop hebben we besloten het te laten zitten.” Van Wissen: “Nou ja, zeg!”

 

Dan is er nog het stemmen zelf. Dit keer kan iedereen stemmen, ongeacht de leeftijd en nationaliteit, dus ook Chinezen en Belgen. Kwakman: “Want het gaat om meer aandacht voor poëzie in de Nederlandse taal. Daar horen Suriname en België ook bij.” Ook nieuw: gemotiveerde stemmen tellen dubbel. “Mooi is dat”, klonk het. “Zelf geen verantwoording willen afleggen, maar die verantwoording wel vragen aan de stemmers. Een nieuwe vorm van betutteling en paternalisme.”

 

Wie die motivaties gaat screenen – dinsdag waren reeds 3000 stemmen uitgebracht, waarvan het gros gemotiveerd ­– hield Kwakman in het midden. Cabaretier Bert Visscher : “Gemotiveerde stemmen? Linke boel! Een stem is een stem. Waar is de notaris? Straks hebben we Florida-toestanden.” Of een belediging ook als motivatie telt, is onduidelijk. Van Wissen: “Ik ben destijds door Jan Blokker en Michaël Zeeman en andere middenstanders uitgemaakt voor drinkebroer en rijmelaar. Rijmelaar zie ik als geuzennaam. Dat telde dus eigenlijk dubbel.”