Ramsey Nasr nieuwe Dichter des Vaderlands
Anneke Claus nieuwe stadsdichter van Groningen

A.L. Snijders: Mooi kort en heel lang boeiend

ALSnijders Toen Dagblad van het Noorden vijf jaar geleden besloot niet langer de columns van A.L. Snijders te plaatsen, vond een klein groepje lezers dat heel erg. Het beeld dat ze met hun protesten opriepen was dat van Snijders als een onbegrepen oude man op een bankje op het dorpsplein, monkelend en mopperend over de dolgedraaide wereld om hem heen. Iemand voor fijnproevers, die het zeldzaam mooi kon zeggen en het vaak bij het rechte eind had.

 

Na zijn vertrek ging Snijders ondergronds. Hij schreef onverdroten door en stuurde zijn tiksels per mail aan een schare trouwe lezers. Die groep is de afgelopen jaren almaar groter geworden. En zoals het gaat met kwaliteit: vroeg of laat wordt het breder herkend en gaat het een eigen leven leiden. In het geval van Snijders fungeerde uitgever Paul Abels als katalysator. Toen deze besloot tot het uitgeven van Snijders’ zeer korte verhalen (zkv) onder de titel Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk maakte de gewezen columnist een heuse comeback.

 

Nu ligt er dan een tweede greep met zkv’s in de winkel, getiteld Bordeaux met ijs. Het is een mooi boek, gemaakt van prachtig papier en goed gebonden, inclusief leeslint en 21 tekeningen van Marcus Müller en sinds deze week ook verkrijgbaar in een goedkopere uitvoering. Maar het gaat natuurlijk om de verhalen, die lang niet allemaal zo kort zijn als het begrip zkv suggereert. Ernest Hemmingway beperkte zich ooit tot: ’Te koop: Babyschoenen. Nooit gedragen.’ Zo kort kom je ze in Bordeaux met ijs niet tegen.

 

Snijders zoekt zijn onderwerpen nabij en in het verleden; gaandeweg komen we veel over hem te weten. Dat Tommy Wieringa een vriend van hem is bijvoorbeeld, en dat hij L.H. Wiener goed kent. Dat hij veel van het platteland houdt, een dochter heeft die over de wereld reist en hij zelf niet verder komt dan België. Maar ook dat hij het geen enkel probleem vindt om zoveel uit andermans werk te citeren (Truman Capote, Kafka, Sandor Marai) dat het de vraag is of het nog wel een stukje van Snijders mag heten.

 

Snijders kan prachtig observeren en heeft een voorkeur voor dingen die eigenlijk niet kunnen, zoals het in de titel gememoreerde drinken van rode wijn met ijs. Zijn voornaamste kwaliteit zit in zijn vermogen originele observaties te vermengen met erudiete associaties en dat vervolgens in een parlando-achtige stijl op te schrijven. In een interview beweerde hij vorig jaar dat zoiets hem geen enkele moeite kost. Hij gaat zitten en gooit het op papier. Klaar.

 

Of het werkelijk zo gaat, kan worden betwijfeld. Snijders’ stukken lezen inderdaad alsof ze voor de vuist weg zijn ontstaan. Compositie is bijna het laatste waar je aan denkt, inval en improvisatie het eerste.  Iedere lezer weet dat alleen heel grote schrijvers die indruk kunnen wekken – en dan pas nadat ze lang bezig zijn geweest met slijpen en schuren, bikken en beitelen.

 

Het voert te ver om Snijders op basis van zijn zkv’s bij de heel grote schrijvers te rekenen. Maar als hij iets laat zien met Bordeaux met ijs, dan is dat diepte belangrijker is dan lengte. Of anders gezegd, dat mooi kort ook lang boeiend kan zijn.

 

Boek: Bordeaux met ijs. Auteur: A.L. Snijders. Uitgever: Afdh. Prijs: €24,50 (420 blz).